De staat van het voetbal

De bal is rond en de wedstrijd duurt negentig minuten

Tag archief: Rusland

Bloed, zweet en tranen

Vanavond staan de Rode Duivels met een interland in en tegen Cyprus voor hun herstart van de kwalificatiecampagne richting het WK dat binnen twee jaar in Rusland plaatsvindt. Het officiële startschot hebben ze immers grandioos gemist. Vorige donderdag was misschien slechts een oefeninterland – een wedstrijd waar doorgaans weinig belang aan gehecht moet worden – maar de Rode Duivels hadden na een teleurstellend EK waar naast een unieke kans op een finaleplek werd gegrepen wat recht te zetten.

Iedereen wist dat een nederlaag tot de mogelijkheden behoorde tegen een van de sterkste elftallen op deze planeet, maar dat de Duivels zo inspiratieloos en ogenschijnlijk ongeïnteresseerd voor de dag kwam was omwille van de bovenstaande reden onvergefelijk. Dat er slechts 30.000 toeschouwers opdaagden, moest nochtans een duidelijke hint zijn dat de steun van het publiek ver reikt, maar niet eindeloos is. Wat al helemaal de wenkbrauwen deed fronsen, was het feit dat het merendeel van de spelers dat in de interviews na de wedstrijd onvoldoende leek te beseffen.

Daarom dat er vanavond in GSP-stadion zoveel meer op het spel staat dan louter drie punten. Natuurlijk kunnen Hazard en co alleen maar tevreden zijn met een overwinning tegen het nummer 86 op de FIFA-ranking – ook omdat er met Bosnië-Herzegovina in oktober voor de volgende opdracht een veel betere tegenstander zich aandient – maar ook de manier waarop de zege tot stand komt zal belangrijk zijn. Een topprestatie tegen Cyprus moeten we niet overschatten, maar negentig minuten lang bikkelen en het truitje nat maken is broodnodig om de steun voor de nationale ploeg bij het publiek niet helemaal te laten afkalven. Met welke tactiek en veldbezetting dat gebeurt is van ondergeschikt belang. De discussies daarover kunnen altijd later nog gevoerd worden. Eerst moeten de problemen bij de wortel worden aangepakt.

Voor bondscoach Roberto Martínez staat er echter ook heel wat op het spel. De Engelse Spanjaard verdient in principe alle tijd om een nieuw verhaal op te bouwen bij de nationale ploeg, maar de wedstrijd tegen zijn geboorteland donderdag was ongeveer de slechtst denkbare binnenkomer die tot de mogelijkheden behoorde. Opnieuw een domper kan Martínez missen als kiespijn. Dan wordt de rust die hij nodig heeft om te bewijzen dat hij een geschiktere coach is dan Marc Wilmots grondig verstoord en dreigt hij van evaluatiemoment naar evaluatiemoment te sukkelen. Een situatie waarin een langetermijnbeleid onmogelijk wordt.

Waarom we het uitvallen van Vincent Kompany niet moeten dramatiseren

Wat vorige woensdagavond reeds duidelijk leek, werd afgelopen weekend bevestigd: Vincent Kompany zal op EURO 2016 geen seconde in actie komen. Een nieuwe blessure – zijn vijfde dit seizoen reeds – verplicht de verdediger vier maanden aan de kant te staan.

Het uitvallen van Kompany is in de eerste plaats zeer slecht nieuws voor de speler zelf. Het feit dat de blessures elkaar in een hels tempo opvolgen is een teken aan de wand dat er iets serieus mis is. Wat er ongetwijfeld ook mentaal op zal inhakken. Kompany heeft het imago qua karakter niet uit zijn lood te kunnen geslagen worden, maar is ook maar een mens met twijfels en zorgen. Zijn leeftijd speelt hem wat dat betreft niet in de kaart. Op 10 april vierde de in Manchester residerende Brusselaar zijn dertigste verjaardag. Net dan is de gemiddelde voetballer op de top van zijn kunnen. Het EK in Frankrijk moest het hoogtepunt worden in de carrière van Kompany als aanvoerder van de Rode Duivels. Nu moet hij dat in het beste geval twee jaar uitstellen, wanneer de volgende WK-eindronde in Rusland wordt afgewerkt. Een eeuwigheid in topsport.

