De staat van het voetbal

De bal is rond en de wedstrijd duurt negentig minuten

Tag archief: EK

Teveel via klasseflitsen

Iets meer dan een week zijn de Rode Duivels nu bij elkaar ter voorbereiding op EURO 2016. Heel veel wijzer zijn we echter nog niet geworden wat betreft de staat van paraatheid van de nationale ploeg, aangezien veel oefensessies tijdens de stage in Zwitserland achter gesloten deuren plaatsvonden. Dat dat correcte berichtgeving soms verhindert is jammer. Zeker aangezien soms het verwijt valt dat de pers er weer eens naast zat in haar oordeel over bepaalde sportieve prestaties.

Het enige geschikte beoordelingsmoment was de oefeninterland tegen Zwitserland afgelopen zaterdag, maar ook dat moet met een korreltje zout worden bekeken worden aangezien de vele wissels het niveau in een vriendschappelijke wedstrijd niet ten goede komen en omwille van het feit dat Marc Wilmots nog geen beroep kon doen op zijn ganse kern door blessures en spelers met clubverplichtingen.

Toch kunnen de Duivels enkele belangrijke vaststellingen meenemen naar de rest van de voorbereiding. Ten eerste viel tegen Zwitserland het experiment achterin met Axel Witsel als rechtsback goed mee. De speler van Zenit Sint-Petersburg kwam nagenoeg nooit in de problemen. Bijna al het Zwitserse gevaar kwam langs de linkerflank. Natuurlijk zal Witsel nu niet bovenaan het lijstje staan van Marc Wilmots wanneer het gaat over het invullen van de rechtsbackpositie, maar het is goed om te weten dat er een extra alternatief voorhanden is.

Witsel werd echter samen met de geblesseerde Radja Nainggolan gemist op het middenveld. Moussa Dembélé kon al het goede dat hij het afgelopen seizoen bij Tottenham Hotspur niet doortrekken in de eerste oefeninterland bij de nationale ploeg. Samen met Marouane Fellaini zorgde hij niet voor het nodige evenwicht op het middenveld. Die laatste opstellen blijft bovendien een risico, want opnieuw liet hij zijn ellebogen gretig alle kanten opgaan. Al een geluk dat scheidsrechter Paolo Mazzoleni veel toeliet, maar wanneer het echt om de knikkers gaat, neemt Marc Wilmots maar beter in overweging of het wel de moeite is Fellaini te laten aantreden met het risico om vervolgens met een man minder verder te moeten.

Aanvallend was het meest positieve het doelpunt van Romelu Lukaku. Na zijn treffer in Portugal eind maart is het een goede zaak dat de oudste Lukaku opnieuw tot scoren komt. Voorheen werden er terecht vragen gesteld bij de vaak tegenvallende optredens van de aanvaller van Everton bij de nationale ploeg, maar meer en meer toont hij terecht aan helemaal bovenaan te staan wanneer het gaat over de pikorde bij de diepe spitsen.

Voor het overige verliep het vooraan veel stroever. De Rode Duivels bewezen voor een zoveelste keer dat wanneer de tegenstander zich terugtrekt en het spel aan hen laat, ze daar moeilijk mee om kunnen. Op dat vlak lijkt de ploeg maar geen progressie te kunnen boeken. Enigszins verontrustend op twee weken voor de start van een groot internationaal tornooi. Het team moet teveel rekenen op klasseflitsen van spelers als bijvoorbeeld Kevin De Bruyne. Tegen een goede middenmoter – zoals Zwitserland er een is – geraakt je daar nog mee weg, maar tegen topploegen volstaat dat meestal niet. Als de Rode Duivels verder willen mikken dan louter een plaats in de tweede ronde op het EK zal het dus de komende weken stukken beter moeten dan hetgeen ze in Zwitserland getoond hebben.

Nog niet te laat

Het heeft 32 jaar geduurd vooraleer de Rode Duivels zich nog eens konden plaatsten voor een Europees Kampioenschap, maar een reden tot feesten was dat niet afgelopen weekend. Dorpspleinen bleven leeg, autokaravaans waren niet te bespeuren en ook de spelersgroep zelf hield het relatief kalm.

Zo gek is die soberheid echter niet. Een voorlopig puntenaantal van 20 op 27 is verre van slecht, maar gezien de middelmatige tegenstand eigenlijk het minimum van het minimum. Kwalitatief gezien kon de kwalificatiecampagne eveneens stukken beter. Ook zaterdag tegen Andorra. De Duivels kwamen nooit in de problemen, maar echt overtuigen deden ze nu ook weer niet. Alweer legden ze beslag op de meerderheid van het balbezit, maar opnieuw deden ze daar te weinig mee, al nodigde het slechte en kleine kunstgrasveld niet meteen uit tot een swingende voetbalavond.

