De staat van het voetbal

De bal is rond en de wedstrijd duurt negentig minuten

Tag archief: José Mourinho

Revanche

Habemus een nieuwe bondscoach: Roberto Martínez krijgt de komende jaren de Rode Duivels onder zijn hoede. Opvallend dat het nieuws nu al werd gecommuniceerd, slechts een paar dagen na de deadline voor het opsturen van de kandidaturen.  Een teken aan de wand dat de KBVB overtuigd is van zijn keuze voor de Catalaan die reeds meer dan twintig jaar aan de andere kant van het Kanaal resideert.

In de gegeven omstandigheden weliswaar, want reeds nadat de sollicitatieprocedure werd gecommuniceerd was het duidelijk dat de KBVB niet mikte op een coach uit de absolute top. Alsof een José Mourinho braaf zijn cv zou opsturen samen met een zorgvuldige geschreven motivatiebrief. De gevolgde procedure was niet meer dan een handigheidje om gênante situaties uit de weg te kunnen gaan. De financiële slagkracht van de bond is immers beperkt, of er nu een topteam klaar staat om te coachen of niet.

Dat wil echter niet zeggen dat ze aan de Houba de Strooperlaan een trainer hebben binnengehaald zonder potentieel. Want er zit zeker toekomstmuziek in de samenwerking met Martínez. Ten eerste is de Spanjaard iemand die het Britse voetbal door een door kent en er uitstekende contacten heeft, wat een groot voordeel is voor een spelersgroep waarvan de meerderheid van de leden actief is in de Premier League. En daarnaast staat Martínez als coach voor een voetbal dat de Rode Duivels op het lijf geschreven is: aanvallend met een grote nadruk op het balbezit. Met de voormalige trainer van onder meer Everton heb je daarbij bovendien de garantie op een tactisch systeem. Wat bij zijn voorganger Marc Wilmots veel minder het geval was.

Het blijft wel een feit dat Martínez zijn imago van beloftevolle trainer voor een groot stuk verloren heeft nadat hij bij zijn laatste werkgever Everton de afgelopen twee seizoenen in een neerwaartse spiraal terecht was gekomen, maar dat hoeft bij de nationale ploeg geen probleem te zijn. De Rode Duivels zitten immers ongeveer in hetzelfde schuitje. Ook zij konden sinds het WK in Brazilië ondanks het aanwezige talent geen stap meer vooruit zetten en de verwachtingen inlossen. Dat kan een bindmiddel zijn tussen de groep en de coach: beiden zijn uit op revanche.

De tijd is ook de bondgenoot van de nieuwe bondscoach. De eerste opdracht is reeds op 1 september met de vriendschappelijke interland tegen Spanje, maar dat is niet meer dan spielerei, zeker in deze fase van het seizoen. En ook de komende twee jaar kan Roberto Martínez in relatieve rust verderwerken, aangezien in de kwalificatiepoule voor het WK in Rusland de Rode Duivels met als tegenstanders Bosnië-Herzegovina, Griekenland, Estland, Cyprus en Gibraltar nooit in de problemen mogen komen. De ideale kandidaat was hij niet voor de functie, maar met al de hier opgesomde elementen op zak lijkt de coach voldoende gewapend voor de functie. Een eventueel communautair conflict kan er alvast niet uitbreken, aangezien de man geen enkele van de drie landstalen machtig is.

The best has yet to come

De soldenperiode liep op zijn laatste benen, maar Everton heeft nog diep in de buidel moeten tasten om Romelu Lukaku de komende vijf seizoenen in Goodison Park te laten spelen. 35,4 miljoen euro werd er overgemaakt op de rekening van Chelsea, goed voor een verpulvering van het clubrecord van de Toffees, nota bene de 22 miljoen die nodig was om Marouane Fellaini in 2008 van Standard Luik naar Liverpool te laten verhuizen.

