De staat van het voetbal

De bal is rond en de wedstrijd duurt negentig minuten

Maandelijks archief: juli 2014

Spaghettiwestern

Vanavond begint met de Waalse derby Standard-Charleroi een nieuwe jaargang in de Belgische competitie, al moet die aftrap grondig genuanceerd worden. Ondanks de voorbereiding die voor het grootste deel van de clubs reeds midden juni begon, staan veel eersteklassers en in het bijzonder de topploegen nog voor een berg huiswerk. Op het vlak van uitgaande transfers was er heel wat bedrijvigheid in de Jupiler Pro League, maar kwalitatieve vervangers zijn op de verschillende trainingsvelden nog niet te bespeuren. De beschikbare euro’s worden angstvallig in kas gehouden.

Helemaal onlogisch is dat niet. De transfermarkt is nog meer dan een maand open en slaagt na Nieuwjaar opnieuw de tenten op. Clubs hebben dus nog tijd genoeg om de noodzakelijke versterkingen binnen te halen. Pas in april bij het begin van de play-offs gaat het om de knikkers. Al hetgeen dat daar aan voorafgaat is niet meer dan een middelmatige spaghettiwestern. De cowboys kijken elkaar in de ogen in afwachting dat een van hen de trekker overhaalt.

Hoewel de houding van de ploegen begrijpelijk is, komt het het algemene niveau van ons voetbal niet ten goede. De waan van de dag regeert, een beleid op lange termijn wordt zeer moeilijk. Voor de trainers is het steeds starten en opnieuw beginnen. Aangezien het zwaartepunt van de competitie er pas binnen een dikke acht maanden staat aan te komen, houden we ons hart vast voor de prestaties van de Belgische teams in Europa. Vroege Europese uitschakelingen door een grijze muis zoals vorig seizoen Club Brugge overkwam of enkele pandoeringen in de groepsfase van de Champions League voor Anderlecht vallen niet uit te sluiten. En dat in tijden waarin de Rode Duivels het tot in de kwartfinales op een WK schoppen. Ziedaar de paradox van het Belgische voetbal.

Het enige voordeel aan de huidige situatie is dat de competitie een pak minder voorspelbaar geworden is. Eens ze op kruissnelheid komen, zullen de klassieke namen zoals Anderlecht, Club Brugge en Standard ongetwijfeld de ruggengraat vormen van het titeldebat, maar voorlopig is het nog koffiedik kijken. Waarom dan niet een gokje wagen op AA Gent?

De Buffalo’s hebben na een gitzwarte twee seizoenen, waarin telkens play-off 1werd gemist en het een komen en gaan van spelers en trainers was, alles in zich om de revelatie bij uitstek te worden. Stilaan lijken de puzzelstukjes in de Oost-Vlaamse hoofdstad op hun plaats te vallen. Met de één jaar oude Ghelamco Arena speelt het team in een stadion dat een voorbeeld is voor elke andere Belgische ploeg en dat de club op termijn financieel en sportief op een hoger niveau kan tillen en met Hein Van Haezebrouck is er een coach binnengehaald die bij KV Kortrijk met beperkte middelen uitstekend werk heeft verricht. Na zijn mislukte passage bij Racing Genk zal hij er op gebrand zijn te bewijzen dat hij zijn plaats verdient bij een Belgische topper. In het zog van Vanhaezebrouck werd er bovendien verstandig ingekocht. Spelers als Mustapha Oussalah, Sven Kums en David Pollet hebben hun strepen in het voetbal al verdiend en brengen ook een uitstekende mentaliteit met zich mee. Iets waar het de afgelopen tijd in de blauw-witte kleedkamer soms aan ontbrak.

Dit AA Gent moet dus zeker in staat zijn bovenaan mee te strijden. Verdere voorspellingen afvuren over het verloop van de competitie zou evenwel om de voor hierboven reeds vermelde reden zinloos zijn. De enige zekerheid is dat op het einde de Duitsers niet winnen.

 

Perpetuum mobile

Met de WK-finale Duitsland-Argentinië hebben we eindelijk een punt kunnen zetten achter het voetbalseizoen 2013-2014. Al is een einde natuurlijk relatief in de week waarin Zulte Waregem als eerste Belgisch club de nieuwe jaargang aftrapt in de voorrondes van de Europa League, voorrondes die trouwens al sinds 1 juli aan de gang zijn.

Het perpetuum mobile dat het moderne voetbal is geworden is ongetwijfeld nefast voor de fysieke paraatheid van de voetballers, maar het spelniveau heeft er op het WK in ieder geval niet onder geleden. De afgelopen maand hebben we mooi voetbal geserveerd gekregen. Veel doelpunten, af en toe een verrassende wending – wie vooraf Costa Rica de kwartfinales zag bereiken zou bij de bookmakers een gouden zaak hebben kunnen doen – en een stevige dosis spankracht. Ideaal voor de lange zomeravonden in juni en juli.

