De staat van het voetbal

De bal is rond en de wedstrijd duurt negentig minuten

Tag archief: Italië

ROMELU

“ROMELU!” De kreet van de stadionspeaker in Bordeaux werd iets na 16.00u zaterdagnamiddag luidkeels gevolgd door een oorverdovende “LUKAKU” van de 10.000 aanwezige Belgische supporters. De Evertonaanvaller had de Rode Duivels net op voorsprong gebracht tegen Ierland en zou twintig minuten voor tijd de tegenstander definitief uittellen door op een haast identieke wijze zijn tweede doelpunt op het EK te scoren. Dezelfde spits trouwens die nog geen week eerder door een ganse natie net niet uitgespuugd werd nadat hij tegen Italië een uitstekende mogelijkheid op de 1-1 miste.

Het kan snel gaan in het voetbal, maar er is iets serieus mis als we zo snel spelers beginnen op te hemelen en af te schrijven. Het is onmogelijk het ene moment als een Lionel Messi bestempeld te worden om vervolgens niet meer in vierde provinciale mee te kunnen en vice versa. Dat Romelu Lukaku eerder bij de eerste aanleunt dan bij de tweede heeft hij de afgelopen tijd voldoende bewezen. In de zes voorbije wedstrijden die hij met de nationale ploeg afwerkte, kwam hij slechts één keer niet tot scoren. En ook bij Everton  kon hij terugblikken op een meer dan degelijk seizoen. Hij verdient het dus voor 200 procent om wat krediet te hebben en niet bij de eerste de beste gelegenheid met de grond gelijk gemaakt te worden.

Dat laatste geldt ook voor de nationale ploeg en de bondscoach. Allebei kregen ze na het debacle tegen Italië heel wat kritiek te verduren die niet altijd even hard hout sneed. Marc Wilmots kan bezwaarlijk een topcoach genoemd – daarvoor oogt zijn palmares te mager – maar de successen van de nationale ploeg van de afgelopen jaren kunnen niet zonder de inbreng van Wilmots bekeken worden. Of je nu fan bent van hem of niet. Ook de nationale ploeg was in de aanloop naar de partij tegen Italië niet plotseling afgegleden naar het niveau van een voetbaldwerg, net als de Rode Duivels nooit topfavoriet zijn geweest voor de Europese titel. De waarheid zal – zoals zo vaak – ergens in het midden liggen.

De prestatie tegen Ierland moet in ieder geval vertrouwen geven voor vanavond tegen Zweden. De Duivels toonden immers eindelijk dat ze het wel kunnen, een tegenstander domineren die het voetballen probeert te verhinderen. Snelle balwisselingen en diepgang zoeken waren de sleutelwoorden zaterdag in Bordeaux en dat zal in Nice niet anders zijn vanavond. Als dat gekopieerd kan worden en ene Zlatan Ibrahimovic wordt uit de wedstrijd gehouden, kan het eigenlijk amper mis gaan. Gecombineerd met enkele “LUKAKU’s” die van de tribunes rollen belooft het dan een mooie feestavond te worden aan de Franse Rivièra.

Another day at the office

Met het mes op de keel, er is geen betere omschrijving mogelijk voor de manier waarop de Rode Duivels morgen tegen Ierland in Bordeaux op het veld verschijnen. De nederlaag tegen Italië maandag was geen drama, maar zorgt er wel voor dat de nationale ploeg zich geen uitschuiver kan permitteren, wil het niet het drama meemaken van vroegtijdig naar huis te worden gestuurd of wil het vermijden te moeten speculeren op een plaats bij de beste vier derdes. Trouwens: als je tegen het nummer 33 op de FIFA-ranking niet kan winnen, heb je op een EK überhaupt niets te zoeken.

De situatie waarin de Duivels beland zijn is redelijk nieuw voor ze. De kwalificatiecampagne voor EURO 2016 verliep moeizaam, maar het EK kwam op geen moment in gevaar. De laatste keer dat het echt van moeten was, ligt reeds twee jaar achter ons, de verloren kwartfinale van het WK in Brazilië tegen Argentinië. Niet meteen vertrouwenwekkend, maar druk mag geen te groot obstakel vormen voor spelers die bijna allemaal bij hun clubs in de sterkste competities van de wereld een leidende rol hebben en tijdens het seizoen haast elke week meermaals vol aan de bak moeten. In dat oogpunt is de wedstrijd tegen Ierland another day at the office.

