We hebben er even op moeten wachten, maar hij is eindelijk terug: Vincent Kompany. Na twee maanden blessureleed – waarin hij ook de cruciale WK-kwalificatiewedstrijden van de Rode Duivels aan zijn neus zag voorbijgaan – leidde hij afgelopen zondag als vanouds zijn collega’s bij Manchester City.
En of hij leidde. Zijn wederoptreden op bezoek bij West Bromwich Albion en Southampton was nog wat aarzelend, maar in het vertrouwde Etihadstadion was hij opnieuw King Kompany. Constant zijn ploegmaats aanvurend, defensief meer dan degelijk en aanvallend ook waardevol. Seizoensrevelatie Arsenal kon er geen antwoord op bieden en werd met een droge 6-3 terug naar Noord-Londen gestuurd. Game, set, match heet dat dan zoiets, die tennisscore indachtig.
In tijden waarin er haast bij elke topclub minstens één Belgische speler op de loonlijst staat, lijkt het evident dat er af en toe in het BBC-programma Match of the Day een landgenoot geprezen wordt, maar dat is het niet. Het is nog niet zo gek lang geleden dat we met een vergrootglas moesten speuren naar een Belg in de Premier League. Kompany was samen met Marouane Fellaini de eerste van deze generatie Rode Duivels die het Kanaal overstak. In 2008 was dat, vijf seizoenen geleden dus.
In die periode zijn er drie managers bij de Citizens de revue gepasseerd en was het een komen en gaan van spelers. Kompany echter bleef gewoon steeds als een rots in de branding, niettegenstaande clubeigenaar Sheikh Mansour uit de Verenigde Arabische Emiraten bij de rijkste mensen van deze planeet wordt gerekend en hij met één vingerknip zich een andere verdediger zou kunnen aanschaffen.
Dat de speler die zijn opleiding genoot bij Anderlecht sinds zijn komst in Manchester bijna altijd op een plek in de basiself kon rekenen, is evenwel niet zo gek. Het talent dat hem als jeugdspeler werd toegedicht kwam door blessureperikelen en privéproblemen bij zijn vorige werkgever Hamburg nooit helemaal aan de oppervlakte, maar bij Manchester City is Kompany sportief helemaal opengebloeid. Hij bezit de zeldzame gave dat hij kracht aan techniek koppelt. Als verdediger kan hij bikkelhard uithalen, maar eens hij de bal veroverd heeft, voegt hij ook wat extra’s toe. Daarom kunnen we het enkel maar toejuichen dat zijn nieuwe coach Manuel Pellegrini in tegenstelling tot zijn voorganger Roberto Mancini de Brusselaar meer offensieve vrijheid geeft.
Omwille van zijn prestaties en houding tijdens de wedstrijden is het dus niet verwonderlijk dat Vincent Kompany in het Etihadstadion tot de publiekslieveling nummer één is uitgegroeid. Ook omdat hij zoveel meer is dan een voetballer. De aanvoerder – zowel bij zijn clubteam als bij de nationale ploeg – bezit in het voetbalwereldje de uitzonderlijke eigenschap dat hij over een mening beschikt. Een mening over zijn sport, maar ook over de samenleving en hoe die in elkaar zou moeten zitten. En hij schrikt er bovendien niet van terug om die opinies kenbaar te maken en in daden om te zetten. Sinds dit seizoen is hij de drijvende kracht achter BX Brussels – de voetbalclub uit onze hoofdstad die ook een sociaal project wilt zijn – en eerder was hij ook reeds ambassadeur van SOS Kinderdorpen. Geen idee of er een marketingcampagne achter schuilgaat, maar als dat zo is, is het een verduiveld goede.
Want Kompany lijkt haast de perfectie te benaderen. Hij is de anti-Gascoigne. Nooit hoor je verhalen over hem over wilde nachtelijke uitstapjes, vrouwen of drank. Het meest bezwarende dat hem kan aangewreven worden is dat hij bij de Rode Duivels niet de meest punctuele speler is. Niet bepaald spectaculair. Spektakel bewaart hij echter voor op het veld. Zoals het een echte koning betaamt.