De staat van het voetbal

De bal is rond en de wedstrijd duurt negentig minuten

Maandelijks archief: augustus 2013

’t Kan verkeren

Indien Wikipedia ons niet had gewezen op het feit dat de Nederlandse dichter Bredero zijn thuishaven had in Amsterdam, zouden we ervan overtuigd zijn geweest dat de man Antwerpse roots had. Vooral gezien zijn lijfspreuk ‘’t Kan verkeren’. Meer dan ooit is deze van toepassing op het Antwerpse voetbal.

Dat op zo’n korte tijd de situatie bij zowel Antwerp als Beerschot kan veranderen is immers behoorlijk opmerkelijk. Beide clubs hebben zich de afgelopen jaren door hevige turbulentie moeten loodsen. Beerschot kon bovendien geen controle krijgen over die turbulentie en crashte enkele maanden geleden. Sportief gedegradeerd uit de hoogste klasse en finaal financieel helemaal tot op de bodem gezonken. Intriest voor een club met een rijk verleden en een hondstrouwe aanhang.

Eeuwige rivaal Antwerp deed het de afgelopen jaren al niet veel beter. Volgend jaar zal het een decennium geleden zijn dat de oudste club van het land naar de tweede klasse tuimelde, qua spelersverloop is de Bosuil stilaan een duiventil geworden en menig deurwaarder heeft het adres van het stadion in zijn gps staan.

Maar kijk, het seizoen 2013-2014 staat nog maar in zijn kinderschoenen, maar de stemming in de koekenstad is al helemaal omgeslagen. Op het Kiel bewezen de fans – weliswaar geholpen door de fusie met KFCO Wilrijk – dat zij de enige constante in een club zijn. Uit de paars-witte assen lieten ze de feniks herrijzen. Vanaf september spelen De Mannekes onder de naam van KFCO Beerschot Wilrijk in eerste provinciale (althans de eerste thuiswedstrijden, daarna wordt de locatie geëvalueerd). Slechts in eerste provinciale, maar de abonnementenverkoop loopt als een trein. Begin augustus was het 4.000ste exemplaar reeds de deur uit. Daarmee doet Beerschot Wilrijk beter dan sommige eersteklassers. En afgaande op de spelerskern en de uitslagen in de oefenwedstrijden in het tussenseizoen is de club favoriet nummer één om een gooi te doen naar de titel.

Enkele kilometers verder op de Bosuil is de zon ook opnieuw aan de hemel verschenen. Voor het eerst sinds lang start Antwerp als titelfavoriet in tweede klasse. De komst van Saif Rubie zit daar voor veel tussen. Antwerp ging een partnership aan met de Britse spelersmakelaar met Iraakse root en zijn bureau Future Gen Sports, wat tot een serieuze kwaliteitsinjectie voor het team leidde. Een dozijn nieuwe spelers vond de weg reeds naar Deurne-Noord. Niet enkel buitenlandse beloftenvolle jongens zoals John Bostock en Kevin Tano, maar ook Belgische routiniers zoals Wim De Decker en Jonas De Roeck.

Bovendien zorgde Rubie ook voor een nieuwe trainer: Jimmy Floyd Hasselbaink. Als voetballer beschikt de Nederlander over een cv om u tegen te zeggen (Chelsea, Atletico Madrid, etc.), maar op vlak van coaching is hij nog een onbesproken blad. Hasselbaink verraste evenwel tot nu toe met attractief aanvallend voetbal en in de eerste twee competitiewedstrijden rendeerde het transferbeleid ook meteen. Eendracht Aalst en KSK Heist gingen relatief gemakkelijk voor de bijl. De woorden ‘kampioen’ en ‘titel’ worden er alleen maar meer door gebezigd door iedereen die rood-wit een warm hart toedraagt.

De Antwerpse supporter kan optimistisch zijn. Er is terug leven geblazen in het voetbal aan de Schelde. Optimisme mag echter niet de realiteit verhullen. Het Antwerpse voetbal boekt vooruitgang, maar veel dieper kon het na vorig seizoen niet meer zakken. Voor het eerst sinds mensenheugenis speelt er geen Antwerpse ploeg in de hoogste afdeling en voor Beerschot zal dat nog wel even duren. Nog minstens vier jaar om precies te zijn, maar naar alle waarschijnlijkheid zal de klim uit de kelders van het Belgisch voetbal meer tijd vergen. Op de eens zo geroemde jeugdwerking zal er de eerste komende jaren in ieder geval niet al te zeer moeten worden gerekend, want de meeste jonge talenten zijn uitgezwermd naar andere oorden.

