De staat van het voetbal

De bal is rond en de wedstrijd duurt negentig minuten

Maandelijks archief: oktober 2013

De lange termijn telt niet

“Anderlecht kampioen” titelde Sporza donderdag op zijn website. Om even verwarring te voorkomen: er was hier geen sarcastische VRT-medewerker voor nodig. Blijkbaar steekt de Brusselse club op vlak van sociale media alle Belgische eersteklassers de loef af. Waarvan akte.

Dat dit nieuws grondig gevierd werd in het Astridpark durven we betwijfelen. Na de doortocht van PSG woensdag in het kader van de groepsfase van de Champions League is Anderlecht met een serieuze kater achtergebleven. Het schouwspel viel voor de neutrale voetballiefhebber nochtans best in de smaak. Dat Zlatan Ibrahimovic een van de beste spitsen ter wereld was – of misschien zelfs simpelweg de beste – was al een tijdje duidelijk, maar toch kon hij vriend en vijand opnieuw verrassen met een avondje van weergaloos uithalen. Met zijn vier doelpunten in één Champions League-wedstrijd vervoegt hij een lijstje van enkele grote namen: onder meer Lionel Messi, Marco van Basten en Andrej Sjevtsjenko.

Een knappe prestatie van Ibra, maar de eerlijkheid gebiedt ook te zeggen dat de Zweed met Joegoslavische roots en zijn ploegmaats niet veel weerwerk kregen van Anderlecht. Natuurlijk is er een klasseverschil tussen beide clubs, maar de wedstrijd leek haast in de ogen van de Brusselaars reeds verloren nog voor er werd afgetrapt. De gelatenheid viel van de spelers hun gezichten af te lezen.

Een 0-5 nederlaag in de Champions League moet an sich niet meteen alle alarmsignalen laten afgaan. Maar het betekent wel voor Anderlecht opnieuw een klap die het moet incasseren, nadat het in de competitie de laatste tijd van kwaad naar erger is gegaan. Tegen ploegen die zonder al te veel ongelukken in play-off 1 zullen aantreden zoals Club Brugge en Zulte Waregem gaf het niet thuis en de prestaties in de andere wedstrijden waren ook niet om lovend over te schrijven.

Dat merkt coach John van den Brom ook op en de Nederlander doet weinig om dat te verhullen. Elke week lijkt Van den Brom meer geïrriteerd, ook omdat de wijzigingen die hij doorvoert in zijn elftal  niet renderen. Woensdag nog stuurde hij zijn ploeg het veld op met een verstevigd middenveld, maar dat verzoop simpelweg mee met de rest van het team.

De pijnpunten van een club bloot leggen is nooit eenvoudig, maar dit Anderlecht mist duidelijk de ervaring van Biglia, Jovanovic, Mbokani en De Sutter die in het tussenseizoen zijn vertrokken uit het Astridpark. Ervaring die bovendien niet kon opgevangen worden door het aantrekken van jonge spelers zoals Mitrović en Milivojević en door het inzetten op de eigen jeugd. Ook al kan dat laatste op lange termijn zijn vruchten afwerpen.

Maar dat is het juist: in het voetbal en zeker bij een Belgische topclub als Anderlecht telt die lange termijn niet. In dat wereldje duurt de waarheid slechts tot de volgende wedstrijd. Overgangsjaren zoals de Brusselse club er nu eentje meemaakt tellen dan niet mee.

In dat opzicht moet John van den Brom vrezen voor zijn baan. Bij Club Brugge werd Juan Carlos Garrido met een beter rapport terug naar Spanje gestuurd. De wedstrijd van Anderlecht morgen tegen Standard zou voor de Nederlander dus wel eens een heel belangrijke kunnen worden.

 

Een einde en een begin

Het Koning Boudewijnstadion ging eergisterenavond naar goede gewoonte nog eens collectief uit zijn dak. Op basis van de wedstrijd niet echt logisch. Bij momenten  toonden de Duivels aardig voetbal aan het talrijk opgekomen publiek, maar die flitsen waren te zeldzaam. De 1-1 zorgde even voor een kleine domper en tegen een veredeld Welsh B-elftal werd er te veel ruimte weggegeven. Bovendien gebeurde de Belgische opbouw te onzuiver.