Over de tactiek is reeds ook veel gesproken en geschreven, maar eigenlijk is er slechts één optie voor de Rode Duivels: net zoals de Italiaanse media in de aanloop naar de match tussen hun Squadra Azzurra en de Rode Duivels opriepen voluit voor de aanval te gaan, moeten ook de Belgen tonen waarom het offensieve compartiment van hun elftal het meest talentrijke van de ganse ploeg is. Er is immers meer nodig dan een overwinning om de ploeg opnieuw op de rails te krijgen. Overtuiging, dat is wat de buitenwereld wil zien van de Rode Duivels. Geen Fellaini dus meer in de basisploeg a.u.b. Marc Wilmots. Zet Kevin De Bruyne op de plaats waar hij het beste rendeert: centraal achter de spitsen. En als je dan toch bezig bent, drop opkomende flankverdedigers als Thomas Meunier en Jordan Lukaku ook maar in de basis. Vooruit moet het gaan morgen tussen 15.00u en 16.45u

Of de broer van die laatste, Romelu aan de aftrap verschijnt is koffiedik kijken. De spits bleef na de wedstrijd tegen Italië niet zonder kritiek. Niet helemaal terecht. Lukaku miste inderdaad in de tweede helft een huizenhoge kans op de gelijkmaker, maar het was wel de enige mogelijkheid die zich aanbood voor hem. Dat Kevin De Bruyne en Eden Hazard ook allesbehalve in de match zaten brak hem zuur op. Het is bovendien absurd hoe snel het geloof in een voetballer kan verdwijnen. Romelu Lukaku heeft er een dijk van een seizoen opzitten bij zijn club Everton en vond in de vier voorbije oefeninterlands telkens de weg naar de netten. Dat verdient wat meer krediet dan hetgeen hij nu bij sommigen al opgebruikt lijkt te hebben.

Daarnaast is het hoogst twijfelachtig dat de stelling zou kloppen dat Lukaku tegen de Ierse verdediging – die weinig ruimte zal weggeven – weinig te zoeken heeft als aanvaller die graag ruimte gebruikt. Sinds het WK in Brazilië speelt elke tegenstander op die behouden manier tegen de Rode Duivels. Tegen Ierland worden de Belgen heus niet met een nieuwe realiteit geconfronteerd. Behoud je vertrouwen dus maar in Romelu, Marc Wilmots. De natie dankt u.

Waarom Wilmots geen Conte, Van Gaal of Deschamps is

Wat al enkele weken of misschien zelfs reeds enkele maanden sluimerde kwam na de nederlaag van de Rode Duivels tegen Italië helemaal aan de oppervlakte: bondscoach Marc Wilmots kreeg het in de publieke opinie zwaar te verduren. Niet altijd even terecht. Kevin De Bruyne kende voor het eerst in 41 wedstrijden voor de nationale ploeg een complete offday, Hazard bleef ook sterk onder de verwachtingen en dat Romelu Lukaku zijn rush richting Buffon vroeg in de tweede helft beëindigde met een lobbal naast het doel is op het niveau van een Europees kampioenschap tegen een sterke tegenstander als Italië haast onvergefelijk. Al die tegenvallers kan een coach niet verhelpen, net zoals het bij momenten zeer slordige spel van de Duivels.

Toch treft ook Wilmots schuld aan de slechte – maar niet fatale – start van de nationale ploeg op EURO 2016. De coach betwist op haast elke persconferentie de kritiek dat hij tactisch vaak door de mand valt, maar feit is dat hij ook maandag door zijn concullega Antonio Conte compleet afgetroefd werd. Daar moest de flegmatieke Italiaan zelfs niet voor te verrassen. Het was bijvoorbeeld immers op voorhand reeds duidelijk dat zijn spelers vooral de ruimte achter de rug van de Belgische verdediging zouden proberen te benutten, zo kwam ook het openingsdoelpunt tot stand.

Ook wat betreft de eigen tactiek zat er heel wat zand in de motor van de Belgen. Wat Fellaini op het middenveld bijgedragen heeft tegen Italië is twee dagen na de wedstrijd nog steeds niet duidelijk. Een zeer spijtige keuze, zeker als je zag hoe De Bruyne stond te zwemmen op de flank. Bovendien acteerden de elf Belgen vanaf het moment dat ze het initiatief in handen kregen opnieuw zoals we al zo vaak hebben gezien: volstrekt hulpeloos. Dat Wilmots daar na vier jaar aan het hoofd van de nationale ploeg nog steeds geen oplossing voor heeft gevonden doet steeds vaker de wenkbrauwen fronsen. Louis van Gaal had vlak voor het WK in Brazilië slechts enkele weken nodig om een duidelijk herkenbaar systeem in het Nederlands elftal te slepen en boekte daar ondanks een zeer matige selectie ook succes mee.

