Na drie weken WK hebben de Rode Duivels opnieuw voet op Belgische bodem gezet. Vele fans hadden ze liever een week later zien aankomen, maar het is niet anders. De prestatie tegen Argentinië rechtvaardigde geen plek in de halve finales.
De 1-0 van Higuaín kwam door een afgeweken bal ongelukkig tot stand, maar laten we niet onder de mat schuiven dat Kompany en co vanaf het eerste fluitsignaal door de Argentijnse tegenstander stevig onder druk werden gezet. En niets liet uitschijnen dat de Zuid-Amerikanen die houdgreep zouden gelost hebben, indien een brilscore op het bord zou hebben blijven staan. Vervolgens werd nog maar eens duidelijk dat de Duivels steeds in de problemen komen als een tegenstander zich massaal terugtrekt. In negentig minuten voetbal noteerden we slechts drie (halve) kansjes: een schot van De Bruyne dat te centraal gericht was, een kopbal van Mirallas die naast het doel belandde en Lukaku die ongelukkig voor een voorzet koos in plaats van zijn eigen kans te gaan. Te weinig om op dit niveau succes te oogsten.
Een speler als Eden Hazard had daarvoor met zijn creativiteit een oplossing kunnen bieden, maar hij trok tegen Argentinië de lijn van zijn tegenvallend WK verder door. Slechts één keer zagen we een teken van de klasse van het nummer tien: zijn actie die de 1-0 tegen Rusland inluidde. In de overige wedstrijden beet hij echter steeds zijn tanden stuk op de verdediging. De Hazard die rond januari de pannen van het dak bij Chelsea speelde, is in Brazilië nooit komen bovendrijven.
Toch zou het niet fair zijn om de zwarte piet – als die term nog gebruikt mag worden tenminste – door te schuiven naar Hazard. Het is fysiek onmogelijk een speler een seizoen lang zeventig wedstrijden op een even hoog niveau te laten afwerken. En bovendien is het verdomd handig om over iemand te kunnen beschikken die op zijn eentje een defensie kan openbreken, maar een ploeg afhankelijk laten zijn van één individu houdt altijd grote risico’s in. De Rode Duivels hadden ook kunnen opteren voor het collectieve, maar we begrijpen nog steeds niet waarom Marc Wilmots op training niet meer aandacht besteedt aan looplijnen en andere tactische ingrepen. Wat dat betreft is het een nadeel dat een nationale ploeg doorheen het jaar slechts op enkele momenten samenkomt, maar tijdens de zeven afgelopen weken had er meer gefocust kunnen worden op automatismen.
Deze WK-campagne als mislukt bestempelen zou ook niet eerlijk zijn. Als we Argentinië bejubelen voor hun verdedigende maar realistische aanpak tegen België, moeten we hetzelfde doen voor de Duivels. Uitgezonderd het penaltydoelpunt tegen Algerije slikten de Belgen in de reguliere speeltijd van de vijf afgewerkte wedstrijden slechts één doelpunt. En waar we drie jaar geleden met zijn allen blij waren dat het nationale team tot op de laatste speeldag meestreed voor een plek in de barrages van de kwalificatieronde voor Euro 2012, hebben de troepen van Marc Wilmots zich nu bij de beste acht ploegen wereldwijd geknokt. Mensen vergeten snel.
Bovendien is dit geen eindpunt. Nu al was de Belgisch selectie een van de jongste op dit WK en met Thorgan Hazard, Junior Malanda, Michy Batshuayi en nog enkele anderen staat er heel wat jong talent te trappelen aan de deur. Natuurlijk hebben de Rode Duivels nog veel te leren – een echte topploeg werd er onder Marc Wilmots nog niet verslagen – maar de voedingsbodem is zeker aanwezig. De voldoende waarmee de Duivels het WK afsluiten zou na de volgende grote afspraak, Euro 2016, dus wel eens in een onderscheiding kunnen veranderen.