De staat van het voetbal

De bal is rond en de wedstrijd duurt negentig minuten

Tag archief: Cyprus

Bloed, zweet en tranen

Vanavond staan de Rode Duivels met een interland in en tegen Cyprus voor hun herstart van de kwalificatiecampagne richting het WK dat binnen twee jaar in Rusland plaatsvindt. Het officiële startschot hebben ze immers grandioos gemist. Vorige donderdag was misschien slechts een oefeninterland – een wedstrijd waar doorgaans weinig belang aan gehecht moet worden – maar de Rode Duivels hadden na een teleurstellend EK waar naast een unieke kans op een finaleplek werd gegrepen wat recht te zetten.

Iedereen wist dat een nederlaag tot de mogelijkheden behoorde tegen een van de sterkste elftallen op deze planeet, maar dat de Duivels zo inspiratieloos en ogenschijnlijk ongeïnteresseerd voor de dag kwam was omwille van de bovenstaande reden onvergefelijk. Dat er slechts 30.000 toeschouwers opdaagden, moest nochtans een duidelijke hint zijn dat de steun van het publiek ver reikt, maar niet eindeloos is. Wat al helemaal de wenkbrauwen deed fronsen, was het feit dat het merendeel van de spelers dat in de interviews na de wedstrijd onvoldoende leek te beseffen.

Daarom dat er vanavond in GSP-stadion zoveel meer op het spel staat dan louter drie punten. Natuurlijk kunnen Hazard en co alleen maar tevreden zijn met een overwinning tegen het nummer 86 op de FIFA-ranking – ook omdat er met Bosnië-Herzegovina in oktober voor de volgende opdracht een veel betere tegenstander zich aandient – maar ook de manier waarop de zege tot stand komt zal belangrijk zijn. Een topprestatie tegen Cyprus moeten we niet overschatten, maar negentig minuten lang bikkelen en het truitje nat maken is broodnodig om de steun voor de nationale ploeg bij het publiek niet helemaal te laten afkalven. Met welke tactiek en veldbezetting dat gebeurt is van ondergeschikt belang. De discussies daarover kunnen altijd later nog gevoerd worden. Eerst moeten de problemen bij de wortel worden aangepakt.

Voor bondscoach Roberto Martínez staat er echter ook heel wat op het spel. De Engelse Spanjaard verdient in principe alle tijd om een nieuw verhaal op te bouwen bij de nationale ploeg, maar de wedstrijd tegen zijn geboorteland donderdag was ongeveer de slechtst denkbare binnenkomer die tot de mogelijkheden behoorde. Opnieuw een domper kan Martínez missen als kiespijn. Dan wordt de rust die hij nodig heeft om te bewijzen dat hij een geschiktere coach is dan Marc Wilmots grondig verstoord en dreigt hij van evaluatiemoment naar evaluatiemoment te sukkelen. Een situatie waarin een langetermijnbeleid onmogelijk wordt.

Revanche

Habemus een nieuwe bondscoach: Roberto Martínez krijgt de komende jaren de Rode Duivels onder zijn hoede. Opvallend dat het nieuws nu al werd gecommuniceerd, slechts een paar dagen na de deadline voor het opsturen van de kandidaturen.  Een teken aan de wand dat de KBVB overtuigd is van zijn keuze voor de Catalaan die reeds meer dan twintig jaar aan de andere kant van het Kanaal resideert.

In de gegeven omstandigheden weliswaar, want reeds nadat de sollicitatieprocedure werd gecommuniceerd was het duidelijk dat de KBVB niet mikte op een coach uit de absolute top. Alsof een José Mourinho braaf zijn cv zou opsturen samen met een zorgvuldige geschreven motivatiebrief. De gevolgde procedure was niet meer dan een handigheidje om gênante situaties uit de weg te kunnen gaan. De financiële slagkracht van de bond is immers beperkt, of er nu een topteam klaar staat om te coachen of niet.

Dat wil echter niet zeggen dat ze aan de Houba de Strooperlaan een trainer hebben binnengehaald zonder potentieel. Want er zit zeker toekomstmuziek in de samenwerking met Martínez. Ten eerste is de Spanjaard iemand die het Britse voetbal door een door kent en er uitstekende contacten heeft, wat een groot voordeel is voor een spelersgroep waarvan de meerderheid van de leden actief is in de Premier League. En daarnaast staat Martínez als coach voor een voetbal dat de Rode Duivels op het lijf geschreven is: aanvallend met een grote nadruk op het balbezit. Met de voormalige trainer van onder meer Everton heb je daarbij bovendien de garantie op een tactisch systeem. Wat bij zijn voorganger Marc Wilmots veel minder het geval was.