Een fitte Kompany heeft altijd een basisplaats in de nationale ploeg, maar wanneer het gaat over de ambities van de Rode Duivels moeten we geen moord en brand schreeuwen, nu de aanvoerder de wedstrijden in Frankrijk vanuit de tribune zal moeten volgen. Geen enkele individuele speler kan een ploeg op zichzelf Europees kampioen maken. Ook Kompany niet dus. Achteraan in de nationale ploeg beschikt niemand over het aura van King Kompany, maar is er wel voldoende talent, ervaring en branie aanwezig. Toby Alderweireld behoort tot de beste verdedigers van de Premier League en werd onlangs nog aan de andere kant van Het Kanaal in het elftal van het jaar gestemd en op Jan Vertonghen (80 selecties) en Nicolas Lombaerts (64 selecties) kan je ook een huis bouwen. Zij kunnen jong talent als Jason Denayer, Björn Engels en Jordan Lukaku ook prima aansturen.

De rol van Vincent Kompany als aanvoerder binnen de nationale ploeg moeten we immers ook niet overdrijven, een rol die trouwens in het verleden door zijn teamgenoten zelf in twijfel werd getrokken. Nagenoeg alle Rode Duivels spelen elk weekend in de beste competities van Europa op het hoogste niveau. Hen krijg je niet zo snel meer van de wijs en ze beschikken ook niet over minder ervaring dan Kompany. Marc Wilmots moet dus niet in een paniekerige kramp schieten. Vanaf 19 mei heeft hij met stages en oefeninterlands tegen Zwitserland, Finland en Noorwegen voldoende tijd om de eerste groepsmatch tegen Italië op 13 juni in Lyon voor te bereiden.

 

De spade moet in de grond

Uiteindelijk heeft het er nog om gespannen, maar de KBVB en in het bijzonder CEO Steven Martens, die de afgelopen weken in zwaar weer verzeild was geraakt, kunnen uiteindelijk opgelucht ademhalen. Brussel is een van de gaststeden voor EURO 2020. De enige smet op de feestelijke stemming was dat de UEFA geen kwartfinale veil had voor de Belgische kandidatuur, maar daar speelden ook andere factoren een rol. Ons land beschikte niet over een vertegenwoordiger in het stemgerechtigde Uitvoerend Comité en Azerbeidzjan en Rusland hadden met respectievelijk Socar en Gazprom twee invloedrijke sponsors van de UEFA achter de hand. Als de olieroebels boven worden gehaald, wordt het moeilijk om te concurreren. Als je dat op een legale manier wilt doen alleszins.

Een hoera is echter heus wel op zijn plaats. Als hoofdstad van Europa en met een nationale ploeg die momenteel de vijfde stek bekleedt op de FIFA-ranking slaat Brussel geen slecht figuur tussen de twaalf andere gaststeden. Dat er meteen vooruit moet worden gekeken is evenwel ook duidelijk. Het stadiondossier belooft immers nog een heet hangijzer te worden. Op politiek vlak lijkt alles in orde voor een nieuwe tempel op Parking C van de Heizel, maar er moeten nog steeds privé-investeerders gezocht worden en de buurtbewoners dreigen ook dwars te liggen. Om over de rol van Anderlecht nog maar te zwijgen. Dat de Brusselse club zijn intrek zou nemen in het nieuwe stadion is niet naar de zin van Club Brugge dat spreekt over concurrentievervalsing en de Pro League is eveneens not amused dat ze daar niet officieel van op de hoogte werd gesteld. Om alle neuzen in dezelfde richting te krijgen zal nog veel diplomatie nodig zijn.

Het is haast symbolisch voor de Belgische stadionpolitiek. Met uitzondering van AA Gent kreeg geen enkele club de afgelopen jaren een project voor een nieuw onderkomen van de grond. Een slechte zaak voor ons voetbal. Momenteel beantwoordt geen enkel Belgisch stadion aan de normen om een Europa League- of Champions League-finale te organiseren en interlandvoetbal in het Koning Boudewijnstadion is enkel mogelijk dankzij een tijdelijke uitzonderingsmaatregel van de UEFA.

