De staat van het voetbal

De bal is rond en de wedstrijd duurt negentig minuten

Maandelijks archief: december 2011

Het verdriet van het voetbal

Voetbal is een mooie sport (al omschrijft Michel Wuyts het ten onrechte eerder als een spel). Het is een bron van vreugde voor miljoenen mensen over heel de wereld. Elk weekend weer kan je rond een voetbalveld de mooiste dingen bekijken, van het gemeentelijk stadion in Zwevegem tot Camp Nou in Barcelona.

Bij het openslaan van de sportpagina’s op maandag werd deze schoonheid abrupt doorbroken. Dit weekend zaten twee mensen uit de voetbalwereld zo diep in een put van verdriet dat ze geen ladder meer vonden om er uit te klimmen en kozen voor het meest onherroeplijke: een assistent-scheidsrechter in Tubeke en de Welshe bondscoach Gary Speed ondernamen een zelfmoordpoging. De eerstgenoemde kon nog gered worden, voor de laatste kon geen hulp meer baten. Bovendien probeerde vorige week in Duitsland Babak Rafati, een ref, zich van het leven te beroven.

De klassieke vraag die iedereen zich dan stelt is waarom. Zeker in het geval van Gary Speed werd iedereen die het voetbal een warm hart toedraagt met verstomming geslagen. Speed had er een rijk gevulde spelerscarrière opzitten bij clubs zoals Leeds, Everton en Newcastle. Nu was hij aan het werken aan zijn loopbaan als trainer. En met succes: als bondscoach van Wales realiseerde hij in het jaar dat hij de functie uitoefende mooie dingen. Hij was bezig met het bouwen aan een stevig team met een mix van jonge beloftevolle spelers (o.a. Gareth Bale en Aaron Ramsey) en ervaren rotten zoals Craig Bellamy. De resultaten waren navenant. Op enkele maanden tijd steeg de Welshe nationale ploeg meer dan zestig plaatsen op de Fifa wereldranking. Speed was bovendien geliefd door vriend en vijand in het voetbalmilieu.

Het zoeken naar oorzaken is zinloos, maar deze drama’s roepen wel vragen op. Waarom gaan mensen zo lang door, tot ze geen licht meer zien aan het einde van de tunnel? Waarom laten ze niets merken aan hun naaste omgeving? Gary Speed zat bijvoorbeeld een dag voor zijn dood nog lachend in het tv-programma ‘Football Focus’. Pijnlijk toevallig ben ik op dit moment de biografie van Robert Enke aan het lezen, de Duitse doelman die twee jaar geleden uit het leven stapte. Daarin wordt een poging gedaan om antwoorden te formuleren op de bovenstaande vragen. Ik en vele andere stellen zichzelf een mooie voetbalwereld voor, die gekenmerkt wordt door vriendschap, collegialiteit en sportiviteit. Het boek schetst echter een totaal ander, ontluisterend beeld. Binnenin de schil van de voetballerij heersen er minder fraaie waarden: doorgedreven ambitie en naakte resultaten delen de lakens uit. Wie daar niet aan voldoet, valt uit de boot. Zwakte wordt genadeloos afgestraft. Durfden Speed, Enke en jammer genoeg nog verschillende anderen daarom hun donkerste gedachten niet naar buiten brengen?

Net zoals het zoeken naar oorzaken, is het aanwijzen van een bepaalde schuldige nutteloos. Misschien moeten we allemaal (supporters, media, bestuursleden, etc.) eens naar onszelf kijken. Hoeft die verlammende druk er wel te zijn? Zijn kwetsende spreekkoren van fans over een speler of trainer wel nodig? Moet een weekblad een verkiezing van de slechtste scheidsrechter organiseren? Nadenken helpt soms.