Aan de eindzege van de Duitsers valt weinig af te dingen. In de finale had de Mannschaft niet veel overschot – wat ook de verdienste was van een stevig Argentijns blok – maar op basis van een gans tornooi presteerde Duitsland van alle ploegen het meest constant. Al van in de groepsfase stonden Neuer en co er, daarbij steeds beredeneerd voetbal koppelend aan frivole combinaties. En als we binnen twintig jaar op dit WK terugblikken, zullen ze de hoofdrolspelers zijn van de eerste wedstrijd die we ons voor de geest kunnen halen: de halve finale Brazilië-Duitsland. Met 1-7 de grootste nederlaag ooit voor de Seleção en bovendien het eerste verlies voor de Brazilianen in eigen huis in een match met inzet sinds 1975. Niet dat het de vierde wereldtitel voor de Duitsers rechtvaardigt, maar het geeft het wel extra glans.

De triomf van de spelers van Joachim Löw komt niet uit de lucht vallen. De alom geprezen drastische vernieuwingsoperatie na het faliekant afgelopen Euro 2000 waarbij het Duitse voetbal nagenoeg van nul opnieuw werd opgebouwd, werpt duidelijk zijn vruchten af. Onder meer de oprichting van onafhankelijke voetbalacademies, strengere regels voor de clubs wat betreft jeugdopleiding en een grotere focus op tactiek en techniek hebben de Mannschaft gebracht waar het vandaag staat: aan de top van het wereldvoetbal. Sinds 2006 bereikten onze oosterburen op elk WK en EK minstens de halve finale.

Niets wijst erop dat het Duitse succes de komende jaren zal afnemen. Net zoals de voetbalkalender geen seizoenen meer kent, denkt de viervoudige wereldkampioen niet in cycli. Bondscoach Löw dient zijn groep constant een shot verjonging toe. Ook voor het afgelopen tornooi selecteerde hij enkele talenten zoals Erik Durm en Matthias Ginter. Een goede jeugdopleiding is immers zinloos indien er geen trainer opstaat die die jongeren kansen geeft. Marc Wilmots heeft dat met de WK-tickets voor Divock Origi en Adnan Januzaj duidelijk ook beseft. Dat Wilmots dus die ingeslagen weg maar verder blijft bewandelen.

Geen eindpunt

Na drie weken WK hebben de Rode Duivels opnieuw voet op Belgische bodem gezet. Vele fans hadden ze liever een week later zien aankomen, maar het is niet anders. De prestatie tegen Argentinië rechtvaardigde geen plek in de halve finales.

De 1-0 van Higuaín kwam door een afgeweken bal ongelukkig tot stand, maar laten we niet onder de mat schuiven dat Kompany en co vanaf het eerste fluitsignaal door de Argentijnse tegenstander stevig onder druk werden gezet. En niets liet uitschijnen dat de Zuid-Amerikanen die houdgreep zouden gelost hebben, indien een brilscore op het bord zou hebben blijven staan. Vervolgens werd nog maar eens duidelijk dat de Duivels steeds in de problemen komen als een tegenstander zich massaal terugtrekt. In negentig minuten voetbal noteerden we slechts drie (halve) kansjes: een schot van De Bruyne dat te centraal gericht was, een kopbal van Mirallas die naast het doel belandde en Lukaku die ongelukkig voor een voorzet koos in plaats van zijn eigen kans te gaan. Te weinig om op dit niveau succes te oogsten.

Een speler als Eden Hazard had daarvoor met zijn creativiteit een oplossing kunnen bieden, maar hij trok tegen Argentinië de lijn van zijn tegenvallend WK verder door. Slechts één keer zagen we een teken van de klasse van het nummer tien: zijn actie die de 1-0 tegen Rusland inluidde. In de overige wedstrijden beet hij echter steeds zijn tanden stuk op de verdediging. De Hazard die rond januari de pannen van het dak bij Chelsea speelde, is in Brazilië nooit komen bovendrijven.

Toch zou het niet fair zijn om de zwarte piet – als die term nog gebruikt mag worden tenminste – door te schuiven naar Hazard. Het is fysiek onmogelijk een speler een seizoen lang zeventig wedstrijden op een even hoog niveau te laten afwerken. En bovendien is het verdomd handig om over iemand te kunnen beschikken die op zijn eentje een defensie kan openbreken, maar een ploeg afhankelijk laten zijn van één individu houdt altijd grote risico’s in. De Rode Duivels hadden ook kunnen opteren voor het collectieve, maar we begrijpen nog steeds niet waarom Marc Wilmots op training niet meer aandacht besteedt aan looplijnen en andere tactische ingrepen. Wat dat betreft is het een nadeel dat een nationale ploeg doorheen het jaar slechts op enkele momenten samenkomt, maar tijdens de zeven afgelopen weken had er meer gefocust kunnen worden op automatismen.