Wat echter nog pijnlijker is, is het feit dat Wilmots in Lyon een totaal gebrek aan lef vertoonde. In de eerste plaats op het vlak van de opstelling. Italië is een naam als een klok in het internationale voetbal, maar als er één generatie te pakken was, is het deze wel. Conte kan geen beroep doen op sterren en heeft achteraan een verdediging rondlopen die stilaan de pensioengerechtigde leeftijd bereikt heeft. Waarom Wilmots niet voluit de kaart van de aanval  trok blijft dan ook een raadsel.

Ook bij zijn vervangingen was de bondscoach in hetzelfde bedje ziek. In de openingswedstrijd tussen Frankrijk en Roemenië aarzelde Didier Deschamps niet om zijn vedetten Paul Pogba en Antoine Griezmann naar de kant te halen. Iets waar Wilmots zich niet aan waagde, ook al was Kevin De Bruyne een schim van zichzelf en bleef Eden Hazard ook ver onder de verwachtingen. Een beslissing waar niemand beter van werd, aangezien Hazard en De Bruyne op die manier nog meer gefrustreerd werden.

Wilmots sluit de eerste partij van de groepsfase dus met een zware onvoldoende af. Een weinig te benijden prestatie die de top van de KBVB tot nadenken moet stemmen. Natuurlijk zou een coachwissel tijdens het EK geen zoden aan de dijk brengen, maar de eerstvolgende partij van de Duivels na dit tornooi is pas in september. Tijd genoeg om eens te bekijken of er voldoende financiële ruimte is om het lopende contract van Wilmots stop te zetten. En om uit te vissen of het GSM-nummer van Louis van Gaal nog ergens rondslingert in de bureaulades van de kantoren aan de Houba de Strooperlaan.

Het circus voetbal

En toen waren ze nog maar met … . Het is een zinnetje dat je de afgelopen tijd veel kan gebruiken wanneer het over de verdedigers bij de Rode Duivels gaat. Na Vincent Kompany en Björn Engels zagen immers maandag ook Nicolas Lombaerts en Dedryck Boyata het EK aan zich voorbijgaan omwille van blessures. In het geval van Boyata is dat voor de ambities van de Rode Duivels geen ramp. De speler van Celtic Glasgow telde nog maar twee caps en leek in normale omstandigheden de grootste kanshebber te zijn om als 24ste lid van de selectie thuis te moeten blijven.

Wat Lombaerts betreft liggen de kaarten anders. Met zijn onbeschikbaarheid verdwijnt er opnieuw heel wat ervaring achteraan bij de nationale ploeg. 39 keer kwam de West-Vlaming tussen de lijnen voor de Duivels. Tel daar nog eens de 72 caps van Vincent Kompany bij en de 85 van Daniel Van Buyten die vlak na het WK in Brazilië afzwaaide en je krijgt een indrukwekkend aantal. Nu blijven nog alleen Toby Alderweireld en Jan Vertonghen over als routiniers. Laurent Ciman en Thomas Vermaelen hebben allebei ook reeds een mooie carrière uitgebouwd, maar kwamen de laatste tijd te weinig in actie bij de nationale ploeg om te verwachten dat ze de kar zullen trekken. Vermaelen zag bovendien dit seizoen te vaak de bank en de tribune bij zijn club Barcelona.

Als Marc Wilmots zich dus over één compartiment zorgen moet maken is het de defensie wel. In de twee afgelopen kwalificatiecampagnes blonk de ploeg telkens uit door zeer weinig doelpunten te slikken – voor het WK in Brazilië twee jaar geleden slechts vier tegendoelpunten en tijden de campagne voor EURO 2016 eentje meer – maar nu staat dat allemaal wat op losse schroeven. Automatismen bij nationale ploegen vormen sowieso reeds een heikel thema, aangezien de teams slechts enkele wedstrijden per jaar spelen en amper kunnen trainen, maar twee weken voor het start van het EK moet de bondscoach en de rest van de technische staf een haast volledige onuitgegeven defensie bij elkaar timmeren. Alleen al daarom wordt de wedstrijd straks tegen Finland zeer interessant.