Wanneer de ganse campagne in rekening genomen wordt, is de vreugde gisteren op en rond de Heizel echter veel aannemelijker. Al moet er zorgvuldig worden omgesprongen met dure woorden, toch kan deze kwalificatiereeks gerust als historisch bestempeld worden. Niet alleen omdat de nationale ploeg na een tocht van twaalf lange jaren in de woestijn nog eens op een groot tornooi aanwezig zal zijn, maar ook omwille van het feit dat Kompany en co het ticket voor Brazilië uiteindelijk nog met relatief gemak in de wacht sleepten.

De kwalificatie voor het WK in Brazilië is de zege van een spelersgroep die nog niet zo lang geleden door de pers en het publiek werd gebrandmerkt als een verloren generatie. Die het afgelopen decennium zes bondscoaches versleet en nog niet zo lang geleden ondanks het talent dat hen werd toegedicht er toch maar niet in slaagde tegen een tegenstander van enig niveau een degelijke prestatie op de mat te brengen. Maar waar alle sceptici nog maar eens op gewezen is, is dat talent tijd nodig heeft om te rijpen. In deze campagne zijn de puzzelstukjes wel in elkaar gevallen. Dat is in niet geringe mate te verklaren door het groeiproces dat de internationals bij de nationale ploeg en hun clubteams hebben doorgemaakt, maar het is ook de verdienste van bondscoach Marc Wilmots, die bij zijn aanstelling anderhalf jaar geleden omwille van zijn zeer beperkt cv als trainer door de buitenwereld – inclusief ondergetekende –  niet bepaald als de nieuwe Messias werd onthaald. Wilmots bewees echter dat een nationale ploeg leiden iets totaal anders is dan de lijnen uitzetten bij een clubteam. Het Kampfschwein toonde zich de afgelopen tijd een uitstekende people manager die enerzijds duidelijke regels stelt, maar ook voor zijn spelers door het vuur gaat en van hen een stevig geheel maakte. Dat hij af en toe tactisch te kort schoot, zoals in de thuiswedstrijd tegen Kroatië zien we wat dat betreft door de vingers.

Dit is ook de zege van de professionalisering van de voetbalbond en zijn uithangbord nummer één, de nationale ploeg. Nog niet zo lang geleden bestond bijvoorbeeld het scoutingsapparaat aan de Houba de Strooperlaan uit welgeteld één archiefkast en droeg de KBVB – niet helemaal onterecht – het imago met zich mee van een oubollige sportbond te zijn, bestuurd door al even vergrijsde mannetjes die mijlenver verwijderd stonden van het hedendaagse voetbal. Dat daar verandering is in gekomen is voor een groot deel te danken aan Dick Advocaat en Georges Leekens. Ook al zijn beiden als een dief in de nacht vertrokken toen ze niet konden weerstaan aan de lokroep van respectievelijk de roebels van enkele Russische oligarchen en de eurobiljetten van een Vlaams-Brabantse vastgoedondernemer, het is onder hun bewind dat de structuur van de KBVB drastisch werd gerenoveerd en uitgebouwd, dat de technische staf een grondige uitbreiding onderging en dat cruciale posities werden ingevuld door mensen met nieuwe frisse ideeën zoals Steven Martens.

Ten slotte is de WK-kwalificatie ook de zege van de fans. Supporters die sinds het slot van de vorige EK-campagne de weg terug hebben gevonden naar het Koning Boudewijnstadion. De wedstrijden van de Rode Duivels zijn tegenwoordig altijd in een mum van tijd uitverkocht, mede door een perfect uitgekiende marketingcampagne. De fanclubs moeten al een tijdje potentiële leden weigeren, omdat de vraag het aanbod overstijgt en ook op buitenlandse wedstrijden kleurt het stadion zwart-geel-rood. Mooi zo, ook omdat het supporterslegioen nu eindelijk eens van die slechte gewoonte is afgestapt om het volkslied van de tegenstander op een fluitconcert te onthalen. Een compleet zinloze actie: tegenstanders gaan er heus niet slechter door spelen en enige vorm van beschaving is in een voetbalstadion best wel op zijn plaats.

Iedereen die het Belgisch voetbal een warm hart toedraagt mag dus op het einde van deze kwalificatiecampagne meer dan tevreden zijn. Zowel op korte termijn – sportief succes – als op lange termijn – de uitbouw van een degelijke structuur – zijn er stappen vooruit gezet.