Dat Evertontrainer Roberto Martínez zowat het ganse transferbudget heeft gespendeerd aan de Belgische spits moet Lukaku vertrouwen geven. Nu al lijken zijn speelkansen gegarandeerd bij de Engelse subtopper. Een speler waarvoor zulk groot bedrag is neergeteld op de bank houden zou immers je reinste kapitaalsvernietiging zijn. En dat Everton die som op tafel heeft gelegd, is ook niet zo gek. Lukaku kan op basis van het afgelopen seizoen, waarin hij als huurling aan de blauwhemden uit Liverpool verbonden was, degelijke statistieken voorleggen. In 33 wedstrijden vond hij zestien keer de weg naar de netten, een stevige bijdrage in de vijfde plaats die de club behaalde in de Premier League.

Chelsea zal ook niet rouwig zijn om de transfer van de Rode Duivel. Met het aantrekken van Didier Drogba en Diego Costa had coach José Mourinho een niet mis te verstane boodschap gegeven aan Lukaku. Zijn speelkansen zouden dit seizoen tot het minimum beperkt worden als hij op Stamford Bridge zou blijven. Bovendien doet het team uit Londen financieel gezien een gouden zaak. Drie jaar geleden betaalde het achttien miljoen euro aan Anderlecht om nu van Everton ongeveer het dubbele te ontvangen. Niet slecht voor een speler die slechts een vijftiental keer in actie kwam voor Chelsea.

In deze zaak zijn er dus op het eerste zicht enkel maar winnaars. Lukaku moet echter waakzaam blijven. Dit seizoen zal hij ongetwijfeld de kans krijgen te schitteren en niets wijst erop dat hij die mogelijkheid niet zal grijpen, maar de aanvaller moet tegelijkertijd ook beseffen dat zijn definitieve verhuis naar Liverpool voor zijn carrière een stap achteruit betekent. Everton treedt dit seizoen aan in de Europa League, Chelsea daarentegen in de Champions League, een perfecte schets van de waardeverhoudingen tussen beide teams.

Lukaku mag dus niet op zijn lauweren rusten en zal de lat hoger moeten leggen. Zeker als hij een basisstek wil veroveren in de nationale ploeg. Wanneer de revaliderende Christian Benteke opnieuw zijn beste niveau haalt en met Divock Origi die volgend seizoen na een extra jaar bij Lille naar Liverpool FC verkast belooft de concurrentie alvast zwaar te worden.

De Evertonaanvaller moet evenwel in staat zijn om progressie te boeken. Desondanks hij al een hele tijd meedraait is hij nog steeds slechts 21 jaar. Net niet meer selecteerbaar voor de nationale beloftenploeg, maar wel nog een ganse carrière voor zich. “The best has yet to come”, zou Joost Zweegers van Novastar zingen.

Wie weet ligt dat beste wel opnieuw in Chelsea. Zelfs in tijden van financiële fair play-regels is geld geen bezwaar voor clubeigenaar Roman Abramovitsj. Dat bewees hij toen hij in januari middenvelder Nemanja Matić terughaalde, ongeveer voor het dertienvoudige van het bedrag dat hij destijds had gespendeerd om de Servische international los te weken van diens Slovaakse ploeg MFK Košice. Lukaku mag dan wel langs de achterdeur zijn vertrokken naar Everton, in een post-Mourinhotijdperk valt een terugkeer langs de grote poort niet uit te sluiten.

 

Eden Hazard en de opdracht voor Marc Wilmots

Voetbal – de teamsport bij uitstek – en individuele onderscheidingen. We zullen het nooit een goede combinatie vinden. Zeker als het een prijs is die wordt uitgereikt voor een prestatie over een korte periode. Maar dat Eden Hazard de afgelopen tijd niet de trofee van “Speler van de Maand” in de Engelse Premier League op zijn schoorsteenmantel heeft kunnen zetten, is desalniettemin hoogst opmerkelijk. Zijn coach bij Chelsea José Mourinho wond zich er ook al over op. Nu windt de Portugees zich wel over meer zaken op – zodanig zelfs dat het een beetje belachelijk wordt – maar deze keer heeft de Special One overschot van gelijk.