Het geëxperimenteer van Marc Wilmots in Andorra kan onvoldoende beoordeeld worden. De vertimmerde defensie werd nagenoeg niet onder druk gezet door het nummer 205 op de FIFA-ranking, Kevin De Bruyne die tot nu toe ongeveer de beste Rode Duivel was in de kwalificatiecampagne en zich centraal mocht laten gelden werd het leven niet bepaald zuur gemaakt en om de verdienstelijk debuterende Laurent Depoitre naar waarde schatten heb je eveneens een sterkere tegenstander nodig.

Daarom dat de wedstrijd tegen Israël vandaag wel degelijk nog enig belang heeft. De strijd om de groepswinst draait louter om prestige en de mogelijke eerste plaats op de FIFA-ranking is compleet zonder belang, maar met een ploeg die nog vol aan de bak moet in de strijd om de barrageplek in de kwalificatiepoule en toch wel wat kwaliteit in huis heeft krijgen de Duivels een niet onaardige opponent voor zich. De campagne richting Frankrijk zit er op, maar nu begint het pas voor de ambitieuze Belgen. Willen Kompany en co hun ambitie – op 10 juli van volgend jaar in het Stade de France zich tot Europees kampioen kronen – waarmaken, dan staat er nog een berg werk op ze te wachten. De pijnpunten zijn al langer bekend bij iedereen – een tegenstander die zich ingraaft niet kunnen ontwrichten, het ontbreken van een killer vooraan en een duidelijk spelsysteem en Hazard die maar zelden ontploft – maar oplossingen heeft Marc Wilmots daar nog niet voor kunnen formuleren.

Minder dan acht maanden voor de aftrap van de openingsmatch van EURO 2016 dringt de tijd, maar te laat is het nog niet. Louis van Gaal speelde het vorig jaar als Nederlands bondscoach op een veel kortere periode klaar om een minder getalenteerde groep naar een derde plaats op het WK in Brazilië te leiden en met Italië en Spanje dienen er zich volgende maand reeds twee stevige sparringpartners aan om lustig verder te sleutelen. Ondanks dat het ‘maar’ oefenwedstrijden zijn een interessant tweeluik, aangezien De Duivels uitgezonderd tegen een mak Frankrijk sinds het WK geen topploegen meer partij konden geven. Een mooie en misschien zelfs uitzonderlijke Belgische voetbalzomer behoort dus zeker nog tot de mogelijkheden. Eén waarin de dorpspleinen wel opnieuw volstromen en de autokaravaans toeterend door de straten rijden.

1 september

Twee dagen na de officiële start van het schooljaar beleven de Rode Duivels vanavond hun 1 september. De laatste transfers zijn afgerond, de blitse bolides aan het hotel geparkeerd en de haartjes in de juiste plooi gelegd. Excuses gelden niet in het Koning Boudewijnstadion.

Zeker na de laatste kwalificatiewedstrijd in Wales die uitdraaide op één grote ontnuchtering. Cardiff betekende voor de Rode Duivels een les in realisme. Zelden zagen we de nationale ploeg zo ongeïnspireerd aan het werk tegen een team dat het vooral moest hebben van enthousiasme en strijdlust. Een (lichte) afgang die vraagt om een antwoord. Positief is dat de spelersgroep dat ook lijkt te beseffen. In alle reacties in aanloop naar de wedstrijd op een uitverkochte Heizel schemerde de honger door.

Bosnië-Herzegovina lijkt ook de ideale tegenstander voor een revanche. De Bosniërs vormen een ploeg die net als de Belgen heel wat voetballend vermogen in huis heeft, worden buitenshuis niet voortgestuwd door een kolkend stadion zoals in Zenica en moeten met een 8/18 vol voor de zege gaan. Het lijkt dus weinig waarschijnlijk dat de Rode Duivels straks af te rekenen zullen hebben met een tegenstander die zich zal ingraven zoals Wales die afgelopen seizoen de Belgen twee keer op die manier hoofdbrekens bezorgde. Net zoals Hazard en co het graag hebben.

De Duivels grijpen vanavond ook maar beter de drie punten – met een beetje pech vallen ze bij een nederlaag terug naar een vernederende voorlaatste plaats in de poule – maar belangrijker nog is de prestatie die ze leveren. De Belgen staan immers weliswaar op een onwaarschijnlijke tweede plaats op de FIFA-ranking, maar voetballen momenteel hoegenaamd niet op dat niveau. Wereldwijd worden we bejubeld om onze sterren, maar op het veld valt dat te weinig te merken. Tot nu toe in deze kwalificatiecampagne voor EURO 2016 noteerden we – uitgezonderd de makkelijke overwinningen tegen dwergstaat Andorra en de halve B-ploeg van Cyprus – een goede openingsfase op bezoek bij Bosnië-Herzegovina en een prima eerste helft in en tegen Israël. Over zes wedstrijden beschouwd zeer magertjes, zeker voor een groep die altijd heeft uitgeroepen op het EK voor het allerhoogste te willen gaan.