Op het vlak van prestige een beschamende vaststelling, maar het gaat ook verder dan dat. Moderne infrastructuur is broodnodig voor clubs om hogere inkomsten te genereren. In het buitenland hebben ze dat al begrepen, zelfs bij de meer bescheiden voetballanden. Donderdag nog speelde Lokeren in de Europa League tegen Legia Warschau –bezwaarlijk een Europese reus te noemen – in het imposante Wojska Polskiegostadion dat 31.800 fans kan herbergen. Wil het Belgisch voetbal die achterstand nog proberen goed te maken of zijn voorsprong behouden op nog minder gefortuneerde landen, dan is het tijd voor actie. De spade moet in de grond.

Geen kansloze missie

Helemaal zeker is het nog niet, maar normaal gezien wordt Frank Vercauteren de nieuwe coach van Racing Genk. Enigszins verrassend, omdat de Brusselaar drie jaar geleden met slaande deuren vetrok bij de Limburgse club naar het Midden-Oosten en pas sinds juni aan het roer stond bij de Russische tweedeklasser FC Krylia Sovetov Samara. Het toont nog maar eens de relativiteit aan van de waarde van een contract in de wereld van het voetbal. Georges Leekens is voor minder door het slijk gehaald toen hij op een zonnige zondagmiddag bekendmaakte zijn baan als bondscoach van de Rode Duivels op te geven voor een plekje op de bank bij Club Brugge. Vercauteren kan alvast niet het argument gebruiken dat zijn werk voor 90 procent af was in de Russische miljoenenstad.

De voormalige Rode Duivel staat voor een moeilijke opdracht in de Cristal Arena. In het begin van de afgelopen competitie moest je voor het mooiste voetbal in België aan de Genkse mijnterrils zijn, maar daarna ging het snel bergaf met de Limburgers. Een val die bovendien nog bezig lijkt te zijn. Tegen KV Mechelen werd een futloos Genk kinderlijk uit elkaar gespeeld en tijdens de eerste thuismatch van het seizoen tegen Cercle Brugge leek het elftal haast met de daver op het lijf te voetballen. Ook al is de competitie nog maar twee speeldagen ver, een ploeg die play-off 1-ambities heeft moet in confrontaties met bescheiden tegenstanders meer kunnen oogsten dan een één op zes.

De omstandigheden waarin Vercauteren in Genk aan de slag moet, zijn ook niet eenvoudig. Het ontslag van coach Emilio Ferrera legde de verdeeldheid in de bestuurskamer nog maar eens bloot en de spelers zelf leven ook op gespannen voet met elkaar. Jelle Vossen zette zich buitenspel door zijn vruchteloze zoektocht naar een nieuwe club, Jeroen Simaeys mag andere oorden opzoeken na enkele negatieve uitlatingen in de media en met het aantrekken van Hervé Kage haalt de club zich ongetwijfeld nieuwe problemen op de hals. Kage zorgde immers zelf meermaals voor hommeles in de kleedkamer van zijn vorige werkgever AA Gent en is een van de beste vrienden van een van de grootste Genkse onruststokers Ilombe Mboyo. Frank Vercauteren erft met andere woorden een club die momenteel op een vulkaan leeft.

Helemaal kansloos is de missie van Vercauteren echter niet. Vorig jaar leverde hij als crisismanager met beperkte middelen goed werk bij KV Mechelen en in 2009 stond hij na het vroege ontslag van Hein Vanhaezebrouck voor een gelijkaardig scenario als nu bij de Limburgse ploeg, die hij een jaar later naar de titel zou loodsen. Opnieuw kampioen worden is met deze spelersgroep zonder uitzonderlijke talenten zoals Thibaut Courtois en Kevin De Bruyne nagenoeg uitgesloten, maar met zijn ervaring moet Vercauteren in staat zijn de club opnieuw er bovenop te krijgen. Totdat de lokroep van de oliedollars of roebels weer te groot wordt tenminste.