Hazard is er dit seizoen tot nu toe met glans in geslaagd te doen wat Mourinho bij zijn aanstelling hem had opgedragen: meer bepalend zijn. De statistieken spreken voor zich. In de sterrenkern van de Londense club werd er niemand dit seizoen zo vaak tussen de lijnen gebracht als de Belgische nummer zeventien, alle competities meegeteld 43 wedstrijden. En in dat indrukwekkend aantal matchen vond hij maar liefst zestien keer de weg naar de netten van de tegenstander en deelde hij een karrenvracht aan assists uit. Vreemd dus dat hij nog niet tot “Speler van de Maand” werd verkozen en Jan Vertonghen en Marouane Fellaini niet in die lijst kon vervoegen. Niet dat Hazard elke match de spelbepalende man bij uitstek is bij Chelsea, maar zijn jonge leeftijd maakt zijn prestaties nog opmerkelijker.

Bondscoach Marc Wilmots zal het alvast niet aan zijn hart laten komen. Hij heeft andere katten te geselen. Na de twee nederlagen in de vriendschappelijke interlands van november tegen Colombia en Japan, konden de Rode Duivels eerder deze maand opnieuw niet overtuigen tegen een land dat er ook op het WK zal bij zijn, Ivoorkust. Een 2-0 voorsprong, bijeengesprokkeld in een degelijke eerste dertig minuten voor de pauze en een dito eerste kwartier na de rust werd te gemakkelijk uit handen gegeven. Surfend op de golf van enthousiasme die er de laatste maanden is ontstaan rond de nationale ploeg, moeten Kompany en co nuchter blijven. Al te grote ambities passen niet bij een ploeg die twaalf jaar lang zich niet kon kwalificeren voor de eindronde van een EK of WK.

Anderzijds moet de één op negen in de afgelopen oefenwedstrijden niet gedramatiseerd worden. Een midweekwedstrijd met de nationale ploeg behoort niet tot de prioriteiten van spelers die elk weekend vol aan de bak moeten in de sterkste competities van de wereld. Begrijpelijk ook, 270 minuten interlandvoetbal zal niet het criterium vormen voor Marc Wilmots om binnen twee maanden zijn groep samen te stellen waaruit de definitieve WK-kern zal gepuurd worden. Als die keuze al niet voor een groot deel gemaakt is, zullen de prestaties in de Premier League, de Bundesliga, de Serie A enzoverder veel meer de doorslag geven.

Daar ligt trouwens de belangrijkste taak op Wilmots te wachten, het managen van zijn selectie. Leren voetballen hoeft hij zijn spelers heus niet meer te doen en de conditie wordt onderhouden bij de respectievelijke clubs. Maar het behoort wel tot zijn jobomschrijving om een kern te kiezen die een lange periode samen kan leven en om zo veel mogelijk onrust binnen en rondom die groep te vermijden. Op zich een haalbare taak, maar de geschiedenis leert ons dat er in aanloop naar een groot tornooi altijd wel deining over iets en/of iemand ontstaat. Dat zal deze keer niet anders zijn. We kijken er dus nu al naar uit of Marc Wilmots zijn kwaliteiten als leider van een groep– een van de redenen waarom hij uitgekozen werd als bondscoach – ten volle zal kunnen ontplooien.

Alleen maar winnaars

Afgelopen weekend werd Kevin De Bruyne voorgesteld als de nieuwe aanwinst van het Duitse VFL Wolfsburg. Dit seizoen is de geboren Oost-Vlaming dus aan zijn tweede club toe, nadat hij bij Chelsea onder José Mourinho niet aan de bak kwam. “Een kleine nederlaag”, zoals Kevin De Bruyne het zelf omschreef. Het is echter zeker geen schande. Meer nog: in dit verhaal zijn er alleen maar winnaars.

In de eerste plaats Kevin De Bruyne zelf. Desondanks dat de verhuis van wereldstad Londen naar het provinciale Wolfsburg dat leeft bij de gratie van een autofabrikant – het merk in kwestie vermelden we niet, gratis reclame maken we immers niet op deze blog – een grote stap achteruit is, komt hij op sportief vlak bij de lokale voetbalclub in een meer dan degelijke omgeving terecht. Dat de Duitse competitie behoort tot de sterkste van de wereld, bewezen Bayern München en Borussia Dortmund vorig jaar door allebei door te stoten naar de finale van de Champions League. En in die Bundesliga bekleden de Wolven momenteel de vijfde plaats, op slechts twee punten van een plek die recht geeft op deelname aan het kampioenenbal volgend seizoen.