In dat opzicht is het jammer dat bondscoach Marc Wilmots Axel Witsel meer dan waarschijnlijk opnieuw een rij achteruit zal schuiven naar de positie van verdedigende middenvelder. Dat betekent meer zekerheid, maar ook minder aanvallende impulsen. Je pionnen moet je uitspelen op hun beste positie en dat is voor Witsel in het offensieve compartiment. Bovendien mogen de Duivels wel dat tikkeltje arrogantie uitstralen dat ze zich niet aanpassen aan een tegenstander.

Hoe dan ook wordt het Koning Boudewijnstadion laten kolken vlak na de start van het schooljaar meteen al het grote examen voor de Rode Duivels die nagenoeg met hun sterkste bezetting kunnen uitpakken. Een tweede zit kunnen ze zich niet permitteren. Zondag in Cyprus valt daarvoor te weinig eer te rapen.

Geslaagde openingskilometer

Omwille van het uitstellen van de interland in en tegen Israël hebben we er een maand langer dan voorzien op moeten wachten, maar uiteindelijk zijn de Rode Duivels toch begonnen aan hun kwalificatiecampagne voor EURO 2016 in Frankrijk. Met succes, met een vier op zes hebben de Belgen hun start niet gemist.

Over de openingspartij tegen Andorra moeten niet al te veel woorden worden vuilgemaakt. In wedstrijden tegen een allegaartje van tuinmannen, receptionisten en kleuterleiders valt weinig eer te rapen, maar toch slaagden Kompany en co erin een vol stadion na het laatste fluitsignaal met een tevreden gevoel naar huis te sturen. Er werd wervelend voetbal geserveerd op de Heizel, gekruid met technische hoogstandjes en een paar fraaie doelpunten. Ook al is het dan maar tegen Andorra en zijn wedstrijden als deze eigenlijk niet meer van deze tijd, de prestatie van de Duivels was een mooie openingskilometer van de weg naar Frankrijk.

Dat die weg enkele verraderlijke bochten kan bevatten werd enkele dagen later duidelijk in Bosnië-Herzegovina. Het was bij momenten pompen of verzuipen voor de Belgen in Zenica. De stap vooruit die de Duivels zouden moeten zetten om na het WK verder te blijven groeien was nog niet te bespeuren. Daarvoor speelden ze te slordig en gaven ze te veel ruimte weg. Edin Dzeko en Miralem Pjanic, de enige spelers bij Bosnië-Herzegovina die het verschil kunnen maken, zullen ongetwijfeld al moeilijkere avonden meegemaakt hebben.

Marc Wilmots heeft dus nog een stevige brok huiswerk voor de boeg wil hij met zijn team hoge ogen gooien binnen twee jaar in Frankrijk, maar ondermaats was de prestatie nu ook weer niet. In de eerste plaats omwille van het resultaat. Een gelijkspel op bezoek bij de dichtste concurrent voor de eerste plaats in de poule is een gewonnen punt, geen verloren. Daarnaast verdient het openingskwartier van de Duivels van zowel de eerste als de tweede helft een eervolle vermelding. In dat halfuur speelden de Belgen zoals het handboek ‘Succesvol zijn op een EK’ het voorschrijft. De Bosniërs werden toen in eigen huis in het defensief gedwongen. Iets dat nog maar weinig ploegen ooit gelukt is.

Bovendien is het ook een boeiende vaststelling dat de concurrentie binnen de Belgische kern alsmaar groter wordt. Radja Nainggolan was er al een paar keer bij, maar lijkt na de afgelopen twee interlands stilaan definitief zijn doorbraak te hebben geforceerd. De middenvelder van AS Roma combineerde in Zenica en Brussel een over-mijn-lijk-mentaliteit met een technisch zeer sterke speelstijl. De geboren Antwerpenaar louter als een breker bestempelen is dus intellectueel oneerlijk. Offensief droeg hij afgelopen week meer dan voldoende zijn steentje bij. Hij zal Marc Wilmots binnen een maand wanneer de wedstrijden tegen IJsland en Wales op het programma staan voor een nog moeilijkere keuze zetten wanneer de elf basispionnen op het bord moeten worden gezet.

Dat is maar goed ook, want op sommige posities bij de Rode Duivels zoals centraal in de verdediging na het pensioen van Daniel Van Buyten is de spoeling niet al te groot. Met het oog op de EK-kwalificatie zal dat niet voor problemen zorgen, aangezien 24 ploegen recht hebben op een ticket richting Frankrijk, maar indien de Duivels op de eindronde potten willen breken moet de strijd voor een plaatsje in het elftal nog aangescherpt worden.