Antwerp moet ook realistisch blijven. Al stelde het niet veel voor, de bekeruitschakeling tegen derdeklasser Bocholt VV was toch een domper. En de twee overwinning in de competitie moeten ook genuanceerd worden. Eendracht Aalst en KSK Heist waren respectievelijk het nummer dertien en zestien van de eindstand van de tweede klasse editie 2012-2013. Niet bepaald dus naaste concurrenten in de strijd om promotie. Bovendien is het nu met nog 96 punten te verdienen veel te vroeg om reeds conclusies te trekken.

Sportief kan Antwerp dus nog niet victorie kraaien. Voor de clubkas geldt hetzelfde. Het bestuur maakt zich sterk reeds de helft van de schuldenberg te hebben weggewerkt, maar daarmee is het rood-witte schip nog niet in veilig water. Ook omdat de samenwerking met Saif Rubie op lange termijn geen enkele zekerheid biedt. Net zoals onder andere Didier Frenay bij Roeselare en John Bico bij White Star Woluwe (ondertussen omgedoopt tot White Star Bruxelles) is het niet gezond voor een club dat een spelersmakelaar de lakens uitdeelt. De belangen van beide partijen kunnen immers loodrecht tegenover mekaar te komen staan.

Makelaars zijn in de eerste plaats geïnteresseerd om hun eigen spelers te kunnen onderbrengen en die later voor een zo groot mogelijk bedrag te transfereren naar een andere ploeg. Het is een understatement te stellen dat een stabiel team uitbouwen, steunend op een degelijke jeugdwerking niet op hun prioriteitenlijst staat. Het valt dus af te wachten of het verblijf van Saif Rubie zijn vruchten zal blijven afwerpen voor de club met het stamboeknummer één.

Aan de fans zal het zeker niet liggen, net zoals bij Beerschot Wilrijk. Zij waren tijdens de eerste thuiswedstrijd in de competitie massaal aanwezig. 11.500 supporters om precies te zijn, daarmee moest Antwerp op die speeldag enkel eersteklassers Standard en AA Gent laten voorgaan wat betreft het aantal toeschouwers. De supporters geloven er terug in, al valt het af te wachten of hier niet het typisch Antwerpse grootheidswaanzinvirus de kop opsteekt. Hopelijk moeten we binnenkort niet opnieuw Bredero citeren.

Een ander geluid

“Als hij maar geen voetballer wordt, ze schoppen hem misschien half dood.” Boudewijn de Groot zingt het reeds decennia aan een stuk, maar zal vast niet bedoeld hebben dat er ook soms naast het veld serieuze trappen worden uitgedeeld. Neem nou vorige week. René van der Gijp – in een niet zo ver verleden een niet onaardig voetballer maar nu vallend onder de term televisiepersoonlijkheid (hoe betekenisloos dat ook mag klinken) – stak de lont in het kruitvat door te stellen in het Nederlandse programma Voetbal International dat voetbal geen sport voor homo’s is. “Als je een homo bent, dan ga je gewoon in een kapperszaak werken”, aldus Van der Gijp.

De opmerkelijke uitspraak – ongetwijfeld gebaseerd op jarenlang diepgaand wetenschappelijk onderzoek – zette de deur open naar nog meer fraais. Voormalig Servisch international Mateja Kezman deed er een schepje bovenop en liet weten dat homoseksualiteit een ziekte is die niet gepromoot moet worden. Zum Kotzen, Dat hij daarmee de eerdere quote van Van der Gijp dat voetbal de meest tolerante beroepsgroep ter wereld is, onderuit haalt maakt het enkel nog pijnlijker.

Als klap op de vuurpijl ten slotte moeide Johan Boskamp zich ook in de discussie. Hij gaf zijn collega en vriend René van der Gijp gelijk en zei eveneens dat hij tijdens zijn carrière nooit een homo in zijn ploeg had gehad. Noch als speler, noch als trainer. “Al mijn medespelers waren hartstikke gezond.”

De verontwaardiging na de verschillende uitspraken was groot. Zowel off- als online. Behoorlijk terecht trouwens, zeker in het geval van Kezman. Boskamp excuseerde zich intussen al, maar deed dat wel op een zeer ongelukkige manier. “Ik heb homoseksuele vrienden.” Dat is zoals een VB’er die zegt dat hij geen racist is, omdat zijn buurman een Marokkaan is.

De statements getuigen alle drie van een domheid die je in het jaar 2013 niet meer mogelijk acht. Boskamp, Kezman en Van der Gijp veroordelen op basis van hun functie als rolmodel is echter fout. Ze zijn namelijk geen rolmodel. Want laat ons wel wezen: Boskamp en Van der Gijp zijn twee analisten die vooral worden opgevoerd om de amusementswaarde van televisieprogramma’s op te krikken – “Altijd leuk zo’n duw van Bossie” en “Haha, wat zegt die Van der Gijp nu weer” – en Mateja Kezman werd altijd bestempeld als beloftevol voetballer, maar heeft op het hoogste niveau steeds gefaald. Op je 32ste stoppen met voetballen in Hong Kong, daar droomt een beginnende speler niet van.