Bovendien pleit het ook in het voordeel van De Bruyne dat Wolfsburg de Rode Duivel maar al te graag wilde inlijven. Anders spendeer je geen 22 miljoen euro, een clubrecord trouwens. De speelkansen lijken dus verzekerd, aangezien geen enkele club een speler met zo’n stevig prijskaartje rond zijn nek zonder een goede reden op de bank of in de tribune laat verkommeren. Een ijzeren wet in het hedendaagse topvoetbal, maar ook wat ironisch. Een van de redenen waarom het bij Chelsea niet lukte, was immers omdat clubeigenaar Roman Abramovitsj voor de concurrenten op de positie van het product van de Genkse jeugdopleiding dieper in de buidel had moeten tasten.

Dat De Bruyne meer aan spelen toe zal komen, is belangrijk voor zijn eigen ontwikkeling. Meer dan wie ook is hij een voetballer die beter wordt naarmate hij meer matchritme in de benen heeft. Voor zijn plek in de nationale ploeg is het evenwel ook een goede zaak. De Bruyne had dankzij zijn uitstekende prestaties in de kwalificatiecampagne voor het WK veel krediet opgebouwd bij bondscoach Marc Wilmots, maar op de vleugels is er bij de Rode Duivels behoorlijk wat concurrentie. Bij een clubteam wegkwijnen, zou dus zeker zijn interlandcarrière hebben kunnen schaden. Omgekeerd is de transfer van de achttienvoudige international echter ook positief voor Wilmots en de nationale ploeg. Met zijn overzicht, actieradius en uitstekende passing, is een fitte De Bruyne op het WK altijd een versterking.

Chelsea zal van die kwaliteiten niet meer kunnen profiteren. Maar of iemand in de Londense bestuurskamer daar rouwig om zal zijn, is zeer twijfelachtig. José Mourinho gunde De Bruyne in de voorbereiding en in het begin van het seizoen wel enkele kansen, maar het is duidelijk dat de Portugees niet in de aanvallende middenvelder geloofde. En met de transfersom die Wolfsburg betaalde, hebben The Blues reeds een vervanger aangetrokken: Nemanja Matic, die 25 miljoen euro heeft gekost.

Dezelfde Matic die voor een schamele 1,82 miljoen in 2009 al eens op Stamford Bridge neerstreek, maar twee jaar later opnieuw mocht beschikken en betrokken werd in de ruil met David Luiz van Benfica. Chelsea komt versterkt uit het verhaal De Bruyne, maar 23 miljoen euro meer betalen voor een speler dan de oorspronkelijke transferprijs toont het soms absurde karakter van het moderne voetbal aan. Een extra reden waarom De Bruyne beter af is in het rationelere Duitsland.

Vier vaststellingen na België-Colombia en België-Japan

0-2 en 2-3, dat waren de twee duidelijke nederlagen van de Rode Duivels in de vriendschappelijke interlands eerder deze maand tegen respectievelijk Colombia en Japan. Na de euforie die de voorbije maanden was ontstaan en een (voorlopig?) hoogtepunt bereikte bij de kwalificatie voor het WK in Brazilië, zorgde het toch voor een kleine domper. Vier vaststellingen die ons opvielen:

Simon Mignolet is geen plek opgeschoven in de rangorde bij de doelmannen

Tijdens de WK-kwalificatiecampagne opteerde bondscoach Marc Wilmots steeds voor Thibaut Courtois in doel, maar tegen Colombia en Japan gunde hij Simon Mignolet een kans om zich te bewijzen. De naar Liverpool uitgeweken Limburger bewees enerzijds net zoals de voorbije matchen waarin hij voor de nationale ploeg mocht spelen dat hij een meer dan degelijke doelman is, maar anderzijds moest hij zich wel vijf keer omdraaien. Redelijk veel voor een team dat tijdens de WK-voorronde in tien wedstrijden slechts vier doelpunten slikte en daardoor bij de minst gepasseerde defensies van Europa behoorde. Al was Mignolet steeds kansloos tegen de Colombiaanse en Japanse treffers, zijn optreden zal de bondscoach niet overtuigd hebben om de pikorde bij de doelmannen te wijzigen. Waarschijnlijk zou Courtois evenmin de vijf doelpunten kunnen vermeden hebben, maar het lijkt erop dat de keeper van Atlético Madrid zonder te spelen punten heeft gescoord met het oog op een basisplek.

