De staat van het voetbal

De bal is rond en de wedstrijd duurt negentig minuten

Maandelijks archief: februari 2013

Introspectie

‘Wie is Robbie Rogers?’ was tot afgelopen donderdag hoogstens een quizvraag, waarop enkel mensen die van Wikipedia hun officiële verblijfplaats hebben gemaakt, het antwoord kennen. Als voetballer heeft de Amerikaan uit Californië een aardige carrière uitgebouwd, maar een nieuwe Messi was hij niet. In de VS verdiende hij aardig zijn sporen in de hoogste afdeling en hij vertegenwoordigde ook zijn land op de Olympische Spelen in Peking. In Europa had hij het echter moeilijker: een passage bij Heerenveen mislukte en tot het einde van vorig jaar werd hij uitgeleend door de Engelse tweedeklasser Leeds United aan provincieclubje Stevenage. Maar Rogers haalde afgelopen vrijdag met ander nieuws de krantenpagina’s.  De voetballer outte zich als homo en besliste meteen om een punt te zetten achter zijn carrière. “Mijn geheim is weg”, lichtte de speler zijn beslissing toe. “Ik ben nu een vrij man.”

Wat hij er echter ook bij vermeldde: “Tijdens de afgelopen vijfentwintig jaar ben ik te bang geweest om te tonen wie ik echt ben.” Angst in de wereld van het voetbal. Het zou niet mogen, maar het is de harde realiteit.

Voetbal wordt wereldwijd door miljoenen mensen gespeeld, maar grote spelersnamen die uit de kast komen als homo zijn op één hand te tellen. Ergens is dat ook niet verwonderlijk als je weet wat er met een van de eerste bekende homoseksuele voetballers is gebeurd. De Engelse prof Justin Fashanu outte zich in 1990, maar betaalde daar een hoge prijs voor. Uitgespuugd door de voetballerij zakte zijn carrière ineen en hij werd bovendien ook valselijk beschuldigd van aanranding van een zeventienjarige jongen.  Uppercuts van jewelste, die Fashanu k.o. mepten. Op 2 mei 1998 werd hij dood aan een touw teruggevonden in een garage.

Of Rogers ook een uppercut vreesde en daarom stopte met voetballen is niet duidelijk. Wat evenwel wel zonneklaar is, is dat de voetbalwereld met een huizenhoog probleem zit. Veel groter dan gok- en andere schandalen: het weigeren aanvaarden dat mensen verschillend zijn. En dat is jammer genoeg enkel zo op of rond een voetbalveld. In het rugby bijvoorbeeld zijn er wel bekende homoseksuele spelers, die zonder kritiek of haat van de buitenwereld uit de kast kunnen komen.

De actie die Vlaams minister Pascal Smet in september vorig jaar aankondigde is een eerste stap in de goede richting om iets aan het probleem te doen. Smet wil in samenwerking met de voetbalbond een meerjarenplan opstellen om homofobie in het voetbal aan te pakken. Maar er is meer nodig dan een maatregel die in een van de 209 landen die lid zijn van de FIFA van bovenaf wordt opgelegd. Net zoals enkele maanden geleden tijdens de discussie over voetbalgeweld na de dood van de Nederlandse grensrechter Richard Nieuwenhuizen, dwingt een introspectie zich op bij alle betrokken actoren: spelers, trainers en fans. Als voetballiefhebbers moeten we vertrekken vanuit hetgeen dat ons bindt, namelijk de liefde voor het spelletje. Dan maakt het niet uit wie je bent of wat je voorkeuren op eender welk vlak zijn. Niet de beleidsmakers moeten het klimaat creëren waarin iedereen zich thuis voelt, maar het voetbal zelf. Alleen op die manier geraken we vooruit. En kan elke voetballer of voetbalster gewoon doen wat hij of zij graag doet: tegen een bal trappen.

De d van degelijkheid

Vriendschappelijke wedstrijden zijn zoals de blinde darm van het menselijk lichaam. Niemand weet goed waarvoor ze dienen. Een bondscoach kan dan immers slechts drie dagen over zijn selectie beschikken. Veel kan je in die periode niet veranderen. En de vele wissels tijdens zulke wedstrijden zijn ook niet positief voor het spelniveau.

Toch werden we woensdagavond in het Jan Breydelstadion aangenaam verrast. De oefenpot van de Rode Duivels tegen de stugge Slovaken was een aangenaam kijkspel. Toch in ieder geval tijdens de eerste zestig minuten, waarin technische hoogstandjes hand in hand gingen met Belgische dominantie. Tussen de Rode Messi’s en Ronaldo’s liet ook iemand anders zich positief opmerken: Daniël Van Buyten. Big Dan moest centraal in de defensie de afwezigheid van Kompany en Vermaelen mee helpen opvangen en deed dat perfect. Defensief konden we hem op geen enkel foutje betrappen en aanvallend zorgde hij voor het nodige gevaar.

Akkoord, de prestatie van de uit de kluiten gewassen Henegouwer moet nu ook weer niet worden onderscheiden met een Nobelprijs, maar Van Buyten verdient de lof die hij toekomt. Al te vaak wordt hij snoeihard aangepakt in de media. Remember België-Duitsland van enkele jaren geleden, waarbij hij door het versturen van één slechte pass deels aan de oorzaak lag van de 0-1 nederlaag. De kranten ontploften toen haast. Tientallen pagina’s werden er aan besteed: ex-voetballers en –trainers kregen een podium om de verdediger deskundig neer te sabelen, columnisten zaten in een race om elkaar te overtreffen qua strafste taalgebruik (‘landverrader’, ‘sluit de grenzen’, etc.) en lijstjes met eerdere fouten van hem werden bovengehaald. Dat de Belgen voorafgaand aan het doelpunt van de Duitsers al een tijdje geen bal meer geraakt hadden en een nederlaag daardoor bijna onvermijdbaar werd, werd vakkundig verzwegen.

Op basis van enkele fouten Van Buyten omdopen tot Van Blunder is intellectueel oneerlijk. Want we zouden het haast vergeten: de centrale verdediger heeft tot nu toe een aardig palmares bij elkaar gevoetbald. Al zes seizoenen speelt hij bij topclub Bayern München, waarmee hij twee keer landskampioen werd, evenveel keer de Duitse beker won en als enige landgenoot tot nu toe een finale van de Champions League speelde. Bij de Rode Duivels is hij bovendien samen met Timmy Simons de meest ervaren speler. En voor een verdediger beschikt hij over de uitzonderlijke gave dat hij een neus voor doelpunten heeft: negentien treffers voor Bayern, tien voor de nationale ploeg. Niet bepaald allemaal statistieken van een cafévoetballer. Al zal Roger De Vlaeminck daar waarschijnlijk anders over denken.

Van Buyten heeft echter de pech dat hij een verdediger is. Achterhoedespelers zijn altijd vatbaar voor meer kritiek dan hun collega’s vooraan op het veld. Hun taak is immers doelpunten vermijden, wat minder ‘zichtbaar’ is dan de bal tegen de netten te rammen. Bovendien is Van Buyten ook niet de meest sierlijke verdediger. In een ploeg zoals de Rode Duivels met veel technisch hoogbegaafde spelers valt dat extra hard op. Bij hem geen rabona’s of panenka’s, de d in zijn voornaam staat gewoon voor degelijk. Volgens ons minstens een even belangrijke letter  als de e van elegant en Eden Hazard.