 

Geen eindpunt

Na drie weken WK hebben de Rode Duivels opnieuw voet op Belgische bodem gezet. Vele fans hadden ze liever een week later zien aankomen, maar het is niet anders. De prestatie tegen Argentinië rechtvaardigde geen plek in de halve finales.

De 1-0 van Higuaín kwam door een afgeweken bal ongelukkig tot stand, maar laten we niet onder de mat schuiven dat Kompany en co vanaf het eerste fluitsignaal door de Argentijnse tegenstander stevig onder druk werden gezet. En niets liet uitschijnen dat de Zuid-Amerikanen die houdgreep zouden gelost hebben, indien een brilscore op het bord zou hebben blijven staan. Vervolgens werd nog maar eens duidelijk dat de Duivels steeds in de problemen komen als een tegenstander zich massaal terugtrekt. In negentig minuten voetbal noteerden we slechts drie (halve) kansjes: een schot van De Bruyne dat te centraal gericht was, een kopbal van Mirallas die naast het doel belandde en Lukaku die ongelukkig voor een voorzet koos in plaats van zijn eigen kans te gaan. Te weinig om op dit niveau succes te oogsten.

Een speler als Eden Hazard had daarvoor met zijn creativiteit een oplossing kunnen bieden, maar hij trok tegen Argentinië de lijn van zijn tegenvallend WK verder door. Slechts één keer zagen we een teken van de klasse van het nummer tien: zijn actie die de 1-0 tegen Rusland inluidde. In de overige wedstrijden beet hij echter steeds zijn tanden stuk op de verdediging. De Hazard die rond januari de pannen van het dak bij Chelsea speelde, is in Brazilië nooit komen bovendrijven.

Toch zou het niet fair zijn om de zwarte piet – als die term nog gebruikt mag worden tenminste – door te schuiven naar Hazard. Het is fysiek onmogelijk een speler een seizoen lang zeventig wedstrijden op een even hoog niveau te laten afwerken. En bovendien is het verdomd handig om over iemand te kunnen beschikken die op zijn eentje een defensie kan openbreken, maar een ploeg afhankelijk laten zijn van één individu houdt altijd grote risico’s in. De Rode Duivels hadden ook kunnen opteren voor het collectieve, maar we begrijpen nog steeds niet waarom Marc Wilmots op training niet meer aandacht besteedt aan looplijnen en andere tactische ingrepen. Wat dat betreft is het een nadeel dat een nationale ploeg doorheen het jaar slechts op enkele momenten samenkomt, maar tijdens de zeven afgelopen weken had er meer gefocust kunnen worden op automatismen.

Deze WK-campagne als mislukt bestempelen zou ook niet eerlijk zijn. Als we Argentinië bejubelen voor hun verdedigende maar realistische aanpak tegen België, moeten we hetzelfde doen voor de Duivels. Uitgezonderd het penaltydoelpunt tegen Algerije slikten de Belgen in de reguliere speeltijd van de vijf afgewerkte wedstrijden slechts één doelpunt. En waar we drie jaar geleden met zijn allen blij waren dat het nationale team tot op de laatste speeldag meestreed voor een plek in de barrages van de kwalificatieronde voor Euro 2012, hebben de troepen van Marc Wilmots zich nu bij de beste acht ploegen wereldwijd geknokt. Mensen vergeten snel.

Bovendien is dit geen eindpunt. Nu al was de Belgisch selectie een van de jongste op dit WK en met Thorgan Hazard, Junior Malanda, Michy Batshuayi en nog enkele anderen staat er heel wat jong talent te trappelen aan de deur. Natuurlijk hebben de Rode Duivels nog veel te leren – een echte topploeg werd er onder Marc Wilmots nog niet verslagen – maar de voedingsbodem is zeker aanwezig. De voldoende waarmee de Duivels het WK afsluiten zou na de volgende grote afspraak, Euro 2016, dus wel eens in een onderscheiding kunnen veranderen.

Sequel

Een wedstrijd die zo uit een Hollywoodfilm zou kunnen komen, de kwartfinale van de Rode Duivels tegen uitgerekend de VS kon niet beter omschreven worden. Alle elementen waren aanwezig: actie, spanning en op het einde de ontlading. Alleen de Amerikanen waren voor een keer als de bad guys gecast.