Vincent Kompany is onmisbaar

Dat het invullen van de 23 namen voor de WK-selectie een moeilijke klus zal worden voor Marc Wilmots staat buiten kijf. De concurrentie op de meeste posities is moordend. Eén speler lijkt ons echter niet weg te denken uit de Belgische elf: Vincent Kompany. Tegen bescheidenere tegenstanders als Wales en Schotland kon zijn afwezigheid nog opgevangen worden, maar tegen Colombia en Japan werd Vince the Prince achteraan gemist. Niet enkel op sportief vlak – Kompany behoort stilaan tot de vijf beste verdedigers ter wereld – maar ook als organisator van de defensie en als leider van de ganse ploeg. Hij is hét gezicht van deze generatie Rode Duivels, de kapitein die het schip de veilige haven binnenloodst. Er kans dus maar beter geduimd worden dat de aanvoerder van de nationale ploeg een goede winter doormaakt en fit is, wanneer de lente begint. Dat laatste leek de afgelopen jaren – na zijn stempel als de man van glas – geen probleem meer, maar sinds dit jaar is zijn blessuregevoeligheid opnieuw toegenomen.

Sommige Rode Duivels moeten meer speelminuten vergaren bij hun clubteams

Desondanks de Belgische internationals wereldwijd worden bejubeld en in de beste competities spelen, hebben sommigen het dit seizoen lastig om zich in de basiself van de club waar ze actief zijn te knokken. Opmerkelijk is dat het vooral gaat om – met uitzondering van Daniel Van Buyten bij Bayern München en Thomas Vermaelen bij Arsenal – Rode Duivels die afgelopen zomer hun oude team inruilde voor een nieuw om het op een hoger niveau te proberen. Dries Mertens bij Napoli, Toby Alderweireld bij Atlético Madrid, Nacer Chadli bij Tottenham Hotspur en Kevin De Bruyne bij Chelsea: allemaal lijken ze een moeilijke periode in hun carrière door te maken. Met het oog op het WK moeten ze nu nog niet panikeren, maar na Nieuwjaar begint de tijd te dringen. Minder wedstrijdminuten betekent immers minder matchritme. En dat laat zich vandaag al merken, zoals Kevin De Bruyne in de wedstrijd tegen Colombia. Zijn invalbeurt tegen Japan was hoopgevender, maar tegen de Zuid-Amerikanen stelde hij voor het eerst bij de nationale ploeg echt teleur. En dat nota bene onder de ogen van zijn trainer bij Chelsea José Mourinho. Benieuwd dus wat de wintermercato brengt voor De Bruyne en co om aan meer speelkansen toe te komen.

We zijn nog geen wereldkampioen

Wie van plan is een gokje te wagen op de kans dat de Rode Duivels op 13 juli van volgend jaar in Rio de Janeiro staan te zwaaien met de wereldbeker doet het maar beter kalmpjes aan. De mogelijkheid dat Vincent Kompany en zijn maats dan al lang thuis zitten, is nog altijd realistischer. Dat gold al langer dan vandaag, maar na de verliesbeurten tegen Colombia en Japan – twee ploegen die op een WK minstens in de tweede ronde thuis horen – is dat nog maar eens bevestigd. Voetjes op de grond dus. Niet zozeer bij de nationale ploeg zelf. Nooit hoorden we uit de monden van de technische staf of spelers enige grootspraak. Steeds werd er nuchterheid gepredikt. Het probleem stelt zich vooral bij sommige supporters. De beleving rond de Rode Duivels steeg het afgelopen jaar exponentieel. De verwachtingen volgden dezelfde curve. En dan gebeurt het dat er ineens gefluit van de tribunes van het Koning Boudewijnstadion rolt, wanneer er een achterstand op het scorebord prijkt. Jammer, maar het maakt nog eens duidelijk dat een deel van de Belgische aanhang enorm volatiel is, hetzelfde deel dat zich niet liet zien wanneer er enkele jaren geleden op een mistroostige Heizel nog maar eens werd  verloren in een nog mistroostigere EK- of WK-kwalificatiecampagne. Een ploeg van wereldniveau heeft ook fans nodig van wereldniveau. De supporters weten bijgevolg wat ze moeten doen indien ze op 13 juli alsnog Belgische voetbalgeschiedenis willen zien geschreven worden …

