Indien Wikipedia ons niet had gewezen op het feit dat de Nederlandse dichter Bredero zijn thuishaven had in Amsterdam, zouden we ervan overtuigd zijn geweest dat de man Antwerpse roots had. Vooral gezien zijn lijfspreuk ‘’t Kan verkeren’. Meer dan ooit is deze van toepassing op het Antwerpse voetbal.
Dat op zo’n korte tijd de situatie bij zowel Antwerp als Beerschot kan veranderen is immers behoorlijk opmerkelijk. Beide clubs hebben zich de afgelopen jaren door hevige turbulentie moeten loodsen. Beerschot kon bovendien geen controle krijgen over die turbulentie en crashte enkele maanden geleden. Sportief gedegradeerd uit de hoogste klasse en finaal financieel helemaal tot op de bodem gezonken. Intriest voor een club met een rijk verleden en een hondstrouwe aanhang.
Eeuwige rivaal Antwerp deed het de afgelopen jaren al niet veel beter. Volgend jaar zal het een decennium geleden zijn dat de oudste club van het land naar de tweede klasse tuimelde, qua spelersverloop is de Bosuil stilaan een duiventil geworden en menig deurwaarder heeft het adres van het stadion in zijn gps staan.
Maar kijk, het seizoen 2013-2014 staat nog maar in zijn kinderschoenen, maar de stemming in de koekenstad is al helemaal omgeslagen. Op het Kiel bewezen de fans – weliswaar geholpen door de fusie met KFCO Wilrijk – dat zij de enige constante in een club zijn. Uit de paars-witte assen lieten ze de feniks herrijzen. Vanaf september spelen De Mannekes onder de naam van KFCO Beerschot Wilrijk in eerste provinciale (althans de eerste thuiswedstrijden, daarna wordt de locatie geëvalueerd). Slechts in eerste provinciale, maar de abonnementenverkoop loopt als een trein. Begin augustus was het 4.000ste exemplaar reeds de deur uit. Daarmee doet Beerschot Wilrijk beter dan sommige eersteklassers. En afgaande op de spelerskern en de uitslagen in de oefenwedstrijden in het tussenseizoen is de club favoriet nummer één om een gooi te doen naar de titel.
Enkele kilometers verder op de Bosuil is de zon ook opnieuw aan de hemel verschenen. Voor het eerst sinds lang start Antwerp als titelfavoriet in tweede klasse. De komst van Saif Rubie zit daar voor veel tussen. Antwerp ging een partnership aan met de Britse spelersmakelaar met Iraakse root en zijn bureau Future Gen Sports, wat tot een serieuze kwaliteitsinjectie voor het team leidde. Een dozijn nieuwe spelers vond de weg reeds naar Deurne-Noord. Niet enkel buitenlandse beloftenvolle jongens zoals John Bostock en Kevin Tano, maar ook Belgische routiniers zoals Wim De Decker en Jonas De Roeck.
Bovendien zorgde Rubie ook voor een nieuwe trainer: Jimmy Floyd Hasselbaink. Als voetballer beschikt de Nederlander over een cv om u tegen te zeggen (Chelsea, Atletico Madrid, etc.), maar op vlak van coaching is hij nog een onbesproken blad. Hasselbaink verraste evenwel tot nu toe met attractief aanvallend voetbal en in de eerste twee competitiewedstrijden rendeerde het transferbeleid ook meteen. Eendracht Aalst en KSK Heist gingen relatief gemakkelijk voor de bijl. De woorden ‘kampioen’ en ‘titel’ worden er alleen maar meer door gebezigd door iedereen die rood-wit een warm hart toedraagt.
De Antwerpse supporter kan optimistisch zijn. Er is terug leven geblazen in het voetbal aan de Schelde. Optimisme mag echter niet de realiteit verhullen. Het Antwerpse voetbal boekt vooruitgang, maar veel dieper kon het na vorig seizoen niet meer zakken. Voor het eerst sinds mensenheugenis speelt er geen Antwerpse ploeg in de hoogste afdeling en voor Beerschot zal dat nog wel even duren. Nog minstens vier jaar om precies te zijn, maar naar alle waarschijnlijkheid zal de klim uit de kelders van het Belgisch voetbal meer tijd vergen. Op de eens zo geroemde jeugdwerking zal er de eerste komende jaren in ieder geval niet al te zeer moeten worden gerekend, want de meeste jonge talenten zijn uitgezwermd naar andere oorden.
Antwerp moet ook realistisch blijven. Al stelde het niet veel voor, de bekeruitschakeling tegen derdeklasser Bocholt VV was toch een domper. En de twee overwinning in de competitie moeten ook genuanceerd worden. Eendracht Aalst en KSK Heist waren respectievelijk het nummer dertien en zestien van de eindstand van de tweede klasse editie 2012-2013. Niet bepaald dus naaste concurrenten in de strijd om promotie. Bovendien is het nu met nog 96 punten te verdienen veel te vroeg om reeds conclusies te trekken.
Sportief kan Antwerp dus nog niet victorie kraaien. Voor de clubkas geldt hetzelfde. Het bestuur maakt zich sterk reeds de helft van de schuldenberg te hebben weggewerkt, maar daarmee is het rood-witte schip nog niet in veilig water. Ook omdat de samenwerking met Saif Rubie op lange termijn geen enkele zekerheid biedt. Net zoals onder andere Didier Frenay bij Roeselare en John Bico bij White Star Woluwe (ondertussen omgedoopt tot White Star Bruxelles) is het niet gezond voor een club dat een spelersmakelaar de lakens uitdeelt. De belangen van beide partijen kunnen immers loodrecht tegenover mekaar te komen staan.
Makelaars zijn in de eerste plaats geïnteresseerd om hun eigen spelers te kunnen onderbrengen en die later voor een zo groot mogelijk bedrag te transfereren naar een andere ploeg. Het is een understatement te stellen dat een stabiel team uitbouwen, steunend op een degelijke jeugdwerking niet op hun prioriteitenlijst staat. Het valt dus af te wachten of het verblijf van Saif Rubie zijn vruchten zal blijven afwerpen voor de club met het stamboeknummer één.
Aan de fans zal het zeker niet liggen, net zoals bij Beerschot Wilrijk. Zij waren tijdens de eerste thuiswedstrijd in de competitie massaal aanwezig. 11.500 supporters om precies te zijn, daarmee moest Antwerp op die speeldag enkel eersteklassers Standard en AA Gent laten voorgaan wat betreft het aantal toeschouwers. De supporters geloven er terug in, al valt het af te wachten of hier niet het typisch Antwerpse grootheidswaanzinvirus de kop opsteekt. Hopelijk moeten we binnenkort niet opnieuw Bredero citeren.