Perpetuum mobile

Met de WK-finale Duitsland-Argentinië hebben we eindelijk een punt kunnen zetten achter het voetbalseizoen 2013-2014. Al is een einde natuurlijk relatief in de week waarin Zulte Waregem als eerste Belgisch club de nieuwe jaargang aftrapt in de voorrondes van de Europa League, voorrondes die trouwens al sinds 1 juli aan de gang zijn.

Het perpetuum mobile dat het moderne voetbal is geworden is ongetwijfeld nefast voor de fysieke paraatheid van de voetballers, maar het spelniveau heeft er op het WK in ieder geval niet onder geleden. De afgelopen maand hebben we mooi voetbal geserveerd gekregen. Veel doelpunten, af en toe een verrassende wending – wie vooraf Costa Rica de kwartfinales zag bereiken zou bij de bookmakers een gouden zaak hebben kunnen doen – en een stevige dosis spankracht. Ideaal voor de lange zomeravonden in juni en juli.

Aan de eindzege van de Duitsers valt weinig af te dingen. In de finale had de Mannschaft niet veel overschot – wat ook de verdienste was van een stevig Argentijns blok – maar op basis van een gans tornooi presteerde Duitsland van alle ploegen het meest constant. Al van in de groepsfase stonden Neuer en co er, daarbij steeds beredeneerd voetbal koppelend aan frivole combinaties. En als we binnen twintig jaar op dit WK terugblikken, zullen ze de hoofdrolspelers zijn van de eerste wedstrijd die we ons voor de geest kunnen halen: de halve finale Brazilië-Duitsland. Met 1-7 de grootste nederlaag ooit voor de Seleção en bovendien het eerste verlies voor de Brazilianen in eigen huis in een match met inzet sinds 1975. Niet dat het de vierde wereldtitel voor de Duitsers rechtvaardigt, maar het geeft het wel extra glans.

De triomf van de spelers van Joachim Löw komt niet uit de lucht vallen. De alom geprezen drastische vernieuwingsoperatie na het faliekant afgelopen Euro 2000 waarbij het Duitse voetbal nagenoeg van nul opnieuw werd opgebouwd, werpt duidelijk zijn vruchten af. Onder meer de oprichting van onafhankelijke voetbalacademies, strengere regels voor de clubs wat betreft jeugdopleiding en een grotere focus op tactiek en techniek hebben de Mannschaft gebracht waar het vandaag staat: aan de top van het wereldvoetbal. Sinds 2006 bereikten onze oosterburen op elk WK en EK minstens de halve finale.

Niets wijst erop dat het Duitse succes de komende jaren zal afnemen. Net zoals de voetbalkalender geen seizoenen meer kent, denkt de viervoudige wereldkampioen niet in cycli. Bondscoach Löw dient zijn groep constant een shot verjonging toe. Ook voor het afgelopen tornooi selecteerde hij enkele talenten zoals Erik Durm en Matthias Ginter. Een goede jeugdopleiding is immers zinloos indien er geen trainer opstaat die die jongeren kansen geeft. Marc Wilmots heeft dat met de WK-tickets voor Divock Origi en Adnan Januzaj duidelijk ook beseft. Dat Wilmots dus die ingeslagen weg maar verder blijft bewandelen.

Tweede zit

Europa kreunt onder de Zuid-Amerikaanse WK-zon. Het continent dat de bakermat vormt van het voetbal heeft met Kroatië, Spanje, Italië, Engeland en Bosnië-Herzegovina al vijf teams zien terugkeren na de eerste ronde van het WK en daar blijft het waarschijnlijk niet bij. Portugal en Rusland balanceren op de rand van de uitschakeling en zelfs Duitsland kan – mits een grote dosis pech weliswaar- vanavond nog huiswaarts gestuurd worden.

Vooral de eliminatie van Spanje, Italië en Engeland doet de wenkbrauwen fronsen. Samengeteld zijn de grootmachten, die de sterkste competities ter wereld herbergen goed voor vier Europese titels en zes WK-eindoverwinningen. Opmerkelijk dus, maar de uitschakeling van de drie landen was niet onverdiend. In de groepsfase scoorden ze samen 7/27, een flinke tweede zit.

Of het om een structureel probleem gaat, valt moeilijk aan te tonen – een WK is immers een momentopname dat slechts om de vier jaar wordt georganiseerd – maar de bestuurskamers in Londen, Rome en Madrid maken maar beter werk van de toekomst. Natuurlijk speelt de toenemende concurrentie veroorzaakt door de mondialisering van de sport ook een rol, maar feit blijft dat Engeland al jaren ter plaatse lijkt te trappelen op internationaal niveau en dat vooral Italië en Spanje over een selectie beschikken, waarvan de sleutelspelers veteranen zijn van vele oorlogen. Te veel oorlogen misschien. Buffon, Pirlo, Xavi en Torres zijn monumenten, maar met oog op de volgende EK en WK’s moet er niet meer op hen gerekend worden.