Deze WK-campagne als mislukt bestempelen zou ook niet eerlijk zijn. Als we Argentinië bejubelen voor hun verdedigende maar realistische aanpak tegen België, moeten we hetzelfde doen voor de Duivels. Uitgezonderd het penaltydoelpunt tegen Algerije slikten de Belgen in de reguliere speeltijd van de vijf afgewerkte wedstrijden slechts één doelpunt. En waar we drie jaar geleden met zijn allen blij waren dat het nationale team tot op de laatste speeldag meestreed voor een plek in de barrages van de kwalificatieronde voor Euro 2012, hebben de troepen van Marc Wilmots zich nu bij de beste acht ploegen wereldwijd geknokt. Mensen vergeten snel.

Bovendien is dit geen eindpunt. Nu al was de Belgisch selectie een van de jongste op dit WK en met Thorgan Hazard, Junior Malanda, Michy Batshuayi en nog enkele anderen staat er heel wat jong talent te trappelen aan de deur. Natuurlijk hebben de Rode Duivels nog veel te leren – een echte topploeg werd er onder Marc Wilmots nog niet verslagen – maar de voedingsbodem is zeker aanwezig. De voldoende waarmee de Duivels het WK afsluiten zou na de volgende grote afspraak, Euro 2016, dus wel eens in een onderscheiding kunnen veranderen.

Sequel

Een wedstrijd die zo uit een Hollywoodfilm zou kunnen komen, de kwartfinale van de Rode Duivels tegen uitgerekend de VS kon niet beter omschreven worden. Alle elementen waren aanwezig: actie, spanning en op het einde de ontlading. Alleen de Amerikanen waren voor een keer als de bad guys gecast.

Of Kompany en co over enig acteertalent beschikken betwijfelen we, maar hun prestatie dinsdag komt zeker in aanmerking voor een Oscar. Een groepsfase lang leken de Belgen met de rem op te spelen, maar tegen Amerika werd het gaspedaal stevig ingetrapt. Aanvalsgolf na aanvalgolf volgde en achterin werd er behalve een reuzenkans voor Chris Wondolowski op het einde van de reguliere speeltijd en een alles-of-niets-offensief van de VS in het slot van de verlengingen weinig tot niets weggegeven. De overdrijving is de sluipende moordenaar van de journalistiek, maar dit waren ongetwijfeld de sterkste 120 minuten van de Duivels onder de leiding van bondscoach Marc Wilmots.

De held in de blockbuster van de Duivels was ongetwijfeld Romelu Lukaku. De sterkste verhalen in de sport gaan altijd over revanche en dat is bij Lukaku niet anders. Weggehoond na zijn zwakke prestaties tegen Algerije en Rusland en daarbovenop nog eens bekritiseerd voor zijn gedrag bij zijn wissel in de match tegen de Russen, maar zijn invalbeurt tegen de VS mocht gezien worden. Bijna elke keer als de Evertonspits de bal kreeg, kon hij er gevaar uit puren en met zijn assist voor Kevin De Bruyne en even later zijn eerste WK-treffer werd hij de man van de wedstrijd. Het bewijs dat wanneer Lukaku in een match zit waarin de ruimte voor hem ligt – zodat hij zijn snelheid en kracht kan uitspelen -hij een uiterst dodelijk wapen is. Een tank op noppen.

Die tank zal de nationale ploeg vandaag tegen de Argentijnen meer dan nodig hebben, want de opdracht belooft zwaar te worden. Al kon het Zuid-Amerikaanse land op dit tornooi nog op geen enkel moment overtuigen en heeft de tweevoudige wereldkampioen op de afgelopen eindrondes ook niet al te veel klaargespeeld, met Ángel di María, Ezequiel Lavezzi, Gonzalo Higuaín, Sergio Agüero en Lionel Messi beschikt het offensief over een indrukwekkend wapenarsenaal. De Duivels zullen hun prestatie van de achtste finales dus minstens moeten bevestigen om zich een ronde verder te knokken en bovendien hun efficiëntie opkrikken.

Helemaal onmogelijk is dat niet. De vreugde na de kwalificatie voor de kwartfinales was dinsdag na het laatste fluitsignaal groot in het Belgische kamp, maar de focus werd er al gauw op de wedstrijd tegen Argentinië gelegd. De honger lijkt nog niet gestild. Een sequel is zelden beter dan de oorspronkelijke film, maar in het geval van de Duivels zou dat wel eens anders kunnen zijn.