Talent, geduld en werkijver

José Mourinho die afgelopen week geïrriteerd wegliep op een persconferentie, nadat hij bestookt werd met vragen over de niet-selectie van Kevin De Bruyne voor de Champions League-wedstrijd tegen Steaua Boekarest. Dat we dit nog mochten mee maken. Een optimist zou het nog maar eens als bewijsmateriaal aanreiken dat de Belgen in de Engelse Premier League hot zijn.

Wat De Bruyne er zelf over denkt, weten we niet, maar dat hij op dit moment niet bepaald overloopt van geluk en vreugde lijkt vrij aannemelijk. Zijn statistieken van de afgelopen weken ogen immers verre van indrukwekkend. Zijn laatste basisplaats in een competitiewedstrijd dateert reeds van 26 augustus. Sindsdien gunde Mourinho de geboren Gentenaar in de Premier League alleen in de wedstrijd tegen Fulham een schamele vijf minuten.

Dat De Bruyne op dit moment weinig speelkansen toebedeeld krijgt is opmerkelijk voor een speler die vorig seizoen op uitleenbasis Werder Bremen haast in zijn eentje hielp overleven in de Bundesliga en die bij de Rode Duivels op korte tijd – De Bruyne heeft slechts vijftien interlands op de teller staan – is uitgegroeid tot een van de sterkhouders. Mourinho gek verklaren is echter een brug te ver. Meer nog: The Special One valt wat betreft zijn selectiepolitiek weinig te verwijten.

In de eerste wedstrijd van het seizoen tegen Hull City acteerde De Bruyne nog op een hoog niveau, maar tegen Manchester United  – de voorlopig laatste basisplek in de competitie voor de Rode Duivel – was zijn prestatie veel bleker, al speelden de overige Blues eveneens niet bijster goed. Dat excuus kon hij niet gebruiken voor zijn optreden in de bekerwedstrijd tegen derdeklasser Swindon Town. Een gouden kans om zichzelf te bewijzen miste hij toen helemaal.

Dan is het logisch dat je naast de basiself kan vallen. Zeker in een club waar de concurrentie vooraan op de vleugel moordend is. Oscar, Mata, Hazard, Schürrle en Willian zijn stuk voor stuk toppers. Toppers waarvoor Chelsea om hen aan te trekken meer geld heeft moeten uitgeven dan bij De Bruyne. Op dat vlak heeft de Belg brute pech. Duurdere spelers hebben nu eenmaal een streepje voor. Kapitaalsvernietiging moet immers vermeden worden. Ook al is de eigenaar een steenrijke oligarch.

De voormalige Genkspeler beleeft een mindere periode in de Britse hoofdstad, maar wanhopen is nergens voor nodig. Niemand twijfelt aan het talent van De Bruyne, zelfs José Mourinho niet. Wel moet The Kid realistisch blijven. De stap van een Duitse staartploeg naar een Engelse topclub is groot en vergt een aanpassingsperiode.

Een uitleenbeurt na de wintermercato zou zeker geen verkeerde keuze zijn – potentiële kandidaten staan nu reeds in de rij – maar dat verandert op lange termijn weinig aan de situatie van De Bruyne. De concurrentie zal niet gauw verdwijnen bij Chelsea en is ook bij andere grote clubs aanwezig. Hij zal keihard moeten blijven werken indien hij een stek in het elftal van Mourinho wil veroveren. Een gegeven dat nieuw is voor de speler die bij zijn vorige clubs KRC Genk en Werder Bremen een onbetwiste basisspeler was en zich al eens een mindere prestatie kon permitteren. Met het talent aanwezig heeft hij echter alle kansen op een succesvol verblijf op Stamford Bridge in handen. Op voorwaarde natuurlijk dat De Bruyne dat talent nog aanvult met geduld en werkijver. Dan staan hem nog mooie tijden te wachten.