Een einde luidt evenwel ook een nieuw begin in. Want nu start de tocht naar Brazilië pas. Doorheen de kwalificatie deed Marc Wilmots beroep op slechts een beperkt aantal spelers, maar toch zal het een moeilijke opdracht zijn voor de bondscoach om 23 Rode Duivels te selecteren die minstens drie tot vier weken lang op elkaars lip zullen moeten leven. En de spelers staan op hun beurt voor de niet altijd evidente taak om zich bij hun clubs zo goed mogelijk in de kijker te plaatsen en blessurevrij te blijven. Daarenboven zijn de sportieve verwachtingen hooggespannen en die zullen er zeker niet minder op worden. De Duivels moeten immers gezien hun nog relatief jonge leeftijd, in staat zijn hun stijgende groeicurve door te trekken. Dat het nog boeiende maanden gaan worden is dus zonneklaar.

Eindexamen

Vanavond om 19u45 zullen we het eindelijk weten. Verzilveren de Rode Duivels hun eerste van twee kansen – eventuele barragewedstrijden buiten beschouwing gelaten – om zich te plaatsen voor het WK in Brazilië van volgend jaar of niet?

Niemand die er op de 30.528 km² die ons land groot is nog aan twijfelt dat de kwalificatie alsnog uit de handen van Kompany en co kan glippen. Ontypisch Belgisch zelfvertrouwen dat neigt naar hoogmoed, maar op basis van de huidige campagne is die houding helemaal niet zo gek. Al speelde de factor geluk soms een rol, de Duivels kunnen met tachtig procent van de voorronde reeds achter de rug, een bijna perfect rapport  voorleggen. Slechts twee punten laten liggen en evenveel tegendoelpunten. Het zijn cijfers die niet liegen.

De kans dat we vanavond en vannacht reeds getuige kunnen zijn van toeterende autokaravaans, uitgelaten fans en cafébazen die hun slabakkende omzet op enkele uren tijd zien verdriedubbelen is meer dan aanwezig. De Kroatische selectie van bondscoach Igor Stimac is immers op sportief vlak niet superieur tegenover de kern waarop zijn collega Wilmots een beroep kan doen. Dat bewijst een louter empirische vergelijking, maar ook de heenwedstrijd vorig jaar in Brussel. Modric en co slaagden er toen – als enige tot nu toe in deze kwalificatiecampagne – de Belgen pijn te doen, maar kopje onder gingen de Duivels niet. Na 90 minuten kon het 1-1 gelijkspel alleen maar als billijk worden omschreven.

Bovendien is dit Kroatië een gewond dier. Sinds de onverwachte nederlaag in juni thuis tegen Schotland hebben de Vatreni de leiding bovenaan de kwalificatiepoule moeten lossen en sindsdien is de ploeg in een neerwaartse spiraal terecht gekomen. De fans hebben het voor een stuk laten afweten en het rommelt binnen de ploeg. Sterspeler Luka Modric stelde deze week openlijk de tactiek van bondscoach Stimac in vraag.

De malaise binnen de Kroatische ploeg kan zich echter ook tegen de Rode Duivels keren. Het vormde in de aanloop naar de wedstrijd de perfecte aanleiding voor Stimac om de favorietenrol behendig door te schuiven naar de Belgische elf. Ideaal dus om vanuit een egelstelling te verrassen. Want vergis je niet, deze tegenstander is een team dat reeds vele watertjes doorzwommen heeft. Het bulkt van de ervaring binnen de selectie – ook zonder de geschorste routiniers Simunic en Srna – en sinds het WK in Japan en Zuid-Korea tekende het op vier van de vijf grote toernooien present. Ook al heerst er zogezegd een crisis, de Rode Duivels zullen geconfronteerd worden met een team dat met het mes tussen de tanden zal spelen. En ook al zullen er slechts 20.000 fans naar het aftandse Maksimirstadion trekken, het kan er grondig spoken.

De troepen van Marc Wilmots zullen dus niet alleen moeten bewijzen dat ze kunnen voetballen. Dat wisten we al langer dat ze dat kunnen. Ze zullen ook moeten aantonen dat ze op vlak van maturiteit en leepheid progressie geboekt hebben. Een kwaliteit die op het hoogste niveau vaak het verschil maakt tussen winst of verlies. Het eindexamen voor een team dat de ambitie heeft door te stoten naar de eindronde van een WK of EK.