Het blijft wel een feit dat Martínez zijn imago van beloftevolle trainer voor een groot stuk verloren heeft nadat hij bij zijn laatste werkgever Everton de afgelopen twee seizoenen in een neerwaartse spiraal terecht was gekomen, maar dat hoeft bij de nationale ploeg geen probleem te zijn. De Rode Duivels zitten immers ongeveer in hetzelfde schuitje. Ook zij konden sinds het WK in Brazilië ondanks het aanwezige talent geen stap meer vooruit zetten en de verwachtingen inlossen. Dat kan een bindmiddel zijn tussen de groep en de coach: beiden zijn uit op revanche.

De tijd is ook de bondgenoot van de nieuwe bondscoach. De eerste opdracht is reeds op 1 september met de vriendschappelijke interland tegen Spanje, maar dat is niet meer dan spielerei, zeker in deze fase van het seizoen. En ook de komende twee jaar kan Roberto Martínez in relatieve rust verderwerken, aangezien in de kwalificatiepoule voor het WK in Rusland de Rode Duivels met als tegenstanders Bosnië-Herzegovina, Griekenland, Estland, Cyprus en Gibraltar nooit in de problemen mogen komen. De ideale kandidaat was hij niet voor de functie, maar met al de hier opgesomde elementen op zak lijkt de coach voldoende gewapend voor de functie. Een eventueel communautair conflict kan er alvast niet uitbreken, aangezien de man geen enkele van de drie landstalen machtig is.

De bondscoach, die ploegde voort

Vorig week zondag in het GSP-stadion in Nicosia omstreeks 23.30u lokale tijd: de Russische scheidsrechter Vladislav Bezborodov maakt een einde aan de partij van de Rode Duivels tegen Cyprus. De stadionspeaker laat prompt het themanummer van de Muppet Show door de boxen gallen. Of er enig sarcasme mee gemoeid was weten we niet, maar de brave man – of vrouw natuurlijk, lang leve gendergelijkheid – had het haast niet beter kunnen kiezen. Ook al was er sowieso amper eer te halen in een land waar het zand op de stranden van groter belang is dan de grassprieten op de voetbalvelden, wat Kompany en co neerzetten was ongeveer van het slechtste dat we de afgelopen jaren van de nationale ploeg zagen.

Het feit dat de wedstrijd werd beslist door een klasseflits van het trio De Bruyne-Mertens-Hazard was ongeveer het enige positieve dat er te onthouden viel. Voor het overige was het huilen met de figuurlijke pet op. Veel individuele fouten en amper uitgespeelde aanvallen: we zijn nog niet eens half september, maar de Duivels leken eerder bezig aan een eindeseizoensmatch. Op enkele uitzonderingen na stonden ze inspiratieloos op de mat. Al een geluk dat er bij de thuisploeg geen Gareth Bale rondliep, want anders zou de avond er nog slechter hebben uitgezien.

Dankzij de 1-0 zege tegen Cyprus kunnen de Rode Duivels stilaan hun ticket voor EURO 2016 boeken, maar op veel gejuich moet dat niet worden onthaald. Met acht extra deelnemers in vergelijking met het EK drie jaar geleden in Polen en Oekraïne mag immers ongeveer elk Europees land – uitgezonderd misschien Vaticaanstad en Bobbejaanland – richting Frankrijk trekken. Nee, in plaats van een hoerastemming moet er dringend worden bekeken hoe het niveau van de nationale ploeg drastisch naar omhoog kan worden getrokken.

Na het WK in Brazilië beloofde bondscoach Marc Wilmots zijn ploeg veel dominanter te laten spelen om zo een antwoord te kunnen vinden op de tegenstand die wedstrijden tegen de Duivels steeds behoudener aanpakt, maar echt progressie hebben we het team na tachtig procent van de kwalificatiecampagne achter de rug nog niet zien boeken. De inbreng van Radja Nainggolan was een pluspunt – hoe is het mogelijk dat zo’n speler er vorig jaar niet bij was op het WK – maar daarnaast blijft het team ter plaatse trappelen.