Of Kompany en co over enig acteertalent beschikken betwijfelen we, maar hun prestatie dinsdag komt zeker in aanmerking voor een Oscar. Een groepsfase lang leken de Belgen met de rem op te spelen, maar tegen Amerika werd het gaspedaal stevig ingetrapt. Aanvalsgolf na aanvalgolf volgde en achterin werd er behalve een reuzenkans voor Chris Wondolowski op het einde van de reguliere speeltijd en een alles-of-niets-offensief van de VS in het slot van de verlengingen weinig tot niets weggegeven. De overdrijving is de sluipende moordenaar van de journalistiek, maar dit waren ongetwijfeld de sterkste 120 minuten van de Duivels onder de leiding van bondscoach Marc Wilmots.

De held in de blockbuster van de Duivels was ongetwijfeld Romelu Lukaku. De sterkste verhalen in de sport gaan altijd over revanche en dat is bij Lukaku niet anders. Weggehoond na zijn zwakke prestaties tegen Algerije en Rusland en daarbovenop nog eens bekritiseerd voor zijn gedrag bij zijn wissel in de match tegen de Russen, maar zijn invalbeurt tegen de VS mocht gezien worden. Bijna elke keer als de Evertonspits de bal kreeg, kon hij er gevaar uit puren en met zijn assist voor Kevin De Bruyne en even later zijn eerste WK-treffer werd hij de man van de wedstrijd. Het bewijs dat wanneer Lukaku in een match zit waarin de ruimte voor hem ligt – zodat hij zijn snelheid en kracht kan uitspelen -hij een uiterst dodelijk wapen is. Een tank op noppen.

Die tank zal de nationale ploeg vandaag tegen de Argentijnen meer dan nodig hebben, want de opdracht belooft zwaar te worden. Al kon het Zuid-Amerikaanse land op dit tornooi nog op geen enkel moment overtuigen en heeft de tweevoudige wereldkampioen op de afgelopen eindrondes ook niet al te veel klaargespeeld, met Ángel di María, Ezequiel Lavezzi, Gonzalo Higuaín, Sergio Agüero en Lionel Messi beschikt het offensief over een indrukwekkend wapenarsenaal. De Duivels zullen hun prestatie van de achtste finales dus minstens moeten bevestigen om zich een ronde verder te knokken en bovendien hun efficiëntie opkrikken.

Helemaal onmogelijk is dat niet. De vreugde na de kwalificatie voor de kwartfinales was dinsdag na het laatste fluitsignaal groot in het Belgische kamp, maar de focus werd er al gauw op de wedstrijd tegen Argentinië gelegd. De honger lijkt nog niet gestild. Een sequel is zelden beter dan de oorspronkelijke film, maar in het geval van de Duivels zou dat wel eens anders kunnen zijn.

Resultaten

Zou Frank Vercauteren morgen in het Russische Samara waar hij als coach aan de slag is bij de plaatselijke tweedeklasser Krylia Sovetov aan zijn tv-scherm gekluisterd zitten wanneer de Rode Duivels het in hun achtste finale op het WK opnemen tegen de VS? En wat zou hij dan denken? Vijf jaar geleden toen hij zijn ontslag gaf na een ontluisterende nederlaag op bezoek bij voetbaldwerg Armenië was zijn oordeel alvast vernietigend. “Je kan blijven praten en lullen, maar anderen moeten ook hun verantwoordelijkheid opnemen”, haalde hij uit. “Met deze ploeg kan ik me niet meer vereenzelvigen.”

Een dieptepunt voor het Belgisch voetbal, maar het symboliseert hoe sterk de nationale ploeg de afgelopen tijd is gegroeid. Met voor een groot deel dezelfde groep – tegen Armenië zaten er acht Duivels in de selectie die er in Brazilië nu ook bij zijn en Vermaelen, Fellaini, Kompany, Vertonghen en Witsel waren er toen in Jerevan omwille van schorsingen en blessures niet bij – heeft het team het tot in de knock-outfase van het WK geschopt. Wie dat een half decennium geleden zou hebben voorspeld, zou met pek en veren het land zijn uitgezet.