Wilmots kan zich echter enigszins optrekken aan het feit dat een groot deel van zijn collega-bondscoaches omwille van blessures ook lang niet met hun sterkste elftal kunnen uitpakken. Groepsgenoot Italië mist bijvoorbeeld Marchisio, Montolivo en Verratti, Duitsland kan net zoals op het WK in Brazilië geen beroep doen op Reus en Didier Deschamps moet Diarra, Mathieu en Varane uit de selectie bij Les Bleus laten.

Op zich is die behoorlijk lange lijst geblesseerden niet zo verrassend, desondanks alle vooruitgang in de medische wereld. We staan op het einde van een reeds lang seizoen en het EK is nog niet afgelopen of vele clubteams beginnen reeds aan de voorbereiding van een nieuwe jaargang. Daarnaast is het eerder een regel dan een uitzondering dat spelers tijdens het seizoen twee tot drie wedstrijden per week afwerken. Het voetbal is een perpetuum mobile geworden, voor een groot deel onder druk van de televisiestations en sponsoren die veel geld pompen in het voetbal. Zij hebben er alle belang bij dat het product voetbal vaak genoeg in de markt geplaatst kan worden. Dat dat ten koste gaat van de gezondheid en ambities van voetballers lijkt van ondergeschikt belang. Het circus moet verder en wacht op niemand.

Fier, kritisch en optimistisch – een open brief aan de Rode Duivels-fans

Beste Rode Duivels-fans

Jullie mogen fier zijn. Volgende week maandag staat jullie team voor het eerst in de geschiedenis helemaal bovenaan de FIFA-ranking. Nog maar zeven andere ploegen hebben die positie ooit bekleed sinds de invoering van de ranglijst in december 1992: Duitsland, Italië, Brazilië, Nederland, Frankrijk, Argentinië en Spanje. Stuk voor stuk voetbalgrootmachten – nou ja, Nederland – niet slecht voor een ploeg die zes jaar geleden nog hopeloos achterop hinkte op de 66ste plek tussen Macedonië en Marokko. De eerste plek op de ranking valt vooral te verklaren dankzij de mooie reeks die de Rode Duivels onder Marc Wilmots hebben geboekt. De bondscoach blijft terecht niet zonder kritiek, maar wat de resultaten betreft valt hem weinig te verwijten. Wanneer we de wedstrijden met inzet in rekening brengen – de kwalificatiematchen voor het WK in Brazilië en EURO 2016 en de vijf wedstrijden op de WK-eindronde – scoorden de Rode Duivels een 61/75. Met de vriendschappelijke matchen daaraan toegevoegd wordt het een 91/120. In universiteitstermen is dat net geen grote onderscheiding.

Jullie moeten echter ook kritisch blijven. De eerste plaats op de FIFA-ranking is een prestatie om te koesteren – een klein land als het onze bovenaan die lijst komt misschien nooit meer voor – maar we mogen er ons ook niet op blindstaren. De alternatieve Elo-ranking plaatst ons land pas op de elfde stek en op de ranglijst van de UEFA nemen de Duivels de zevende plaats in. Onterecht is dat niet. De afgelopen jaren hebben Kompany en co immers maar tegen één echt topland gespeeld – Argentinië op het WK – en in die wedstrijd beten ze in het zand. Tegen Frankrijk werd een mooie vier op zes genoteerd, maar dat ging telkens slechts over een vriendschappelijke interland. Het voetbal dat de Rode Duivels in de afgelopen kwalificatiecampagne op de mat brachten wijst bovendien ook op de relativiteit van de eerste plaats op de FIFA-ranking. Voetballend lijken de Belgen nog niet echt progressie te hebben gemaakt sinds het bereiken van de kwartfinales op het WK in Brazilië van vorige zomer. Zelf initiatief moeten nemen wanneer een tegenstander een dubbele muur optrekt voor het eigen doel blijft nog altijd een pijnpunt.

Jullie mogen evenwel ook optimistisch zijn. We zijn minder dan acht maanden verwijderd van het EK, maar in sport is dat een eeuwigheid. De recentste interlandreeks bewijst eveneens dat er nog hoop is op een knalprestatie in Frankrijk. De wedstrijd in Andorra was geen waardemeter, maar de daaropvolgende match tegen Israël toonde aan dat de verhuis van Kevin De Bruyne van de flank naar het centrum misschien wel eens het ontbrekende radertje zou kunnen zijn in de machine die de nationale ploeg is. Toeval bestaat niet: de Rode Duivels speelden hun beste wedstrijd uit de ganse campagne en creëerden veel meer kansen. Bovendien kan bondscoach Marc Wilmots met De Bruyne centraal een extra dosis creativiteit op de flanken inbrengen. Kortom een geslaagde test die om een vervolg schreeuwt in de twee oefeninterlands tegen Italië en Spanje die binnen enkele weken gespeeld worden. Ondertussen liggen de verwachtingen ook minder hoog voor deze groep Rode Duivels, vooral in de buitenlandse media. Op het WK werden de Belgen nog beschouwd als een gevaarlijke outsider, nu dicht de mondiale pers de ploeg een iets bescheidenere rol toe. Maar is dat net geen positie die ons land beter ligt? In combinatie met het harde werk dat nog geleverd zal worden, het aanwezige talent en jullie uitstekende reputatie als supporters zou dat wel eens vonken kunnen geven.

