De staat van het voetbal

De bal is rond en de wedstrijd duurt negentig minuten

Maandelijks archief: maart 2012

De beker van het volk

Een goede portie zonneschijn, enkel dat had de buurt rond het Koning Boudewijnstadion zaterdag nodig om een gezellige aanloop naar de bekerfinale te vormen. Al van in de middag kleurde de Heizel enerzijds geel-wit-zwart (Lokeren) en anderzijds rood (Kortrijk). De plaatselijke horeca deed gouden zaken. De hamburgers, braadworsten en andere kost die je in de buurt van een voetbalstadion kan verorberen vlogen de deur uit.

De fans waren massaal komen opdagen. Beide finalisten hadden meer dan 15.000 kaartjes kunnen verkopen. Families met kinderen, veertienjarigen die hun pukkels nog niet ontgroeid waren maar wel voor de eerste keer alleen naar het voetbal mochten, collega’s van het werk:  allemaal wouden ze deze finale voor geen geld van de wereld missen. Het was een unieke gebeurtenis voor hen. Zowel Kortrijk als Lokeren behoren niet tot de top van het Belgisch voetbal en hebben geen bekertraditie. Lokeren had al eens een keer een finale behaald – voor de quizzers in 1981 – maar verloor toen kansloos van Standard. Het zijn clubs die symbool staan voor La Flandre profonde: de ‘doe maar normaal dat is al gek genoeg’-mentaliteit.

Daarom werd dit op voorhand door sommige waarnemers als een kleine finale bestempeld. De bekercompetitie zou ziek zijn. Hervormingen waren onafwendbaar luidde het. Door de drukke planning daalt de waarde van de  bekercompetitie. In se is dat een stelling waar iets voor te zeggen valt. De kalender is inderdaad overvol. Door de competitiehervorming spelen de topploegen nu minstens veertig wedstrijden per seizoen plus dan vaak nog eens een Europese campagne.

Dat de big five – Anderlecht, Club Brugge, Racing Genk, AA Gent en Standard – de bekercompetitie daardoor stiefmoederlijk zouden behandelen klopt echter niet. Bijna allemaal werden ze in deze editie op hun waarde geklopt. De uitschakeling was zelfs voor een deel de oorzaak dat Club Brugge zijn trainer Adrie Koster aan de deur zette. Alleen Anderlecht stelde een B-ploeg op tegen derdeklasser Rupel Boom, maar had dan ook moeten winnen.

Bovendien kan je je afvragen of het een probleem is dat ‘kleinere’ ploegen doorstoten tot in de finale. Het beschermen van grotere ploegen zodat ze meer kans maken op bekerwinst zou de ultieme paradox. Het is hetzelfde als OCMW-steun aanbieden aan een miljardair. Het gaat regelrecht in tegen de essentie van sport: tegenstanders die elkaar bekampen tot er een winnaar uit de bus komt. Daarbij moet je de sterkere actor niet gaan bevoordelen.

De mindere goden in de eerste klasse worden sowieso al benadeeld. De competitiehervorming met play-offs is deels gerealiseerd, opdat de topploegen meer inkomsten zouden genereren. Voor de kleinere clubs zijn er enkel de broodkruimels. De Beker van België is dan een welgekomen afwisseling in hun dieet. Laat het het summum van gelijkheid zijn, het voetbalfeest van het volk. Daarmee wordt de bekerformule– als dat al zou nodig zijn – automatisch geherwaardeerd. Voetbal is eenvoudig en moet dat blijven.

Duivelse keuzes

In aanloop naar een oefenwedstrijd van de Rode Duivels weten de kranten soms niet goed wat te schrijven. Zeker als de wedstrijd buiten een kwalificatiecampagne voor een Europees of Wereldkampioenschap valt. Een ingegroeide teennagel van speler X, de zieke lievelingshond van speler Y of de muziekkeuze in de kleedkamer. Zulke thema’s komen dan (noodgedwongen) aan bod.

De voorbereiding op de vriendschappelijke wedstrijd van onze Duivels twee weken geleden in en tegen Griekenland vormde geen uitzondering op de bovenstaande stelling. Behalve de grillen van het lokale Griekse weer (‘Regen is toch wel zeer uitzonderlijk’), was het hot issue wie in de toekomst de positie in het doel zou verdedigen. De keeper van het Engelse Sunderland Simon Mignolet, die de voorbije wedstrijden de voorkeur van bondscoach Georges Leekens wegdroeg heeft reeds bewezen een waardige kandidaat te zijn. Het duo Daniël Van Buyten en Laurent Ciman zijn hem nog steeds dankbaar dat hij vorig jaar na hun stuntelig verdedigen in de belangrijke wedstrijd tegen Oostenrijk (nota bene zijn debuut als Rode Duivel) aanvaller Marc Janko kon afstoppen.

De twee andere doelmannen die de laatste matchen deel uitmaakten van de Belgische selectie zijn echter te duchten concurrenten. De 19-jarige Thibaut Courtois, eigendom van het Engelse Chelsea maar nu op uitleenbasis in de Spaanse Primera Division bij Atletico Madrid, wordt in binnen- en buitenland opgehemeld als een groot talent. En dan is er nog de ervaren Jean-François Gillet, die zijn strepen in Italië heeft verdiend.

Leekens zal dus voor een moeilijke keuze staan. Overigens ook voor de andere posities. Centraal in de verdediging zijn er tal van mogelijkheden. Vincent Kompany lijkt een certitude, indien hij fit is. De tweede positie invullen is echter een lastigere opgave. Thomas Vermaelen, Daniël Van Buyten, Toby Aldeweireld, Jan Vertonghen en Nicolas Lombaerts: allemaal hebben ze reeds bewezen degelijke centrale verdedigers te zijn. Voor het middenveld (Timmy Simons, Steven Defour, Axel Witsel, Marouane Fellaini, Radja Nainggolan, etc.) en de vleugelaanvallers (Moussa Dembele, Eden Hazard, Dries Mertens, Nacer Chadli, etc.) wordt het de bondscoach ook niet makkelijker gemaakt.

Op het eerste gezicht lijkt dit een luxeprobleem. Hoe meer keuze, hoe beter zou je kunnen denken. Niets is echter minder waar. De weelde op sommige posities verbergt de hiaten op andere plekken in het elftal. Zo blijven de linker- en de rechterflank één van de pijnpunten die menig tegenstander in het verleden reeds blootlegde. De functie van diepe spits is ook vacant. Romelu Lukaku, Jelle Vossen, Igor de Camargo en Marvin Ogunjimi komen namelijk te weinig aan de bak bij hun clubteams (respectievelijk Chelsea, Racing Genk, Borussia Mönchengladbach en Mallorca). Kevin Mirallas is op zijn beurt dan weer te weinig vertrouwd met de positie.

Het is bovendien nodig om in september bij de start van de campagne voor het WK 2014 in Brazilië een vaste kern klaar te hebben, waar enkel bij eventuele blessures en schorsingen aan gesleuteld moet worden. Automatismen zijn immers belangrijk, zeker op internationaal niveau waar ploegen slechts vier of vijf maal per jaar een wedstrijd spelen. Vraag het maar aan René Vandereycken die mede door te veel roteren in het voorjaar van 2009 de laan werd uitgestuurd als bondscoach.

Georges Leekens weet dus wat te doen in de drie resterende vriendschappelijke wedstrijden. Het is te laat om nog veel te experimenteren. De bouwstenen voor een goede ploeg zijn er trouwens al. Daar is voetbalminnend België het mee eens. De vraag is of dat die bouwstenen de lange weg naar Brazilië kunnen construeren.