Om nog verder door te stoten krijgt de nationale ploeg tegen de VS een unieke kans. Ook al overleefden de Amerikanen een stevige poule met tegenstanders Ghana, Portugal en Duitsland en is het een team dat nooit opgeeft, de Rode Duivels zijn aan hun huidige status verplicht zonder veel bibbergeld te betalen de deur tot de kwartfinale open te trappen.

Met of zonder Vincent Kompany. De aanvoerder en het gezicht van deze groep kan in elk team zijn plaats opeisen en is zowel defensief als offensief van goudwaarde, maar helemaal onmisbaar zal hij tegen de VS niet zijn. Daniel Van Buyten bewijst op dit WK dat hij van de huidige lichting de speler is met het grootste palmares en Nicolas Lombaerts speelde tegen Zuid-Korea ook een meer dan verdienstelijke partij. Eventueel kan op lange termijn de blessure van Kompany in combinatie met de onbeschikbaarheid van Anthony Vanden Borre, de eveneens onzekere Thomas Vermaelen en Laurent Ciman en de gele schorsingen die dreigen voor Jan Vertonghen en Toby Alderweireld wel een probleem vormen, maar dat is bij de overige ploegen niet anders. Een WK is slopend voor iedereen.

Of de zege tegen de VS nu met of zonder mooi voetbal gepaard gaat, maakt ook weinig uit. Het klopt dat de Duivels tegen Zuid-Korea net zoals in hun andere groepswedstrijden de neutrale voetbalfans met een onvoldaan gevoel naar huis hebben gestuurd, maar dat zal Marc Wilmots terecht worst wezen. Topsport draait om resultaten en dat heeft de bondscoach goed begrepen.

Een negen op negen en tot nu toe slechts één tegendoelpunt dat bovendien nog via een strafschop werd gescoord, een beter rapport na de eerste ronde is haast onmogelijk. En dan vergeten we nog de statistieken uit de kwalificatiecampagne. Slechts twee gelijke spelen en vier tegentreffers in tien wedstrijden vallen niet te verklaren door toeval. Het zijn de vruchten van het werk van een groep die op dit moment zijn plaats verdient in de kwartfinales van een WK.

Tweede zit

Europa kreunt onder de Zuid-Amerikaanse WK-zon. Het continent dat de bakermat vormt van het voetbal heeft met Kroatië, Spanje, Italië, Engeland en Bosnië-Herzegovina al vijf teams zien terugkeren na de eerste ronde van het WK en daar blijft het waarschijnlijk niet bij. Portugal en Rusland balanceren op de rand van de uitschakeling en zelfs Duitsland kan – mits een grote dosis pech weliswaar- vanavond nog huiswaarts gestuurd worden.

Vooral de eliminatie van Spanje, Italië en Engeland doet de wenkbrauwen fronsen. Samengeteld zijn de grootmachten, die de sterkste competities ter wereld herbergen goed voor vier Europese titels en zes WK-eindoverwinningen. Opmerkelijk dus, maar de uitschakeling van de drie landen was niet onverdiend. In de groepsfase scoorden ze samen 7/27, een flinke tweede zit.

Of het om een structureel probleem gaat, valt moeilijk aan te tonen – een WK is immers een momentopname dat slechts om de vier jaar wordt georganiseerd – maar de bestuurskamers in Londen, Rome en Madrid maken maar beter werk van de toekomst. Natuurlijk speelt de toenemende concurrentie veroorzaakt door de mondialisering van de sport ook een rol, maar feit blijft dat Engeland al jaren ter plaatse lijkt te trappelen op internationaal niveau en dat vooral Italië en Spanje over een selectie beschikken, waarvan de sleutelspelers veteranen zijn van vele oorlogen. Te veel oorlogen misschien. Buffon, Pirlo, Xavi en Torres zijn monumenten, maar met oog op de volgende EK en WK’s moet er niet meer op hen gerekend worden.