Tot in Frankrijk!

Thomas Lamm

Nog niet te laat

Het heeft 32 jaar geduurd vooraleer de Rode Duivels zich nog eens konden plaatsten voor een Europees Kampioenschap, maar een reden tot feesten was dat niet afgelopen weekend. Dorpspleinen bleven leeg, autokaravaans waren niet te bespeuren en ook de spelersgroep zelf hield het relatief kalm.

Zo gek is die soberheid echter niet. Een voorlopig puntenaantal van 20 op 27 is verre van slecht, maar gezien de middelmatige tegenstand eigenlijk het minimum van het minimum. Kwalitatief gezien kon de kwalificatiecampagne eveneens stukken beter. Ook zaterdag tegen Andorra. De Duivels kwamen nooit in de problemen, maar echt overtuigen deden ze nu ook weer niet. Alweer legden ze beslag op de meerderheid van het balbezit, maar opnieuw deden ze daar te weinig mee, al nodigde het slechte en kleine kunstgrasveld niet meteen uit tot een swingende voetbalavond.

Het geëxperimenteer van Marc Wilmots in Andorra kan onvoldoende beoordeeld worden. De vertimmerde defensie werd nagenoeg niet onder druk gezet door het nummer 205 op de FIFA-ranking, Kevin De Bruyne die tot nu toe ongeveer de beste Rode Duivel was in de kwalificatiecampagne en zich centraal mocht laten gelden werd het leven niet bepaald zuur gemaakt en om de verdienstelijk debuterende Laurent Depoitre naar waarde schatten heb je eveneens een sterkere tegenstander nodig.

Daarom dat de wedstrijd tegen Israël vandaag wel degelijk nog enig belang heeft. De strijd om de groepswinst draait louter om prestige en de mogelijke eerste plaats op de FIFA-ranking is compleet zonder belang, maar met een ploeg die nog vol aan de bak moet in de strijd om de barrageplek in de kwalificatiepoule en toch wel wat kwaliteit in huis heeft krijgen de Duivels een niet onaardige opponent voor zich. De campagne richting Frankrijk zit er op, maar nu begint het pas voor de ambitieuze Belgen. Willen Kompany en co hun ambitie – op 10 juli van volgend jaar in het Stade de France zich tot Europees kampioen kronen – waarmaken, dan staat er nog een berg werk op ze te wachten. De pijnpunten zijn al langer bekend bij iedereen – een tegenstander die zich ingraaft niet kunnen ontwrichten, het ontbreken van een killer vooraan en een duidelijk spelsysteem en Hazard die maar zelden ontploft – maar oplossingen heeft Marc Wilmots daar nog niet voor kunnen formuleren.

Minder dan acht maanden voor de aftrap van de openingsmatch van EURO 2016 dringt de tijd, maar te laat is het nog niet. Louis van Gaal speelde het vorig jaar als Nederlands bondscoach op een veel kortere periode klaar om een minder getalenteerde groep naar een derde plaats op het WK in Brazilië te leiden en met Italië en Spanje dienen er zich volgende maand reeds twee stevige sparringpartners aan om lustig verder te sleutelen. Ondanks dat het ‘maar’ oefenwedstrijden zijn een interessant tweeluik, aangezien De Duivels uitgezonderd tegen een mak Frankrijk sinds het WK geen topploegen meer partij konden geven. Een mooie en misschien zelfs uitzonderlijke Belgische voetbalzomer behoort dus zeker nog tot de mogelijkheden. Eén waarin de dorpspleinen wel opnieuw volstromen en de autokaravaans toeterend door de straten rijden.