In zo’n omstandigheden komt al snel de coach in het vizier. Het is niet de populairste mening om te verkondigen, maar in een ideale wereld zou Marc Wilmots zo snel mogelijk vervangen moeten worden, nog liever vandaag dan morgen. Topspelers verdienen een topcoach en dat is het Kampfschwein voor alle duidelijkheid niet. Zijn eerdere coachingsopdrachten bij Schalke 04 en STVV draaiden telkens op een sisser uit en bij de nationale ploeg werd hij meermaals tactisch afgetroefd door zijn collega’s op de andere bank. Ook omdat hij maar niet wil afwijken van zijn 4-3-3-opstelling met een nochtans aanvallend ingestelde speler als Witsel als verdedigende middenvelder en Benteke als eerste keuze in de spits. Wat er ook mag gebeuren: de bondscoach, die ploegt voort. Natuurlijk kan je opwerpen dat de spelers ook een verantwoordelijkheid te dragen hebben, maar een trainer heeft dan net de taak zijn ploeg te prikkelen. Daar lijkt Wilmots niet in te slagen, te weinig alleszins.

In het glazen bondsgebouw aan de Brusselse Houba de Strooperlaan lijkt echter niemand geneigd het ontslag van de bondscoach op tafel te leggen. De vele personeelswissels binnen de technische staf en de omkadering bewijzen dat de machtspositie van Wilmots groot is en de KBVB en hij lijken wel onlosmakelijk met elkaar verbonden. Als het gênante geflirt met Schalke 04 ons één ding leerde, is dat er nagenoeg geen clubs staan te springen om de coach een contractvoorstel aan te bieden en de bond moet op zijn beurt de vinger aan de knip houden. Een ontslagvergoeding uitbetalen en een betere (en dus duurdere) vervanger aantrekken zou de KBVB financieel te veel pijn doen. Als de opvolger een Belg moet zijn is de spoeling overigens flinterdun. Eric Gerets is op pensioen en Michel Preud’homme ligt nog onder contract, nota bene bij het Club Brugge van bondsopposant Bart Verhaeghe.

Daarom moet er gezocht worden naar de minst slechte oplossing. Met de kwalificatie als reekshoofd zo goed als op zak en nog negen maanden te gaan voor de start van EURO 2016 is er voldoende tijd om te experimenteren. Geef De Bruyne een centrale rol, probeer eens een tweespitsensysteem met Batshuayi en posteer Witsel opnieuw iets hoger; de mogelijkheden zijn legio. Zeker met oefenwedstrijden tegen Italië en Spanje in het vooruitzicht, ploegen die op het EK ook concurrenten zullen zijn van de Rode Duivels. De komende maanden zullen dus cruciaal worden voor de ambities van de nationale ploeg, maar er is nog hoop.

1 september

Twee dagen na de officiële start van het schooljaar beleven de Rode Duivels vanavond hun 1 september. De laatste transfers zijn afgerond, de blitse bolides aan het hotel geparkeerd en de haartjes in de juiste plooi gelegd. Excuses gelden niet in het Koning Boudewijnstadion.

Zeker na de laatste kwalificatiewedstrijd in Wales die uitdraaide op één grote ontnuchtering. Cardiff betekende voor de Rode Duivels een les in realisme. Zelden zagen we de nationale ploeg zo ongeïnspireerd aan het werk tegen een team dat het vooral moest hebben van enthousiasme en strijdlust. Een (lichte) afgang die vraagt om een antwoord. Positief is dat de spelersgroep dat ook lijkt te beseffen. In alle reacties in aanloop naar de wedstrijd op een uitverkochte Heizel schemerde de honger door.

Bosnië-Herzegovina lijkt ook de ideale tegenstander voor een revanche. De Bosniërs vormen een ploeg die net als de Belgen heel wat voetballend vermogen in huis heeft, worden buitenshuis niet voortgestuwd door een kolkend stadion zoals in Zenica en moeten met een 8/18 vol voor de zege gaan. Het lijkt dus weinig waarschijnlijk dat de Rode Duivels straks af te rekenen zullen hebben met een tegenstander die zich zal ingraven zoals Wales die afgelopen seizoen de Belgen twee keer op die manier hoofdbrekens bezorgde. Net zoals Hazard en co het graag hebben.