In het geval van Spanje lijkt die wissel van de wacht geen probleem. De jeugdploegen van La Furia Roja grossieren in Europese titels zoals andere stervelingen postzegels verzamelen en op wereldkampioenschappen praat de Spaanse jeugd ook vaak een hartig woordje mee. Maar bij Engeland en Italië liggen de kaarten anders. De spelers van wereldniveau zijn bij de Azzurri en de Three Lions op één hand te tellen en van een echte doorstroming leek de afgelopen jaren alvast geen sprake.

Dat het groot aantal buitenlanders in de competities de verjonging van de nationale ploegen niet bepaald bevordert klopt, maar op dat fenomeen moeten we ons niet blindstaren. Ook al is de 6+5-regel van de FIFA die meer kansen aan eigen jeugdspelers wilde geven een stille dood gestorven wegens in strijd met de Europese wetgeving, niets belet de nationale bonden om echt werk te maken van een doordacht jeugdbeleid.

Engeland en Italië kunnen een voorbeeld nemen aan hun Duitse collega’s die na hun pijnlijke exit met één schamel punt op Euro 2000 een paleisrevolutie doorvoerden. Onder meer strengere regels voor de clubs, onafhankelijke voetbalacademies en een grotere focus op tactische en technische training hebben ervoor gezorgd dat onze oosterburen het laatste decennium hun plaats aan de top opnieuw hebben ingenomen. De WK-gebuisden weten dus wat hen te doen staat. Al komt dat misschien nog te vroeg, het EK van 2016 in Frankrijk piept als eerste herexamen reeds om de hoek.

Eden Hazard en de opdracht voor Marc Wilmots

Voetbal – de teamsport bij uitstek – en individuele onderscheidingen. We zullen het nooit een goede combinatie vinden. Zeker als het een prijs is die wordt uitgereikt voor een prestatie over een korte periode. Maar dat Eden Hazard de afgelopen tijd niet de trofee van “Speler van de Maand” in de Engelse Premier League op zijn schoorsteenmantel heeft kunnen zetten, is desalniettemin hoogst opmerkelijk. Zijn coach bij Chelsea José Mourinho wond zich er ook al over op. Nu windt de Portugees zich wel over meer zaken op – zodanig zelfs dat het een beetje belachelijk wordt – maar deze keer heeft de Special One overschot van gelijk.

Hazard is er dit seizoen tot nu toe met glans in geslaagd te doen wat Mourinho bij zijn aanstelling hem had opgedragen: meer bepalend zijn. De statistieken spreken voor zich. In de sterrenkern van de Londense club werd er niemand dit seizoen zo vaak tussen de lijnen gebracht als de Belgische nummer zeventien, alle competities meegeteld 43 wedstrijden. En in dat indrukwekkend aantal matchen vond hij maar liefst zestien keer de weg naar de netten van de tegenstander en deelde hij een karrenvracht aan assists uit. Vreemd dus dat hij nog niet tot “Speler van de Maand” werd verkozen en Jan Vertonghen en Marouane Fellaini niet in die lijst kon vervoegen. Niet dat Hazard elke match de spelbepalende man bij uitstek is bij Chelsea, maar zijn jonge leeftijd maakt zijn prestaties nog opmerkelijker.

Bondscoach Marc Wilmots zal het alvast niet aan zijn hart laten komen. Hij heeft andere katten te geselen. Na de twee nederlagen in de vriendschappelijke interlands van november tegen Colombia en Japan, konden de Rode Duivels eerder deze maand opnieuw niet overtuigen tegen een land dat er ook op het WK zal bij zijn, Ivoorkust. Een 2-0 voorsprong, bijeengesprokkeld in een degelijke eerste dertig minuten voor de pauze en een dito eerste kwartier na de rust werd te gemakkelijk uit handen gegeven. Surfend op de golf van enthousiasme die er de laatste maanden is ontstaan rond de nationale ploeg, moeten Kompany en co nuchter blijven. Al te grote ambities passen niet bij een ploeg die twaalf jaar lang zich niet kon kwalificeren voor de eindronde van een EK of WK.

Anderzijds moet de één op negen in de afgelopen oefenwedstrijden niet gedramatiseerd worden. Een midweekwedstrijd met de nationale ploeg behoort niet tot de prioriteiten van spelers die elk weekend vol aan de bak moeten in de sterkste competities van de wereld. Begrijpelijk ook, 270 minuten interlandvoetbal zal niet het criterium vormen voor Marc Wilmots om binnen twee maanden zijn groep samen te stellen waaruit de definitieve WK-kern zal gepuurd worden. Als die keuze al niet voor een groot deel gemaakt is, zullen de prestaties in de Premier League, de Bundesliga, de Serie A enzoverder veel meer de doorslag geven.