In het geval van Spanje lijkt die wissel van de wacht geen probleem. De jeugdploegen van La Furia Roja grossieren in Europese titels zoals andere stervelingen postzegels verzamelen en op wereldkampioenschappen praat de Spaanse jeugd ook vaak een hartig woordje mee. Maar bij Engeland en Italië liggen de kaarten anders. De spelers van wereldniveau zijn bij de Azzurri en de Three Lions op één hand te tellen en van een echte doorstroming leek de afgelopen jaren alvast geen sprake.

Dat het groot aantal buitenlanders in de competities de verjonging van de nationale ploegen niet bepaald bevordert klopt, maar op dat fenomeen moeten we ons niet blindstaren. Ook al is de 6+5-regel van de FIFA die meer kansen aan eigen jeugdspelers wilde geven een stille dood gestorven wegens in strijd met de Europese wetgeving, niets belet de nationale bonden om echt werk te maken van een doordacht jeugdbeleid.

Engeland en Italië kunnen een voorbeeld nemen aan hun Duitse collega’s die na hun pijnlijke exit met één schamel punt op Euro 2000 een paleisrevolutie doorvoerden. Onder meer strengere regels voor de clubs, onafhankelijke voetbalacademies en een grotere focus op tactische en technische training hebben ervoor gezorgd dat onze oosterburen het laatste decennium hun plaats aan de top opnieuw hebben ingenomen. De WK-gebuisden weten dus wat hen te doen staat. Al komt dat misschien nog te vroeg, het EK van 2016 in Frankrijk piept als eerste herexamen reeds om de hoek.

Rik De Saedeleer

“Er is gefloten en de Russen liggen eruit!” Acht legendarische woorden van Rik De Saedeleer, 28 jaar geleden na het laatste fluitsignaal in de partij van de Rode Duivels tegen de toenmalige Sovjet-Unie. De context was gisteren lichtjes anders – het team van bondscoach Fabio Capello kan een verbanning naar Siberië nog vermijden mits een zege tegen Algerije – maar het belang van de drie punten die Kompany en co sprokkelden, komt toch aardig in de buurt van de Belgische zege in het Mexicaanse León die in het collectieve geheugen van miljoenen voetbalfans gegrift staat.

Desondanks velen vooraf een zes op zes na twee partijen logisch achtten, is de overwinning dankzij het doelpunt van Origi een godsgeschenk. Voor het eerst sinds 1982 kan ons land poulewinnaar worden op een WK en zonder al te veel kopzorgen naar de laatste groepswedstrijd tegen Zuid-Korea toeleven. Een positie waarvoor het team door vele andere landen ongetwijfeld benijd wordt.

Die relatieve rust zal nodig zijn, want het spelniveau bij de Belgen was tegen Rusland opnieuw niet goed. Net zoals in hun openingsmatch leken de Duivels met lood in de schoenen te spelen. De frivole voetbalvreugde die deze generatie kenmerkt was helemaal afwezig. We moeten ook vaststellen dat de verdediging amper iets weggaf – de defensie van Courtois incasseerde in twee groepsmatchen tot nu toe het minst aantal schoten op doel van alle deelnemende landen – maar op dit moment speelt de ploeg tegen zijn natuur in. De echte Rode Duivels hebben we na elf dagen WK nog steeds niet gezien.

De verpersoonlijking van dat probleem is Romelu Lukaku. De Lukaku die bij Everton afgelopen seizoen in 33 wedstrijden zestien doelpunten scoorde en tijdens de WK-voorbereiding bij de nationale ploeg ook de weg naar de netten gemakkelijk vond, lijkt niet op het vliegtuig naar Brazilië te zijn gestapt. In plaats daarvan stond er tegen Algerije en Rusland telkens een spits aan de aftrap die vooral problemen met zichzelf had, die zichzelf te hoge verwachtingen oplegde.

De uithaal naar Marc Wilmots bij zijn wissel was wat dat betreft eigenlijk perfect te voorspellen. Een profspeler onwaardig, maar al te zwaar mogen we er niet aan tillen. Op de eindronde van elk WK gebeurt er wel iets in het Belgische kamp dat voor deining op de journalistieke oceaan zorgt. Een stormpje dat vervolgens weer gaat liggen. Bovendien mogen we ook niet vergeten dat desondanks Romelu Lukaku in 2009 bij Anderlecht zijn debuut bij de profs maakte en een jaar later zijn eerste stappen zette bij de Rode Duivels, hij nog altijd maar 21 jaar is. Dan moet je nog heel wat leergeld betalen.

