De staat van het voetbal

De bal is rond en de wedstrijd duurt negentig minuten

Maandelijks archief: januari 2015

Waarom het Antwerpse voetbal niet op sterven na dood is

“Nooit zat het Antwerpse voetbal dieper dan nu”. Het was afgelopen weekend in een Vlaamse krant de kop van een opmerkelijk stuk. Twee pagina’s lang werd er een ontnuchterende stand van zaken gemaakt van het voetbal in de noordelijkste provincie van ons land. Cijfermatig valt er tegen de analyse weinig in te brengen. Nog nooit kon een Antwerpse club een ticket bemachtigen voor play-off 1 en van de drie huidige vertegenwoordigers in de eerste klasse vinden we de eerste, KV Mechelen, pas op de elfde plaats terug.

Dat terwijl de provinciehoofdstad al twee seizoenen lang van voetbal op het hoogste niveau verstoken blijft. Beerschot, sinds 2013 omgedoopt tot Beerschot-Wilrijk, probeert zich na een tweede faillissement in veertien jaar tijd terug te knokken vanuit de kelders van het nationale voetbal, Antwerp dat een schuldenlast van ongeveer 22 miljoen euro met zich meetorst, verkommert al een decennium in de tweede klasse en wat betreft Berchem Sport moesten we de online zoekrobot raadplegen om op te zoeken sinds wanneer geel-zwart niet meer in de hoogste afdeling actief is, 1987 voor de quizzers. Geen fraai beeld dus voor de stad die pretendeert een metropool te zijn. Besluiten dat het voetbal in Antwerpen dood is, zeker in het geval van de koekenstad, is echter een brug te ver.

Zowel Beerschot-Wilrijk als Antwerp hebben zware tijden meegemaakt of zitten momenteels zelfs nog in financieel slechte papieren, maar aan de toeschouwersaantallen bij wedstrijden valt daar niets van te merken. Afgelopen zaterdagavond zaten er voor de derby tussen Beerschot-Wilrijk en de City Pirates uit Merksem opnieuw 8.000 toeschouwers in het Olympisch Stadion. Onwezenlijk voor vierde klasse, een afdeling waar de meeste clubs al tevreden zijn met 300 supporters. De tocht naar de Jupiler League zal nog enkele jaren in beslag nemen, maar wat betreft de sfeer zit het al snor op het Kiel.

Enkele kilometers verder in Deurne Noord laten de Antwerpfans zich ook niet afschrikken door de donkere jaren in tweede klasse. Desondanks al de sombere berichten over transferverboden, licentieperikelen en financiële problemen blijft de Bosuil aardig gevuld bij wedstrijden in eigen huis en op verplaatsing overstemmen de rood-witte supporters vaak de thuisaanhang. Beide clubs hebben dus een voldoende grote fanbasis om in eerste klasse mee te strijden met de top. Het potentieel van zowel Antwerp als Beerschot-Wilrijk ligt immers veel hoger dan hetgeen er nu bereikt wordt.

Er zijn bovendien nog andere factoren die er op wijzen dat het echt wel de goede kant kan uitgaan met het voetbal in Antwerpen. Naast de economische kracht van de bedrijfswereld en de haven, volstaat daarvoor een avondje Match of the Day kijken. Toby Alderweireld, Jan Vertonghen, Moussa Dembélé en Ritchie De Laet, allen actief in de Premier League zijn voor een groot deel opgeleid in Antwerpen en verder zijn ook andere Antwerpenaren als Radja Nainggolan en Thomas Vermaelen in het buitenland bij topclubs actief.

Alderweireld en co tonen aan dat Antwerpen geen voetbalwoestijn is. Door het sportief verval de afgelopen jaren hebben zowel de jeugdopleiding van Antwerp als die van Beerschot(-Wilrijk) rake klappen gekregen en bijgevolg amper werk kunnen maken van doorstroming van de jeugd naar het A-elftal, maar op de pleintjes in de stad blijft het van het talent bulken. Het is daar waar de meest pure vorm van het spelletje beoefend wordt dat de voedingsbodem ligt voor de toekomst van het Antwerpse voetbal. De kiemen zijn al gezaaid, nu is het nog wachten op een goede oogst.