Daar ligt trouwens de belangrijkste taak op Wilmots te wachten, het managen van zijn selectie. Leren voetballen hoeft hij zijn spelers heus niet meer te doen en de conditie wordt onderhouden bij de respectievelijke clubs. Maar het behoort wel tot zijn jobomschrijving om een kern te kiezen die een lange periode samen kan leven en om zo veel mogelijk onrust binnen en rondom die groep te vermijden. Op zich een haalbare taak, maar de geschiedenis leert ons dat er in aanloop naar een groot tornooi altijd wel deining over iets en/of iemand ontstaat. Dat zal deze keer niet anders zijn. We kijken er dus nu al naar uit of Marc Wilmots zijn kwaliteiten als leider van een groep– een van de redenen waarom hij uitgekozen werd als bondscoach – ten volle zal kunnen ontplooien.

Captains of industry en supporters

2014 is reeds begonnen, maar terugblikken op het voorbije jaar is in deze periode nog toegestaan. Als de winter op zich mag laten wachten, mag dat ook zo zijn voor dit stuk. Oneven jaartallen op voetbalgebied krijgen nooit echt een prominente plaats in de geschiedenisboeken, de immense prijzenoogst van Bayern München in 2013 even buiten beschouwing gelaten. Een WK of EK vormt immers vaak de extra specerijen die het voetbaljaar kruiden. De Confederations Cup kan daar weinig aan veranderen, desondanks we het optreden van Brazilië en Neymar in het bijzonder best konden smaken. Het toernooi  blijft te veel de schoonmoeder die na een lang en slopend voetbalseizoen nog eens bezocht moet worden.

Wanneer we inzoomen op België onderscheidden twee groepen mensen zich in 2013. Voor de eerste categorie geldt dit op negatief vlak: zakenmannen die zich inkopen in een club. Dat dit vaak nefaste gevolgen heeft voor een team en zelf faliekant kan aflopen werd dit jaar veelvoudig aangetoond. Zulte Waregem bijvoorbeeld kende een haast uniek seizoen. Tot enkele dagen na het einde van de competitie. Niet alleen omdat Essevee op een ongelukkige manier de titel in het Anderlechtse Astridpark moest achterlaten, maar ook omdat toen duidelijk werd dat de toenmalige CEO Patrick Decuyper een schaamteloos koehandeltje was gestart met de stamnummers van Zulte Waregem en KV Oostende met als doel het failliete Beerschot opnieuw leven in te blazen. Dat hij daardoor duizenden fans op het hart trapte was de man blijkbaar helemaal ontgaan.

Na het evenzeer onfrisse verhaal over de voorkeursbehandeling van speler Thorgan Hazard, bedongen door diens manager John Bico, restte Decuyper nog maar één uitweg: de uitgang. Die werd ook gevonden door Patrick Vanoppen, grote baas bij Beerschot. Alleen ging zijn club ook ten onder. Vanoppen had zijn eigen financiële draagkracht overschat en maakte de cruciale fout om velen tegen zich in het harnas te jagen. Toen het Beerschotschip na jaren van financiële problemen finaal aan het zinken was, werden op die manier ongetwijfeld potentiële reddingssloepen gemist.

Twee andere captains of industry in de Jupiler Pro League die 2013 wel overleefden, beleefden ook een verre van aangenaam jaar. Bart Verhaeghe, voorzitter en eigenaar van 75 procent van de aandelen bij Club Brugge nam na Georges Leekens ook afscheid van diens opvolger Juan Carlos Garrido en stelde vervolgens de tegenpool van de minzame Spanjaard Michel Preud’homme aan als hoofdcoach. Opnieuw een fikse bocht in het beleid in het Jan Breydelstadion, waardoor de vraag gesteld kan worden wat de visie nu is van blauw-zwart. Standardpreses Roland Duchâtelet ontsloeg ook een trainer – Mircea Rednic – en moest dat bekopen met een opstand van een deel van de Luikse aanhang. Iets wat zo’n grote indruk bij de man achterliet dat hij besliste om de club te koop te zetten. Maar geen nood, ondertussen heeft hij met het Duitse Carl Zeiss Jena en het Engelse Charlton Athletic reeds twee andere teams in zijn portefeuille …

Decuyper, Vanoppen, Duchâtelet en Verhaeghe botsten of botsen allemaal op een ijzeren wet: een club is niet hetzelfde als een bedrijf. De fundamenten van een voetbalploeg zijn de fans, wat al te vaak vergeten wordt door de mannen in het maatpak en de bijhorende blitse wagen. In Duitsland is dat besef er wel. Niemand kan er meer dan 49 procent van de aandelen van een team bezitten en er wordt ook veel aandacht besteed aan participatie van de fans. Daardoor wordt voor een groot stuk vermeden dat clubs gereduceerd worden tot de speeltjes van de happy few.

