In aanloop naar een oefenwedstrijd van de Rode Duivels weten de kranten soms niet goed wat te schrijven. Zeker als de wedstrijd buiten een kwalificatiecampagne voor een Europees of Wereldkampioenschap valt. Een ingegroeide teennagel van speler X, de zieke lievelingshond van speler Y of de muziekkeuze in de kleedkamer. Zulke thema’s komen dan (noodgedwongen) aan bod.
De voorbereiding op de vriendschappelijke wedstrijd van onze Duivels twee weken geleden in en tegen Griekenland vormde geen uitzondering op de bovenstaande stelling. Behalve de grillen van het lokale Griekse weer (‘Regen is toch wel zeer uitzonderlijk’), was het hot issue wie in de toekomst de positie in het doel zou verdedigen. De keeper van het Engelse Sunderland Simon Mignolet, die de voorbije wedstrijden de voorkeur van bondscoach Georges Leekens wegdroeg heeft reeds bewezen een waardige kandidaat te zijn. Het duo Daniël Van Buyten en Laurent Ciman zijn hem nog steeds dankbaar dat hij vorig jaar na hun stuntelig verdedigen in de belangrijke wedstrijd tegen Oostenrijk (nota bene zijn debuut als Rode Duivel) aanvaller Marc Janko kon afstoppen.
De twee andere doelmannen die de laatste matchen deel uitmaakten van de Belgische selectie zijn echter te duchten concurrenten. De 19-jarige Thibaut Courtois, eigendom van het Engelse Chelsea maar nu op uitleenbasis in de Spaanse Primera Division bij Atletico Madrid, wordt in binnen- en buitenland opgehemeld als een groot talent. En dan is er nog de ervaren Jean-François Gillet, die zijn strepen in Italië heeft verdiend.
Leekens zal dus voor een moeilijke keuze staan. Overigens ook voor de andere posities. Centraal in de verdediging zijn er tal van mogelijkheden. Vincent Kompany lijkt een certitude, indien hij fit is. De tweede positie invullen is echter een lastigere opgave. Thomas Vermaelen, Daniël Van Buyten, Toby Aldeweireld, Jan Vertonghen en Nicolas Lombaerts: allemaal hebben ze reeds bewezen degelijke centrale verdedigers te zijn. Voor het middenveld (Timmy Simons, Steven Defour, Axel Witsel, Marouane Fellaini, Radja Nainggolan, etc.) en de vleugelaanvallers (Moussa Dembele, Eden Hazard, Dries Mertens, Nacer Chadli, etc.) wordt het de bondscoach ook niet makkelijker gemaakt.
Op het eerste gezicht lijkt dit een luxeprobleem. Hoe meer keuze, hoe beter zou je kunnen denken. Niets is echter minder waar. De weelde op sommige posities verbergt de hiaten op andere plekken in het elftal. Zo blijven de linker- en de rechterflank één van de pijnpunten die menig tegenstander in het verleden reeds blootlegde. De functie van diepe spits is ook vacant. Romelu Lukaku, Jelle Vossen, Igor de Camargo en Marvin Ogunjimi komen namelijk te weinig aan de bak bij hun clubteams (respectievelijk Chelsea, Racing Genk, Borussia Mönchengladbach en Mallorca). Kevin Mirallas is op zijn beurt dan weer te weinig vertrouwd met de positie.
Het is bovendien nodig om in september bij de start van de campagne voor het WK 2014 in Brazilië een vaste kern klaar te hebben, waar enkel bij eventuele blessures en schorsingen aan gesleuteld moet worden. Automatismen zijn immers belangrijk, zeker op internationaal niveau waar ploegen slechts vier of vijf maal per jaar een wedstrijd spelen. Vraag het maar aan René Vandereycken die mede door te veel roteren in het voorjaar van 2009 de laan werd uitgestuurd als bondscoach.
Georges Leekens weet dus wat te doen in de drie resterende vriendschappelijke wedstrijden. Het is te laat om nog veel te experimenteren. De bouwstenen voor een goede ploeg zijn er trouwens al. Daar is voetbalminnend België het mee eens. De vraag is of dat die bouwstenen de lange weg naar Brazilië kunnen construeren.