De begripvolle houding van Wilmots tegenover het “probleem Lukaku” – als er al een probleem is – was daarom goed gekozen. Intern zal de bondscoach heus wel een hartig woordje gesproken hebben met zijn poulain, maar naar buiten toe brengt het geen zoden aan de dijk om de aanvaller die met zichzelf in de knoop ligt op zijn plaats te zetten. Wilmots beseft ook wel dat hij vooraan niet zoveel wisselmogelijkheden heeft, maar misschien moet hij tegen Zuid-Korea Divock Origi laten starten en Lukaku na een uur er in brengen nadat zijn Koreaanse tegenstander al wat minder fris zit. Op die manier een doelpunt scoren zal bevrijdend werken voor de Evertonspits. “Hij is er door”, zou Rik De Saedeleer ongetwijfeld roepen zoals de commentator dat deed op het WK van 1982 in Spanje na de legendarische rush van de toen eveneens getroebleerde Jan Ceulemans tegen Hongarije.

Voetbal is aan de durvers

Meestal moet een land banken in nood redden, maar dinsdag was het omgekeerd. De bank in de wedstrijd van de Rode Duivels tegen Algerije heeft een ganse natie gered. Wat een mooi feest moest worden, leek 70 minuten lang uit te monden in een zware kater, maar invallers Marouane Fellaini en Dries Mertens wendden een sombere avond af en vermeden zelf een zware hypotheek op de rest van het tornooi. Meteen moeten achtervolgen in een competitieformule waarin er slechts drie groepswedstrijden worden afgewerkt, had dodelijk kunnen zijn.

De late ommekeer tegen Algerije zegt veel over de breedte van deze groep Rode Duivels. Het is en blijft een cliché, maar een team is pas zo goed als zijn zwakste schakel. Dat een speler van Manchester United en een van Napoli niet op een basisplaats kunnen rekenen is dus enerzijds een geruststelling. En dan vergeten we nog even dat andere toppers als Januzaj en Mirallas ook langs de zijlijn moesten toekijken.

Maar anderzijds kunnen we de redenering ook omdraaien. Net zozeer we Marc Wilmots kunnen loven voor zijn gouden wissels, kunnen we vragen stellen over zijn basiself. Waarom is Dries Mertens eerder geschikt als invaller dan als startende speler? Alsof de Leuvenaar zijn kwaliteiten zou verliezen met het idee dat hij er negentig minuten tegenaan moet. Waarom werd een eerder controlerende pion als Moussa Dembélé voor de leeuwen gegooid in een wedstrijd waarin het vooral op neer kwam de stugge Algerijnen met snelheid te slopen? En waarom werd Kevin De Bruyne pas in de tweede helft centraal op het middenveld gepositioneerd in plaats van op de flank? Het waren tactische keuzes die de Rode Duivels drie gouden punten had kunnen kosten.

Want dat mogen we niet vergeten. Ook al liep het in de tweede helft veel beter bij de Duivels en blijft het positief dat een vroege achterstand ze mentaal niet kon kraken, een onderscheiding hebben Kompany en co in de wedstrijd tegen de Algerijnse Woestijnvossen niet behaald. Scouts van WK-favorieten Duitsland en Brazilië zullen niet onder de indruk zijn geweest. Net zoals in de voorbije oefeninterlands werd er te weinig diepgang gezocht en lag de uitvoeringssnelheid te laag. Voetbal is aan de durvers. Nog maar eens een pass opzij levert niets op. Zeker niet tegen een tegenstander die daardoor nog meer tijd krijgt om zich in te graven.

Laat het een wake-upcall zijn voor de wedstrijd tegen Rusland. Zondag zal het sowieso beter moeten. Het valt te betwijfelen of de Russen even zeer in hun schulp zullen kruipen als hun Algerijnse collega’s, maar dat het team van bondscoach Fabio Capello over meer kwaliteit beschikt, staat wel als een paal boven water.