De Duivels grijpen vanavond ook maar beter de drie punten – met een beetje pech vallen ze bij een nederlaag terug naar een vernederende voorlaatste plaats in de poule – maar belangrijker nog is de prestatie die ze leveren. De Belgen staan immers weliswaar op een onwaarschijnlijke tweede plaats op de FIFA-ranking, maar voetballen momenteel hoegenaamd niet op dat niveau. Wereldwijd worden we bejubeld om onze sterren, maar op het veld valt dat te weinig te merken. Tot nu toe in deze kwalificatiecampagne voor EURO 2016 noteerden we – uitgezonderd de makkelijke overwinningen tegen dwergstaat Andorra en de halve B-ploeg van Cyprus – een goede openingsfase op bezoek bij Bosnië-Herzegovina en een prima eerste helft in en tegen Israël. Over zes wedstrijden beschouwd zeer magertjes, zeker voor een groep die altijd heeft uitgeroepen op het EK voor het allerhoogste te willen gaan.

In dat opzicht is het jammer dat bondscoach Marc Wilmots Axel Witsel meer dan waarschijnlijk opnieuw een rij achteruit zal schuiven naar de positie van verdedigende middenvelder. Dat betekent meer zekerheid, maar ook minder aanvallende impulsen. Je pionnen moet je uitspelen op hun beste positie en dat is voor Witsel in het offensieve compartiment. Bovendien mogen de Duivels wel dat tikkeltje arrogantie uitstralen dat ze zich niet aanpassen aan een tegenstander.

Hoe dan ook wordt het Koning Boudewijnstadion laten kolken vlak na de start van het schooljaar meteen al het grote examen voor de Rode Duivels die nagenoeg met hun sterkste bezetting kunnen uitpakken. Een tweede zit kunnen ze zich niet permitteren. Zondag in Cyprus valt daarvoor te weinig eer te rapen.

Huiswerk en ironie

Het contrast tussen de twee interlands waarmee de Rode Duivels een punt achter hun seizoen hebben gezet kan niet groter zijn. In Parijs tegen Frankrijk zagen we bijna twee weken geleden ongeveer het beste wat de nationale ploeg onder Marc Wilmots heeft laten zien. Totdat de vele wissels de partij deden doodbloeden was België heer en meester in het Stade de France. Efficiënt vooraan en defensief zo goed als niets weggegeven. De 75.000 aanwezige Fransen werden er stil van.

De 3-4 zege was een zeer bemoedigende prestatie die echter geen vervolg kreeg in de match waarin het echt moest gebeuren een kleine week later, op verplaatsing in Wales. In Cardiff vervielen de Duivels in het andere uiterste. Uitgezonderd het eerste kwartier van de partij konden Eden Hazard en co nooit aanspraak maken op enig succes. Het inspiratieloze voetbal ging gepaard met een veel te laag tempo en offensief draaide het ook helemaal in de soep. Dan kom je zelf tegen een ploeg als Wales in de problemen. Want laat ons wel wezen: de Welshmen beschikken weliswaar over ene Gareth Bale en Aaron Ramsey, maar overstijgen voor het overige niet de grijze middelmaat. Bondscoach Chris Coleman moest zelfs rekenen op de doelman van de Tranmere Rovers – Owain Fôn Williams voor de quizzers – dat dit seizoen uit de Engelse vierde klasse degradeerde om zijn selectie rond te krijgen.

Met nog vier kwalificatiewedstrijden voor de boeg is de uitschuiver van de Belgen in het Cardiff City Stadium nog zeker niet fataal wat betreft het ticket voor EURO 2016, ook omdat de UEFA zo goed was om het aantal deelnemers uit te breiden van 16 naar 24. Wat echter wel vaststaat is dat de nederlaag Marc Wilmots met een hele hoop huiswerk voor de vakantie heeft opgezadeld, willen de Duivels de vooropgestelde ambitie waarmaken: voor het allerhoogste gaan. Het is altijd gevaarlijk om conclusies te trekken op basis van één wedstrijd, maar in vergelijking met de thuismatch tegen Wales midden november van vorig jaar is de ploeg ter plaatse blijven trappelen. Nog steeds kan er geen antwoord worden gevonden op een tegenstander die zich ingraaft en rekent op een blunder van de opponent of een eigen klasseflits om de drie punten veilig te stellen. Ongetwijfeld ook andere teams zullen in de toekomst op die manier de Rode Duivels proberen te bekampen. Er moet dus heel snel wat gebeuren.