Duchâtelet en co zijn slechts passanten, supporter zijn daarentegen blijf je in goede en kwade dagen. De fans zijn de tweede groep die zich heeft onderscheiden in 2013. Het is de ultieme tegenpool van de eerste categorie. Toen Patrick Vanoppen Beerschot de afgrond inreed, hebben zij de club opnieuw naar boven getakeld. Weliswaar slechts tot het niveau van eerste provinciale – tegenstanders heten nu Schriek en Houtvenne in plaats van Anderlecht en Club Brugge – maar de beleving is voor het grootste deel intact gebleven. Nog steeds trekken er duizenden mensen om de twee weken naar het Kiel en tegenstanders moeten zelfs uitwijken naar andere stadions omdat hun infrastructuur niet aangepast is aan de hoeveelheid Beerschotsupporters. In de kelders van het Belgische voetbal is het nu elke speeldag feest en dat niet alleen voor de penningmeester.

Het beste bewijs dat fans wel degelijk het verschil kunnen maken. Zo ook bij de nationale ploeg. De tricolore supporters lieten zich dit jaar van hun beste kant zien. Het volkslied van de tegenstander uitfluiten werd vervangen door een stevig applaus en de uitwedstrijden in Schotland en Kroatië waren steeds één groot feest. Geen baldadigheden, geen oproer. Gewoon supporteren voor iets, niet tegen iets. Een causaal verband trekken is altijd gevaarlijk, maar het heeft de prestaties van de nationale ploeg zeker niet negatief beïnvloed. Na twaalf jaar staan de Rode Duivels nog eens op een groot internationaal toernooi. De overwinning van een geweldige generatie voetballers, maar ongetwijfeld ook die van een fantastische schare supporters. Zolang er fans bestaan, is er nog hoop.

Eindexamen

Vanavond om 19u45 zullen we het eindelijk weten. Verzilveren de Rode Duivels hun eerste van twee kansen – eventuele barragewedstrijden buiten beschouwing gelaten – om zich te plaatsen voor het WK in Brazilië van volgend jaar of niet?

Niemand die er op de 30.528 km² die ons land groot is nog aan twijfelt dat de kwalificatie alsnog uit de handen van Kompany en co kan glippen. Ontypisch Belgisch zelfvertrouwen dat neigt naar hoogmoed, maar op basis van de huidige campagne is die houding helemaal niet zo gek. Al speelde de factor geluk soms een rol, de Duivels kunnen met tachtig procent van de voorronde reeds achter de rug, een bijna perfect rapport  voorleggen. Slechts twee punten laten liggen en evenveel tegendoelpunten. Het zijn cijfers die niet liegen.

De kans dat we vanavond en vannacht reeds getuige kunnen zijn van toeterende autokaravaans, uitgelaten fans en cafébazen die hun slabakkende omzet op enkele uren tijd zien verdriedubbelen is meer dan aanwezig. De Kroatische selectie van bondscoach Igor Stimac is immers op sportief vlak niet superieur tegenover de kern waarop zijn collega Wilmots een beroep kan doen. Dat bewijst een louter empirische vergelijking, maar ook de heenwedstrijd vorig jaar in Brussel. Modric en co slaagden er toen – als enige tot nu toe in deze kwalificatiecampagne – de Belgen pijn te doen, maar kopje onder gingen de Duivels niet. Na 90 minuten kon het 1-1 gelijkspel alleen maar als billijk worden omschreven.

Bovendien is dit Kroatië een gewond dier. Sinds de onverwachte nederlaag in juni thuis tegen Schotland hebben de Vatreni de leiding bovenaan de kwalificatiepoule moeten lossen en sindsdien is de ploeg in een neerwaartse spiraal terecht gekomen. De fans hebben het voor een stuk laten afweten en het rommelt binnen de ploeg. Sterspeler Luka Modric stelde deze week openlijk de tactiek van bondscoach Stimac in vraag.

De malaise binnen de Kroatische ploeg kan zich echter ook tegen de Rode Duivels keren. Het vormde in de aanloop naar de wedstrijd de perfecte aanleiding voor Stimac om de favorietenrol behendig door te schuiven naar de Belgische elf. Ideaal dus om vanuit een egelstelling te verrassen. Want vergis je niet, deze tegenstander is een team dat reeds vele watertjes doorzwommen heeft. Het bulkt van de ervaring binnen de selectie – ook zonder de geschorste routiniers Simunic en Srna – en sinds het WK in Japan en Zuid-Korea tekende het op vier van de vijf grote toernooien present. Ook al heerst er zogezegd een crisis, de Rode Duivels zullen geconfronteerd worden met een team dat met het mes tussen de tanden zal spelen. En ook al zullen er slechts 20.000 fans naar het aftandse Maksimirstadion trekken, het kan er grondig spoken.