Bitter weinig jonge voetballertjes zullen dus een poster van een van de drie heren op hun kamer hebben hangen. Dat neemt natuurlijk niet weg dat de uitspraken een ongekend laag niveau halen en beledigend kunnen overkomen, maar laten we de betrokkenen niet belangrijker maken dan ze in werkelijkheid zijn.

Laat ons in plaats daarvan optimistisch blijven. Er is immers ook een ander geluid. De storm van protest na de uitspraken is een positief teken. En verschillende instellingen in de voetbalwereld, zoals de Nederlandse voetbalbond met hun bewustmakingsactie ‘Homo? Boeit geen flikker’, zetten zich ook in om duidelijk te maken wat eigenlijk al lang duidelijk had moeten zijn: dat iedereen die wil voetballen, op welk niveau dan ook, daar de kans voor moet krijgen en zich welkom moet kunnen voelen, ongeacht de achtergrond. Niet iedereen is dus zoals Kezman en co. Gelukkig maar.

 

400 meter

Half augustus beginnen de Rode Duivels traditioneel aan hun seizoen. Zo ook deze keer met een vriendschappelijke interland tegen Frankrijk op het dagmenu, natuurlijk als voorbode voor het vervolg van de WK-kwalificatiecampagne.

Als die campagne een 400-meter race in de atletiek zou zijn, zouden de Duivels nu de laatste bocht ingaan. Met de wetenschap dat de 300 meter die reeds achter de rug liggen meer dan geslaagd waren. Akkoord, het spel was niet altijd even frivool en Dame Fortuna bewees meerdere malen fan te zijn van de nationale ploeg, maar de tussenstand in groep A liegt niet na zeven wedstrijden. 19 op 21 en een eerste plaats vormen een rapport, waarop Kompany en co terecht fier mogen zijn.

Het bewijst ook meteen dat de sceptici die twijfelden aan het talent van deze lichting Rode Duivels stilaan ongelijk krijgen. Want tot nu toe hebben we gezien dat deze generatie wel degelijk in staat is volwassen te spelen en efficiënt te zijn. De weinige kansen die de Duivels kregen, werden steeds vakkundig afgemaakt. En achteraan bleef het ook goed gesloten. Enkel Perisic en Kolarov wisten een gaatje in het doel van Thibaut Courtois te vinden.

De Rode Duivels staan er dus goed voor met het oog op de laatste 100 meter. Al moeten ze wel zien dat ze in die rechte lijn niet verkrampen. Enkel de Kroaten kunnen de troepen van bondscoach Marc Wilmots nog voorbij steken en een tweede plaats geeft altijd recht op de barrage – waarin België meer dan waarschijnlijk een beschermde status krijgt – maar toch doen de Duivels er best alles aan om de eerste plek te behouden en zo een rechtstreeks ticket naar Brazilië te kunnen boeken. Een play-offronde is immers altijd bibberen en het zou een serieuze mentale opdoffer zijn indien de kloof van drie punten op Kroatië finaal nog wordt prijsgegeven.

Het wedstrijdprogramma dat nog rest in de kwalificatiepoule speelt op het eerste zicht de Rode Duivels in de kaart. Met de nadruk echter op eerste zicht, want vooral de volgende wedstrijd tegen Schotland kan zeer verraderlijk zijn. De Highlanders moeten normaal gezien een hapklare brok zijn voor de Duivels, maar zitten na een bondscoachwissel en hun stuntzege in Zagreb in een goede flow. Waakzaamheid is bijgevolg zeker geboden, zeker rekening houdend met het feit dat daarna dient afgereisd te worden naar concurrent Kroatië.

Tussen België en Brazilië ligt dus nog altijd een respectabele afstand. Daar zal vanavond niets aan veranderen. Noch in de positieve zin, noch in de negatieve. Wel kan Marc Wilmots nog een laatste keer experimenteren. In dat opzicht zijn we vooral benieuwd naar de prestatie van Sébastien Pocognoli die Jan Vertonghen vervangt op de linksback – een positie waarop de concurrentie niet dik gezaaid is in de Belgische elf – en is het jammer dat Zakaria Bakkali gisteren geblesseerd moest afhaken. Vier goede wedstrijden bij PSV Eindhoven spelen is natuurlijk niet voldoende om een basisplaats te kunnen opeisen in de nationale ploeg, maar op termijn is de youngster die ook nog voor Marokko kan kiezen ongetwijfeld een aanwinst.