Het is evenwel maar de vraag of Wilmots de nodige oplossingen kan aanreiken. De bondscoach die drie jaar geleden Georges Leekens opvolgde heeft nooit geboekt gestaan als een tactisch genie en heeft de afgelopen weken bovendien zijn kwaliteiten als motivator op de helling gezet. Wilmots mag bij hoog en bij laag blijven volhouden dat hij zelf niet gesolliciteerd had voor de positie van hoofdcoach bij Schalke 04, maar dat verhaal gelooft ongeveer niemand meer. Waarom is hij anders onlangs in zee gegaan met een nieuwe zaakwaarnemer – topmanager Jorge Mendes note bene – en wachtte hij zolang om het nieuws te communiceren aan het publiek, de spelers en de bondstop dat hij toch bij de Rode Duivels zou blijven als hij dat naar eigen zeggen al een week wist? Nu moet de nationale ploeg verder met een coach die zijn elftal als een tweede keuze beschouwt, niet meteen een goede voedingsbodem voor succes.

Wilmots start in september tegen Bosnië en Herzegovina en Cyprus met minder krediet, maar moet nog niet meteen vrezen voor zijn job. Simpelweg omdat er geen kandidaat-opvolgers zijn. De enige twee valabele alternatieven – Eric Gerets en Michel Preud’homme – zijn allebei om uiteenlopende redenen onhaalbaar en ook de KBVB is niet meteen geneigd om een ontslagvergoeding uit te betalen en een stevig contract voor een opvolger te voorzien. De bond moet immers de financiële broeksriem stevig aanhalen na jaren waarin het geld net iets teveel door deuren en ramen naar buiten werd gegooid. Onder meer ook door Marc Wilmots zelf, herinner bijvoorbeeld de 100.000 euro die per se nodig was om de spelers extra beenruimte te geven op hun vlucht naar Israël in maart. Enige ironie is het Belgische voetbal nooit vreemd geweest.

Geen valse bescheidenheid

De Rode Duivels kunnen met een gerust gemoed het vanavond tegen Israël opnemen. De generale repetitie in het Koning Boudewijnstadion zaterdagavond was meer dan geslaagd. Tegen Cyprus leek er vooraf beschouwd niet veel te winnen, maar toch zetten Kompany en co een zeer degelijke prestatie neer. Het werkpunt bij uitstek voor deze campagne, een tegenstander die zich ingraaft vakkundig slopen, bleek ineens geen probleem meer te zijn. Zet vanaf minuut één hoog druk en voeg wat klasseflitsen toe en zie daar het recept van chef-kok Marc Wilmots. Een welverdiende acht zou een kandidaat uit Komen Eten zeggen.

De tactische keuzes van Wilmots werden in het verleden meermaals op de korrel genomen, maar zaterdagavond bleek zijn driehoek op het middenveld Nainggolan-Fellaini-Witsel een uitstekende zet te zijn. De Antwerpenaar op de zes posteren en Witsel een rij naar voor schuiven wierp duidelijk zijn vruchten af. Witsel speelt als verdedigende middenvelder veel te behoudend. Altijd maar een pass opzij, het was om gek van te worden en bracht weinig tot niets bij. Hoger kan de speler van Zenit Sint-Petersburg zich veel offensiever uitleven, een rol die hem beter ligt . Daarnaast heeft Nainggolan de voorbije wedstrijden bij de nationale ploeg nooit teleurgesteld en hij kroonde zich ook nu opnieuw tot een van de uitblinkers.

Die experimentele driehoek schreeuwt om een vervolg. Israël zal zich presenteren als een stevigere tegenstander dan Cyprus, maar deze generatie Duivels kan niet offensief genoeg spelen. Nog nooit beschikten we over zo’n creatieve lichting. Dat niet benutten is een doodzonde.