De bondscoach, die ploegde voort

Vorig week zondag in het GSP-stadion in Nicosia omstreeks 23.30u lokale tijd: de Russische scheidsrechter Vladislav Bezborodov maakt een einde aan de partij van de Rode Duivels tegen Cyprus. De stadionspeaker laat prompt het themanummer van de Muppet Show door de boxen gallen. Of er enig sarcasme mee gemoeid was weten we niet, maar de brave man – of vrouw natuurlijk, lang leve gendergelijkheid – had het haast niet beter kunnen kiezen. Ook al was er sowieso amper eer te halen in een land waar het zand op de stranden van groter belang is dan de grassprieten op de voetbalvelden, wat Kompany en co neerzetten was ongeveer van het slechtste dat we de afgelopen jaren van de nationale ploeg zagen.

Het feit dat de wedstrijd werd beslist door een klasseflits van het trio De Bruyne-Mertens-Hazard was ongeveer het enige positieve dat er te onthouden viel. Voor het overige was het huilen met de figuurlijke pet op. Veel individuele fouten en amper uitgespeelde aanvallen: we zijn nog niet eens half september, maar de Duivels leken eerder bezig aan een eindeseizoensmatch. Op enkele uitzonderingen na stonden ze inspiratieloos op de mat. Al een geluk dat er bij de thuisploeg geen Gareth Bale rondliep, want anders zou de avond er nog slechter hebben uitgezien.

Dankzij de 1-0 zege tegen Cyprus kunnen de Rode Duivels stilaan hun ticket voor EURO 2016 boeken, maar op veel gejuich moet dat niet worden onthaald. Met acht extra deelnemers in vergelijking met het EK drie jaar geleden in Polen en Oekraïne mag immers ongeveer elk Europees land – uitgezonderd misschien Vaticaanstad en Bobbejaanland – richting Frankrijk trekken. Nee, in plaats van een hoerastemming moet er dringend worden bekeken hoe het niveau van de nationale ploeg drastisch naar omhoog kan worden getrokken.

Na het WK in Brazilië beloofde bondscoach Marc Wilmots zijn ploeg veel dominanter te laten spelen om zo een antwoord te kunnen vinden op de tegenstand die wedstrijden tegen de Duivels steeds behoudener aanpakt, maar echt progressie hebben we het team na tachtig procent van de kwalificatiecampagne achter de rug nog niet zien boeken. De inbreng van Radja Nainggolan was een pluspunt – hoe is het mogelijk dat zo’n speler er vorig jaar niet bij was op het WK – maar daarnaast blijft het team ter plaatse trappelen.

In zo’n omstandigheden komt al snel de coach in het vizier. Het is niet de populairste mening om te verkondigen, maar in een ideale wereld zou Marc Wilmots zo snel mogelijk vervangen moeten worden, nog liever vandaag dan morgen. Topspelers verdienen een topcoach en dat is het Kampfschwein voor alle duidelijkheid niet. Zijn eerdere coachingsopdrachten bij Schalke 04 en STVV draaiden telkens op een sisser uit en bij de nationale ploeg werd hij meermaals tactisch afgetroefd door zijn collega’s op de andere bank. Ook omdat hij maar niet wil afwijken van zijn 4-3-3-opstelling met een nochtans aanvallend ingestelde speler als Witsel als verdedigende middenvelder en Benteke als eerste keuze in de spits. Wat er ook mag gebeuren: de bondscoach, die ploegt voort. Natuurlijk kan je opwerpen dat de spelers ook een verantwoordelijkheid te dragen hebben, maar een trainer heeft dan net de taak zijn ploeg te prikkelen. Daar lijkt Wilmots niet in te slagen, te weinig alleszins.

In het glazen bondsgebouw aan de Brusselse Houba de Strooperlaan lijkt echter niemand geneigd het ontslag van de bondscoach op tafel te leggen. De vele personeelswissels binnen de technische staf en de omkadering bewijzen dat de machtspositie van Wilmots groot is en de KBVB en hij lijken wel onlosmakelijk met elkaar verbonden. Als het gênante geflirt met Schalke 04 ons één ding leerde, is dat er nagenoeg geen clubs staan te springen om de coach een contractvoorstel aan te bieden en de bond moet op zijn beurt de vinger aan de knip houden. Een ontslagvergoeding uitbetalen en een betere (en dus duurdere) vervanger aantrekken zou de KBVB financieel te veel pijn doen. Als de opvolger een Belg moet zijn is de spoeling overigens flinterdun. Eric Gerets is op pensioen en Michel Preud’homme ligt nog onder contract, nota bene bij het Club Brugge van bondsopposant Bart Verhaeghe.