In dat opzicht is de afwezigheid van Vincent Kompany die altijd rust en controle brengt in een elftal een groter gemis dan zijn sportieve toegevoegde die ook buiten kijf staat. De Rode Duivels zijn evenwel meer dan alleen Kompany. En indien de ploeg Zagreb zou moeten verlaten met een onvoldoende, is er dinsdag altijd nog de tweede zit voor eigen publiek tegen Wales.

Talent, geduld en werkijver

José Mourinho die afgelopen week geïrriteerd wegliep op een persconferentie, nadat hij bestookt werd met vragen over de niet-selectie van Kevin De Bruyne voor de Champions League-wedstrijd tegen Steaua Boekarest. Dat we dit nog mochten mee maken. Een optimist zou het nog maar eens als bewijsmateriaal aanreiken dat de Belgen in de Engelse Premier League hot zijn.

Wat De Bruyne er zelf over denkt, weten we niet, maar dat hij op dit moment niet bepaald overloopt van geluk en vreugde lijkt vrij aannemelijk. Zijn statistieken van de afgelopen weken ogen immers verre van indrukwekkend. Zijn laatste basisplaats in een competitiewedstrijd dateert reeds van 26 augustus. Sindsdien gunde Mourinho de geboren Gentenaar in de Premier League alleen in de wedstrijd tegen Fulham een schamele vijf minuten.

Dat De Bruyne op dit moment weinig speelkansen toebedeeld krijgt is opmerkelijk voor een speler die vorig seizoen op uitleenbasis Werder Bremen haast in zijn eentje hielp overleven in de Bundesliga en die bij de Rode Duivels op korte tijd – De Bruyne heeft slechts vijftien interlands op de teller staan – is uitgegroeid tot een van de sterkhouders. Mourinho gek verklaren is echter een brug te ver. Meer nog: The Special One valt wat betreft zijn selectiepolitiek weinig te verwijten.

In de eerste wedstrijd van het seizoen tegen Hull City acteerde De Bruyne nog op een hoog niveau, maar tegen Manchester United  – de voorlopig laatste basisplek in de competitie voor de Rode Duivel – was zijn prestatie veel bleker, al speelden de overige Blues eveneens niet bijster goed. Dat excuus kon hij niet gebruiken voor zijn optreden in de bekerwedstrijd tegen derdeklasser Swindon Town. Een gouden kans om zichzelf te bewijzen miste hij toen helemaal.

Dan is het logisch dat je naast de basiself kan vallen. Zeker in een club waar de concurrentie vooraan op de vleugel moordend is. Oscar, Mata, Hazard, Schürrle en Willian zijn stuk voor stuk toppers. Toppers waarvoor Chelsea om hen aan te trekken meer geld heeft moeten uitgeven dan bij De Bruyne. Op dat vlak heeft de Belg brute pech. Duurdere spelers hebben nu eenmaal een streepje voor. Kapitaalsvernietiging moet immers vermeden worden. Ook al is de eigenaar een steenrijke oligarch.

De voormalige Genkspeler beleeft een mindere periode in de Britse hoofdstad, maar wanhopen is nergens voor nodig. Niemand twijfelt aan het talent van De Bruyne, zelfs José Mourinho niet. Wel moet The Kid realistisch blijven. De stap van een Duitse staartploeg naar een Engelse topclub is groot en vergt een aanpassingsperiode.

Een uitleenbeurt na de wintermercato zou zeker geen verkeerde keuze zijn – potentiële kandidaten staan nu reeds in de rij – maar dat verandert op lange termijn weinig aan de situatie van De Bruyne. De concurrentie zal niet gauw verdwijnen bij Chelsea en is ook bij andere grote clubs aanwezig. Hij zal keihard moeten blijven werken indien hij een stek in het elftal van Mourinho wil veroveren. Een gegeven dat nieuw is voor de speler die bij zijn vorige clubs KRC Genk en Werder Bremen een onbetwiste basisspeler was en zich al eens een mindere prestatie kon permitteren. Met het talent aanwezig heeft hij echter alle kansen op een succesvol verblijf op Stamford Bridge in handen. Op voorwaarde natuurlijk dat De Bruyne dat talent nog aanvult met geduld en werkijver. Dan staan hem nog mooie tijden te wachten.