De troepen van Marc Wilmots zullen dus niet alleen moeten bewijzen dat ze kunnen voetballen. Dat wisten we al langer dat ze dat kunnen. Ze zullen ook moeten aantonen dat ze op vlak van maturiteit en leepheid progressie geboekt hebben. Een kwaliteit die op het hoogste niveau vaak het verschil maakt tussen winst of verlies. Het eindexamen voor een team dat de ambitie heeft door te stoten naar de eindronde van een WK of EK.

In dat opzicht is de afwezigheid van Vincent Kompany die altijd rust en controle brengt in een elftal een groter gemis dan zijn sportieve toegevoegde die ook buiten kijf staat. De Rode Duivels zijn evenwel meer dan alleen Kompany. En indien de ploeg Zagreb zou moeten verlaten met een onvoldoende, is er dinsdag altijd nog de tweede zit voor eigen publiek tegen Wales.

Neymar en de Confederations Cup

Het voetbalseizoen 2012-2013 zit er na de finale van de Confederations Cup afgelopen weekend op. Al is een einde natuurlijk zeer relatief, rekening houdend met het feit dat alle Belgische eersteklassers reeds volop in de voorbereiding op de nieuwe competitie zitten. Het voetbal is een kind van de moderne samenleving: 24 uur op 24, zeven dagen op zeven. Een rijk waar de zon nooit onder gaat.

De finale van de Confederations Cup tussen Brazilië en Spanje kon weliswaar nooit beklijven, maar was toch een aardige meevaller voor wie besloten had laat op te blijven. De factor Neymar had daar voor een groot deel mee te maken. Hij bewees nog maar eens de ster van het tornooi te zijn. Met weeral een doelpunt had hij een groot aandeel in de zege en de vierde eindoverwinning in de geschiedenis van de competitie tussen de kampioenen van de verschillende continenten, de wereldkampioen en het gastland dat volgend jaar het WK organiseert. Bovendien was het net zoals zijn overige drie treffers een pareltje. Neymar bezit de zeldzame gave om schoonheid aan efficiëntie te koppelen. Een Picasso die even goed muren kan witten.

Spelers als Neymar zijn ook broodnodig voor het voetbal in het algemeen. Altijd dat tikkeltje controverse opzoeken, een paar straffe uitspraken in de media en af en toe een rode kaart. Zo werd hij twee jaar geleden eens uitgesloten, omdat hij tijdens de wedstrijd een doelpunt vierde met op zijn gezicht een masker van zichzelf. Een beetje bad boy gehalte is het peper en zout van de sport.

In dat opzicht zijn er sterke gelijkenissen met het Italiaanse enfant terrible Mario Balotelli. Alleen wisselt die laatste te vaak briljante ingevingen af met momenten waarop je evengoed naar het testbeeld van je televisie kan zappen. Neymar compenseert daarentegen zijn uitschuivers steeds met een karrenvracht aan doelpunten. In 103 wedstrijden bij het Braziliaanse Santos vond hij 54 keer de weg naar de netten. Bij de nationale ploeg zit hij na 39 selecties aan 24 treffers.

Maar hoe zeer hij de Confederations Cup naar zijn hand zette, het kon niet verbergen dat de Seleção allesbehalve indruk maakte op de officieuze generale repetitie voor het WK van volgend jaar. De huidige generatie valt in het niets uit wanneer er vergeleken wordt met het tijdperk van Rivaldo en Ronaldo en al helemaal wanneer dezelfde oefening wordt gemaakt met de ploegen van Bebeto en Romario of Pelé en Garrincha.

De winst van het tornooi kunnen we zeker als verdiend bestempelen, maar moet ook gerelativeerd worden. De tegenstand – Spanje voorop – liet vooral blijken dat dit tornooi de hindernis te veel was in het lange seizoen. Net zoals op de vorige editie in Zuid-Afrika trouwens, waar La Furia Roja zich knullig in de halve finale liet uitschakelen door de Verenigde Staten, maar respectievelijk één en drie jaar later de puntjes op de i zette door de WK- en EK-titel in de wacht te slepen.

Bovendien mogen we ons op de prestaties van Brazilië op de Confederations Cup niet blind staren. Dat de selectie van Scolari de voorbije jaren door een reeks van slechte resultaten in oefeninterlands is weggezakt naar de 22ste plek op de FIFA-ranking, een historisch dieptepunt, mag zeker niet vergeten worden. Neen, dit Brazilië is dus zeker niet de topfavoriet om volgend jaar in eigen land voor een zesde WK-eindzege te strijden.

Wel zullen we ondertussen benieuwd zijn of Neymar zijn stempel zal kunnen drukken bij zijn nieuwe ploeg Barcelona. En of er uiteindelijk zal geluisterd worden naar de stem van de duizenden Brazilianen die terecht het parasiterend gedrag van de FIFA en de exorbitante bedragen die de overheid aan het WK spendeert aanklagen. Nog meer dan Neymar, waren de demonstranten het gegeven dat we zullen onthouden van deze Confederations Cup.