Bovendien moeten we Israël ook niet sterker voorstellen dan het team eigenlijk is. Het is een beetje het klassieke patroon in de aanloop naar elke wedstrijd. “Er zijn geen zwakke ploegen meer in Europa”, “Wie kan winnen tegen ploeg x, is altijd gevaarlijk, “We hebben heel veel respect voor onze tegenstander”, en zo verder. Wanneer het aankomt op de klassieke voorbeschouwingen op een match gaat bij elke coach tegenwoordig de zak met clichés gretig open. Nutteloos en absurd eigenlijk. Valse bescheidenheid is even misplaatst als overdreven arrogantie. Wie meteen na het recentste WK de ambitie toont om op EURO 2016 voor de prijzen te willen spelen moet tegen een Israël dat alleen in 1970 de eindronde haalde van een groot tornooi – het WK in Mexico – zelfbewuster zijn en gewoon zeggen waar het op staat: de Rode Duivels kunnen vanavond in Jeruzalem alleen maar tevreden zijn met een eenvoudige overwinning.

Dubbele must

“Europese kwalificatie is een must.” Algemeen manager van Club Brugge Vincent Mannaert liet er vorige week voor aanvang van de wedstrijd tegen Slask Wroclaw geen twijfel over bestaan. En als het even kon was overwinteren in de Europa League ook een doelstelling. Hoe vastberaden de uitspraken van Mannaert waren, hoe zwak zijn team echter voor de dag kwam in het Miejski-stadion. Het kon de nummer twaalf uit de Poolse eerste klasse (twee punten uit drie wedstrijden) nooit domineren. Integendeel, achteraf mocht blauw-zwart zich gelukkig prijzen dat het slechts met één doelpunt verschil op het vliegtuig richting thuisbasis kon keren.

De terugwedstrijd doet ons een beetje denken aan de laatste voorrondematch van Anderlecht voor de poulefase van de Champions League vorig jaar tegen het Cypriotische AEL Limassol. Ook toen moest een scheve situatie na een wel erg matige prestatie worden rechtgezet in eigen huis. En net zoals bij paars-wit is de tegenstander van vanavond van bescheiden allooi. Slask Wroclaw is het nummer drie uit de Poolse Ekstraklasa van vorig jaar, werd nog nooit landskampioen en kan enkel een kwartfinale in de (reeds ter ziele gegane) Beker der Bekerwinnaars in het seizoen 1976-1977 als succesje voorleggen.

Niet bepaald gegevens om van te sidderen en te beven, maar Brugse hoogmoed zou wel degelijk ongepast zijn. Ook al kan blauw-zwart zich op de borst kloppen dat het met achttien deelnames op rij recordhouder is in de Europa League en recupereert het in vergelijking met vorige week sterkhouders Lestienne en Vazquez. Maar in de heenwedstrijd bleek dat dit Wroclaw naast een stevig blok ook best goed kan voetballen. Vraag dat maar aan Laurens De Bock die tegen Waldemar Sobota sterretjes zag.

Net zoals bij Anderlecht vorig jaar staat er ook best wat op het spel. Niet enkel qua prestige, maar ook financieel. De Europa League is in tegenstelling tot zijn grotere broer de Champions League geen goudmijn, maar toch zou doorstoten naar de groepsfase een aardige duit kunnen opleveren, zo’n 2,5 miljoen euro. Geld dat opnieuw kan worden geïnvesteerd in de uitbouw van de club.

En de Poolse klip omzeilen zou ook ten goede komen van de stabiliteit in het Jan Breydelstadion. Voor aanvang van het seizoen was de doelstelling immers duidelijk voor het team dat al acht jaar wacht op een nieuwe landstitel: meestrijden op al de drie fronten. Op het moment dat er eindelijk sinds lang nog eens oprechte ambities gekoesterd kunnen worden, zou een vroege Europese uitschakeling wel zeer ongelegen kunnen komen.

Niet enkel voor coach Garrido wiens stoel dan misschien wat zou kunnen beginnen wankelen, maar ook voor de Brugse selectie zelf. Het is maar de vraag of Maxime Lestienne dan die de afgelopen tijd bewees van goudwaarde te zijn voor de West-Vlamingen geen andere oorden zou opzoeken en wat met de verjonging van de kern? Minder wedstrijden op het programma kunnen ook minder speelkansen betekenen voor de jeugd die zich in de aanvangsfase van het seizoen op een positieve manier in de kijker speelde.