Daarom moet er gezocht worden naar de minst slechte oplossing. Met de kwalificatie als reekshoofd zo goed als op zak en nog negen maanden te gaan voor de start van EURO 2016 is er voldoende tijd om te experimenteren. Geef De Bruyne een centrale rol, probeer eens een tweespitsensysteem met Batshuayi en posteer Witsel opnieuw iets hoger; de mogelijkheden zijn legio. Zeker met oefenwedstrijden tegen Italië en Spanje in het vooruitzicht, ploegen die op het EK ook concurrenten zullen zijn van de Rode Duivels. De komende maanden zullen dus cruciaal worden voor de ambities van de nationale ploeg, maar er is nog hoop.

Tweede zit

Europa kreunt onder de Zuid-Amerikaanse WK-zon. Het continent dat de bakermat vormt van het voetbal heeft met Kroatië, Spanje, Italië, Engeland en Bosnië-Herzegovina al vijf teams zien terugkeren na de eerste ronde van het WK en daar blijft het waarschijnlijk niet bij. Portugal en Rusland balanceren op de rand van de uitschakeling en zelfs Duitsland kan – mits een grote dosis pech weliswaar- vanavond nog huiswaarts gestuurd worden.

Vooral de eliminatie van Spanje, Italië en Engeland doet de wenkbrauwen fronsen. Samengeteld zijn de grootmachten, die de sterkste competities ter wereld herbergen goed voor vier Europese titels en zes WK-eindoverwinningen. Opmerkelijk dus, maar de uitschakeling van de drie landen was niet onverdiend. In de groepsfase scoorden ze samen 7/27, een flinke tweede zit.

Of het om een structureel probleem gaat, valt moeilijk aan te tonen – een WK is immers een momentopname dat slechts om de vier jaar wordt georganiseerd – maar de bestuurskamers in Londen, Rome en Madrid maken maar beter werk van de toekomst. Natuurlijk speelt de toenemende concurrentie veroorzaakt door de mondialisering van de sport ook een rol, maar feit blijft dat Engeland al jaren ter plaatse lijkt te trappelen op internationaal niveau en dat vooral Italië en Spanje over een selectie beschikken, waarvan de sleutelspelers veteranen zijn van vele oorlogen. Te veel oorlogen misschien. Buffon, Pirlo, Xavi en Torres zijn monumenten, maar met oog op de volgende EK en WK’s moet er niet meer op hen gerekend worden.

In het geval van Spanje lijkt die wissel van de wacht geen probleem. De jeugdploegen van La Furia Roja grossieren in Europese titels zoals andere stervelingen postzegels verzamelen en op wereldkampioenschappen praat de Spaanse jeugd ook vaak een hartig woordje mee. Maar bij Engeland en Italië liggen de kaarten anders. De spelers van wereldniveau zijn bij de Azzurri en de Three Lions op één hand te tellen en van een echte doorstroming leek de afgelopen jaren alvast geen sprake.

Dat het groot aantal buitenlanders in de competities de verjonging van de nationale ploegen niet bepaald bevordert klopt, maar op dat fenomeen moeten we ons niet blindstaren. Ook al is de 6+5-regel van de FIFA die meer kansen aan eigen jeugdspelers wilde geven een stille dood gestorven wegens in strijd met de Europese wetgeving, niets belet de nationale bonden om echt werk te maken van een doordacht jeugdbeleid.

Engeland en Italië kunnen een voorbeeld nemen aan hun Duitse collega’s die na hun pijnlijke exit met één schamel punt op Euro 2000 een paleisrevolutie doorvoerden. Onder meer strengere regels voor de clubs, onafhankelijke voetbalacademies en een grotere focus op tactische en technische training hebben ervoor gezorgd dat onze oosterburen het laatste decennium hun plaats aan de top opnieuw hebben ingenomen. De WK-gebuisden weten dus wat hen te doen staat. Al komt dat misschien nog te vroeg, het EK van 2016 in Frankrijk piept als eerste herexamen reeds om de hoek.

Twee maten en twee gewichten

Bondscoach Marc Wilmots moet sinds vorige week op zoek naar een nieuwe derde doelman. Jean-François Gillet – naast sluitstuk bij Torino ook een van de vaste keeper van de Rode Duivels – is immers door de Italiaanse voetbalbond voor drie jaar en zeven maanden geschorst voor zijn aandeel in het omkoopschandaal Calcioscommesse. De Luikenaar zou in 2008 en 2009 betrokken zijn geweest bij het beïnvloeden van twee wedstrijden van zijn toenmalig team Bari.

