Bondscoach Marc Wilmots moet sinds vorige week op zoek naar een nieuwe derde doelman. Jean-François Gillet – naast sluitstuk bij Torino ook een van de vaste keeper van de Rode Duivels – is immers door de Italiaanse voetbalbond voor drie jaar en zeven maanden geschorst voor zijn aandeel in het omkoopschandaal Calcioscommesse. De Luikenaar zou in 2008 en 2009 betrokken zijn geweest bij het beïnvloeden van twee wedstrijden van zijn toenmalig team Bari.
Al kan de doelman nog wel in beroep gaan tegen de uitspraak – wat hij ondertussen reeds gedaan heeft – de straf betekent mogelijk het einde voor zijn profcarrière. De eerste lettergreep van dat laatste woord staat er trouwens niet toevallig. Want Gillet stond tot op heden algemeen bekend als een op en top prof. Vetrokkken op zijn twintigste uit België om te slagen in Italië. En daarin nog gelukt ook. Goed voor 346 wedstrijden bij Bari en na de degradatie van die club één seizoen actief bij eersteklasser Bologna en nu bij Torino, eveneens in de Serie A.
Om zijn populariteit en vakmanschap even te schetsen: bij Bari ontving hij uit handen van de burgemeester de sleutels van de stad, voetbalicoon Dino Zoff noemde hem bij de top van de Italiaanse doelmannen en enkele jaren geleden stond hij dicht bij een transfer naar Manchester City. Het is net daarom onbegrijpelijk waarom Gillet betrokken zou zijn geweest bij het omkoopschandaal. Een keeper met zijn ervaring en aanzien verbrandt niet zo snel zijn vingers. Gillet heeft dan ook steeds zijn onschuld uitgeroepen.
Maar er zijn ook elementen die erop wijzen dat Gillet wel degelijk er voor iets tussen zit, ook al is er over de inhoud van het dossier en de rol van de Belg weinig bekend. Zo is een doelman vaak de gemakkelijkste schakel bij matchfixing. Veel meer dan op elke andere positie, kan daar het scoreverloop perfect beïnvloed worden. En ook de strafmaat liegt er niet om. Lange tijd in het onderzoek leek Gillet buiten schot te blijven, maar van de twintig veroordeelde spelers kreeg hij de op één na zwaarste straf. Dan is de kans dat hij een actieve rol gespeeld heeft wel zeer groot.
Zijn er ook verzachtende omstandigheden? Natuurlijk, Bari was in de periode van het omkoopschandaal een club in geldnood en dus kwetsbaar voor malafide lui. Het duurde dan ook niet lang vooraleer die de weg naar de Zuid-Italiaanse club vonden. Stemmen uit het onderzoek spreken zelfs over de maffia die in de kleedkamer zou hebben geregeerd. Geen excuus om criminele daden te plegen, maar toch: met zulke mensen spot je niet.
Het moet voor Gillet bovendien ook wringen dat andere Belgen die in omkoopschandalen betrokken zijn geweest, er gemakkelijker vanaf zijn gekomen. Tussen 2004 en 2006 zat onze Belgische competitie in de wurggreep van de zogenaamde zaak Ye, de dubieuze Chinees die bij verschillende ploegen spelers en trainers bereid vond om voor de gokmaffia wedstrijden te beïnvloeden. Bijna een decennium later staat de juridische vervolging nog nergens. Via de voetbalbond draaide de rechtsgang op niets uit, omdat een mogelijke strafzaak niet in het gedrang mocht komen. Maar die laatste heeft ook reeds enorme vertragingen opgelopen.
In april was er uiteindelijk een kleine doorbraak met het bepalen van een procesdatum die vastgelegd is op 13 september. Daarvoor moesten we dus zeven jaar wachten. In die tijdspanne zijn er in Italië twee grote rechtszaken over omkoopschandalen in het voetbal afgewerkt (naast Calcioscommesse ook Calciopoli met in de hoofdrol onder meer Juventus). Toch ook niet echt een land dat gekend staat om haar efficiënte bureaucratie.
Intussen blijven alle betrokkenen in België buiten schot. Spilfiguur Zheyun Ye lijkt zelfs van de aarbol verdwenen. Spelers zoals Laurent Fassotte, Marius Mitu en Laurent Delorge konden op hun beurt probleemloos aan de slag blijven als voetballer. En een van de andere sleutelpersonen, trainer Paul Put die destijds aan de slag was bij Lierse verhuisde naar Afrika, nadat hij door de bond voor een periode van drie jaar geschorst werd. Hij kan zich evenwel in principe terug aanmelden aan de Houba de Strooperlaan om terug als coach erkend te worden. Spijt over zijn aanzienlijk aandeel in de zaak – als trainer heb je immers een grote invloed op je spelersgroep – betuigde hij nooit. Eerder ziet hij zichzelf als een slachtoffer. Een slachtoffer dat weliswaar in de jaren dat hij geschorst was, grof geld heeft kunnen verdienen als bondscoach van Gambia en Burkina Faso.
Met de woorden ‘twee maten en twee gewichten’ moet men spaarzaam zijn, maar het zal vast en zeker voor Jean-François Gillet erg wrang aanvoelen wanneer hij de zaak Ye bekijkt. Een dossier waarin spelers en trainers betrokken zijn die wat betreft hun carrière nog niet aan de enkels van de Luikenaar komen, maar wel tot nu toe de dans hebben ontsprongen. Een aanfluiting voor de voetbalwereld. Juridische rechtvaardigheid is niet hetzelfde als maatschappelijke.