En verder is een derby altijd leuk. De burenstrijd tegen Nederland vorig jaar zette het Koning Boudewijnstadion in vuur en vlam en luidde een uitstekend seizoen voor de Duivels in. Een zege is dus zeker welkom. Wie weet zorgt het ook meteen voor een vliegende start voor die laatste 100 meter in de kwalificatiecampagne.

Dubbele must

“Europese kwalificatie is een must.” Algemeen manager van Club Brugge Vincent Mannaert liet er vorige week voor aanvang van de wedstrijd tegen Slask Wroclaw geen twijfel over bestaan. En als het even kon was overwinteren in de Europa League ook een doelstelling. Hoe vastberaden de uitspraken van Mannaert waren, hoe zwak zijn team echter voor de dag kwam in het Miejski-stadion. Het kon de nummer twaalf uit de Poolse eerste klasse (twee punten uit drie wedstrijden) nooit domineren. Integendeel, achteraf mocht blauw-zwart zich gelukkig prijzen dat het slechts met één doelpunt verschil op het vliegtuig richting thuisbasis kon keren.

De terugwedstrijd doet ons een beetje denken aan de laatste voorrondematch van Anderlecht voor de poulefase van de Champions League vorig jaar tegen het Cypriotische AEL Limassol. Ook toen moest een scheve situatie na een wel erg matige prestatie worden rechtgezet in eigen huis. En net zoals bij paars-wit is de tegenstander van vanavond van bescheiden allooi. Slask Wroclaw is het nummer drie uit de Poolse Ekstraklasa van vorig jaar, werd nog nooit landskampioen en kan enkel een kwartfinale in de (reeds ter ziele gegane) Beker der Bekerwinnaars in het seizoen 1976-1977 als succesje voorleggen.

Niet bepaald gegevens om van te sidderen en te beven, maar Brugse hoogmoed zou wel degelijk ongepast zijn. Ook al kan blauw-zwart zich op de borst kloppen dat het met achttien deelnames op rij recordhouder is in de Europa League en recupereert het in vergelijking met vorige week sterkhouders Lestienne en Vazquez. Maar in de heenwedstrijd bleek dat dit Wroclaw naast een stevig blok ook best goed kan voetballen. Vraag dat maar aan Laurens De Bock die tegen Waldemar Sobota sterretjes zag.

Net zoals bij Anderlecht vorig jaar staat er ook best wat op het spel. Niet enkel qua prestige, maar ook financieel. De Europa League is in tegenstelling tot zijn grotere broer de Champions League geen goudmijn, maar toch zou doorstoten naar de groepsfase een aardige duit kunnen opleveren, zo’n 2,5 miljoen euro. Geld dat opnieuw kan worden geïnvesteerd in de uitbouw van de club.

En de Poolse klip omzeilen zou ook ten goede komen van de stabiliteit in het Jan Breydelstadion. Voor aanvang van het seizoen was de doelstelling immers duidelijk voor het team dat al acht jaar wacht op een nieuwe landstitel: meestrijden op al de drie fronten. Op het moment dat er eindelijk sinds lang nog eens oprechte ambities gekoesterd kunnen worden, zou een vroege Europese uitschakeling wel zeer ongelegen kunnen komen.

Niet enkel voor coach Garrido wiens stoel dan misschien wat zou kunnen beginnen wankelen, maar ook voor de Brugse selectie zelf. Het is maar de vraag of Maxime Lestienne dan die de afgelopen tijd bewees van goudwaarde te zijn voor de West-Vlamingen geen andere oorden zou opzoeken en wat met de verjonging van de kern? Minder wedstrijden op het programma kunnen ook minder speelkansen betekenen voor de jeugd die zich in de aanvangsfase van het seizoen op een positieve manier in de kijker speelde.

Vincent Mannaert heeft dus gelijk als hij zegt dat de poulefase bereiken een must is voor zijn team. Trouwens niet enkel voor Club Brugge, maar ook voor het Belgische voetbal in het algemeen. Op het moment dat de nationale ploeg in binnen- en buitenland met lof wordt overladen, kunnen de Belgische clubteams (op een weliswaar iets bescheidener niveau) niet achterblijven. Uitgeschakeld worden door een Poolse middenmoter zou in dat opzicht een mentale tik betekenen, maar eveneens gevolgen hebben voor de Europese aspiraties van andere teams uit de Jupiler Pro League. Willen we het ticket voor de landskampioen dat recht geeft op rechtstreekse deelname aan de poulefase van het kampioenenbal behouden, moeten Brugge en co punten blijven scoren om de Europese coëfficiënt van ons land op peil te houden. Supporters van Anderlecht en andere rivaliserende teams: schaar jullie dus vanavond voor een keer eens achter blauw-zwart.