Evenwichtsoefening

Het voetbal houdt momenteel – met uitzondering van de Confederations Cup in Brazilië – een zomerslaap, maar de transfermarkt draait ondertussen op volle toeren. Daarbij zijn niet zelden Belgische spelers betrokken.

Zo werd afgelopen weekend duidelijk dat de overgang van Dries Mertens van PSV Eindhoven naar Napoli zo goed als rond is en bevestigde Atletico Madrid dat Chelseahuurling Thibaut Courtois een jaar langer het doel zal verdedigen van de stadsgenoot van Real. Zijn collega-doelman Simon Mignolet staat dan weer op zijn beurt op het punt een contract te ondertekenen bij Liverpool en ook andere Rode Duivels zoals Nacer Chadli, Axel Witsel, Toby Alderweireld en Radja Nainggolan zijn grof wild in het vizier van verschillende Europese clubs.

De interesse in Belgische spelers is niet nieuw, maar neemt elk jaar grotere proporties aan. De cijfers zijn duidelijk. Vergelijken we de huidige selectie met de lichting die actief was op het WK in Japan en Zuid-Korea elf jaar geleden, dan zien we dat de gezamenlijke transferprijzen van de spelers vervijfvoudigd zijn van 50 miljoen euro naar 250 miljoen. Een bedrag dat de komende tijd alleen maar zal toenemen.

En ook de namen van de clubs duiden het verschil. Onder leiding van Robert Waseige waren slechts acht van de 23 spelers uit de WK-selectie in 2002 actief bij een buitenlandse club. En dan nog bij niet bepaalde ronkende namen als Willem II, Hertha Berlijn en Derby County. Voor de meest recente interland deed huidig bondscoach Marc Wilmots daarentegen een beroep op slechts drie spelers uit onze vaderlandse competitie (als we Timmy Simons er bij rekenen die twee weken geleden de overstap maakte van het Duitse Nürnberg naar ‘zijn’ Club Brugge) en ze kwamen bovendien allen niet van de bank.

De namen van teams waarmee ons om de oren wordt geslagen duiden het talent van de huidige groep Rode Duivels en hun gretigheid om door te stoten tot de wereldtop. Ze nemen niet langer genoegen met een plek bij een middenmoter uit de Nederlandse of Franse competitie, maar beschouwen zo’n club eerder als een lanceerplatform naar het universum van Barcelona en co.

Daarbij moeten we echter de kanttekening maken dat de Duitse competitie, die dit jaar bewezen heeft stilaan te zijn uitgegroeid tot de nieuwe place to be in het voetballand opmerkelijk over het hoofd wordt gezien door onze Duivels. Daniël Van Buyten pendelt er nog tussen de basis en de bank bij Bayern en Igor de Camargo (uitgeleend door Borussia Mönchengladbach) en Koen Casteels zijn er nog actief bij staartploeg Hoffenheim, maar de Engelse Premier League lijkt met haar traditie en uitstraling nog steeds de voorkeur weg te dragen bij Vincent Kompany en zijn ploegmaats.

De honger voor een plaats bij een topclub is groot. Zeker omdat dat de kansen doet toenemen op een van de (dure) plekjes in de selectie en de basiself van bondscoach Marc Wilmots. Wilmots zal evenwel ongetwijfeld bij zijn keuze ook de factor speelgelegenheid in overweging nemen. Duivels met verhuisplannen denken dus maar beter twee keer na bij deze delicate evenwichtsoefening.

Zal bijvoorbeeld Dries Mertens bij Napoli, niet toevallig het nummer twee uit de Serie A van afgelopen seizoen, zich van een basisplaats kunnen verzekeren, wat met Simon Mignolet die bij Liverpool waarschijnlijk de strijd zal moeten aangaan met de ervaren Spanjaard Pepe Reina en kunnen de drie Chelseabelgen Eden Hazard, Kevin De Bruyne en Romelu Lukaku zich onder hun nieuwe coach José Mourinho doorzetten? Het zal vanuit de Houba de Strooperlaan allemaal met argusogen worden gevolgd.