Vincent Mannaert heeft dus gelijk als hij zegt dat de poulefase bereiken een must is voor zijn team. Trouwens niet enkel voor Club Brugge, maar ook voor het Belgische voetbal in het algemeen. Op het moment dat de nationale ploeg in binnen- en buitenland met lof wordt overladen, kunnen de Belgische clubteams (op een weliswaar iets bescheidener niveau) niet achterblijven. Uitgeschakeld worden door een Poolse middenmoter zou in dat opzicht een mentale tik betekenen, maar eveneens gevolgen hebben voor de Europese aspiraties van andere teams uit de Jupiler Pro League. Willen we het ticket voor de landskampioen dat recht geeft op rechtstreekse deelname aan de poulefase van het kampioenenbal behouden, moeten Brugge en co punten blijven scoren om de Europese coëfficiënt van ons land op peil te houden. Supporters van Anderlecht en andere rivaliserende teams: schaar jullie dus vanavond voor een keer eens achter blauw-zwart.

Circus Champions League

6 december 2006, de datum zegt u waarschijnlijk niet veel, maar in de coulissen van het Constant Vanden Stockstadion wordt er tot op de dag van vandaag vast vol weemoed naar die Sinterklaasdag teruggeblikt. In de kou kwam toen voor het laatst het Champions Leaguecircus voorbij. AC Milan, Lille en AEK Athene waren toen de hoofdacts. Groots was de show niet. Paars-wit slaagde er geen enkele keer in om de drie punten binnen te halen. Het circus moest dus voortijdig zijn tenten opbreken en sindsdien maakte het steeds een grote bocht rond Brussel. Twee keer een oplawaai tegen Fenerbahçe en Olympique Lyon en ongelukkige uitschakelingen tegen Bate Borisov en Partizan Belgrado stonden de komst in de weg. Dat de Champions League wel zijn weg wist te vinden naar Racing Genk en Standard maakte het des te pijnlijker.

Of er dit jaar aan de Théo Verbeecklaan een vervolg kan worden gebreid aan die decemberavond is na gisteren twijfelachtig. Bij de bekendmaking van de loting voor de laatste voorronde klonk er nochtans niets anders dan optimisme in het Brusselse kamp. Het Cypriotische AEL Limassol  – een ploeg die nog nooit potten had gebroken in Europa – was FC Barcelona niet. Ze moest en zou voor de bijl gaan. Vol zelfvertrouwen reisde Anderlecht af naar het eiland dat eerder als een vakantiebestemming dan als een voetbalparadijs bekend staat.

Van die zelfzekerheid bleek op het veld niet veel meer recht te staan. En ook de verzameling Portugezen en Brazilianen van Limassol bleken een aardig stukje te kunnen voetballen. Vooral in de eerste helft wist een angstig Anderlecht geen antwoord te bieden op het spel van de thuisploeg. Die voetbalde met lef en creëerde kansen, best veel kansen. De Brusselaars mochten nog van geluk spreken dat AEL voor de pauze de netten van Proto maar één keer had doen trillen.

Is de weg naar de Champions League door de nederlaag in Cyprus voor dit jaar weeral onbereikbaar geworden voor paars-wit? Hoegenaamd niet. De korte opflakkering na de rust geeft de burger moed. Anderlecht bewees in die periode zeker zijn voet naast die van de Cypriotische tegenstander te kunnen zetten. Een tegenstander die inderdaad niet FC Barcelona is. Een betere ploeg had de 2-1 zeker verder uitgediept. Nu geeft die score nog perspectief. Eén flits zoals gisteren van het duo Kanu-Mbokani kan volgende week in het Astridpark voldoende zijn voor de kwalificatie.

Misschien is echter de volgende vraag relevanter: is Anderlecht niet verplicht om de groepsfase van het kampioenenbal te bereiken? Al vijf seizoenen is het daar niet meer in geslaagd. Vijf seizoenen die in het moderne voetbal een eeuwigheid zijn. En vijf seizoenen waarin broodnodige inkomsten verloren zijn gegaan. Het vangnet van de Europa League is daarvoor een pleister op een houten been. Ook om de huidige sterkhouders te behouden. Biglia, Kouyaté en co blijven niet in Brussel om het op te nemen tegen pakweg Hapoel Tel Aviv of Levante. Ze willen optreden in Circus Champions League. Aan hen om te bewijzen volgende week dinsdag dat ze dat niveau waard zijn.