Al kan de doelman nog wel in beroep gaan tegen de uitspraak – wat hij ondertussen reeds gedaan heeft – de straf betekent mogelijk het einde voor zijn profcarrière. De eerste lettergreep van dat laatste woord staat er trouwens niet toevallig. Want Gillet stond tot op heden algemeen bekend als een op en top prof. Vetrokkken op zijn twintigste uit België om te slagen in Italië. En daarin nog gelukt ook. Goed voor 346 wedstrijden bij Bari en na de degradatie van die club één seizoen actief bij eersteklasser Bologna en nu bij Torino, eveneens in de Serie A.

Om zijn populariteit en vakmanschap even te schetsen: bij Bari ontving hij uit handen van de burgemeester de sleutels van de stad, voetbalicoon Dino Zoff noemde hem bij de top van de Italiaanse doelmannen en enkele jaren geleden stond hij dicht bij een transfer naar Manchester City. Het is net daarom onbegrijpelijk waarom Gillet betrokken zou zijn geweest bij het omkoopschandaal. Een keeper met zijn ervaring en aanzien verbrandt niet zo snel zijn vingers. Gillet heeft dan ook steeds zijn onschuld uitgeroepen.

Maar er zijn ook elementen die erop wijzen dat Gillet wel degelijk er voor iets tussen zit, ook al is er over de inhoud van het dossier en de rol van de Belg weinig bekend. Zo is een doelman vaak de gemakkelijkste schakel bij matchfixing. Veel meer dan op elke andere positie, kan daar het scoreverloop perfect beïnvloed worden. En ook de strafmaat liegt er niet om. Lange tijd in het onderzoek leek Gillet buiten schot te blijven, maar van de twintig veroordeelde spelers kreeg hij de op één na zwaarste straf. Dan is de kans dat hij een actieve rol gespeeld heeft wel zeer groot.

Zijn er ook verzachtende omstandigheden? Natuurlijk, Bari was in de periode van het omkoopschandaal een club in geldnood en dus kwetsbaar voor malafide lui. Het duurde dan ook niet lang vooraleer die de weg naar de Zuid-Italiaanse club vonden. Stemmen uit het onderzoek spreken zelfs over de maffia die in de kleedkamer zou hebben geregeerd. Geen excuus om criminele daden te plegen, maar toch: met zulke mensen spot je niet.

Het moet voor Gillet bovendien ook wringen dat andere Belgen die in omkoopschandalen betrokken zijn geweest, er gemakkelijker vanaf zijn gekomen. Tussen 2004 en 2006 zat onze Belgische competitie in de wurggreep van de zogenaamde zaak Ye, de dubieuze Chinees die bij verschillende ploegen spelers en trainers bereid vond om voor de gokmaffia wedstrijden te beïnvloeden. Bijna een decennium later staat de juridische vervolging nog nergens. Via de voetbalbond draaide de rechtsgang op niets uit, omdat een mogelijke strafzaak niet in het gedrang mocht komen. Maar die laatste heeft ook reeds enorme vertragingen opgelopen.

In april was er uiteindelijk een kleine doorbraak met het bepalen van een procesdatum die vastgelegd is op 13 september. Daarvoor moesten we dus zeven jaar wachten. In die tijdspanne zijn er in Italië twee grote rechtszaken over omkoopschandalen in het voetbal afgewerkt (naast Calcioscommesse ook Calciopoli met in de hoofdrol onder meer Juventus). Toch ook niet echt een land dat gekend staat om haar efficiënte bureaucratie.

Intussen blijven alle betrokkenen in België buiten schot. Spilfiguur Zheyun Ye lijkt zelfs van de aarbol verdwenen. Spelers zoals Laurent Fassotte, Marius Mitu en Laurent Delorge konden op hun beurt probleemloos aan de slag blijven als voetballer. En een van de andere sleutelpersonen, trainer Paul Put die destijds aan de slag was bij Lierse verhuisde naar Afrika, nadat hij door de bond voor een periode van drie jaar geschorst werd. Hij kan zich evenwel in principe terug aanmelden aan de Houba de Strooperlaan om terug als coach erkend te worden. Spijt over zijn aanzienlijk aandeel in de zaak – als trainer heb je immers een grote invloed op je spelersgroep – betuigde hij nooit. Eerder ziet hij zichzelf als een slachtoffer. Een slachtoffer dat weliswaar in de jaren dat hij geschorst was, grof geld heeft kunnen verdienen als bondscoach van Gambia en Burkina Faso.

Met de woorden ‘twee maten en twee gewichten’ moet men spaarzaam zijn, maar het zal vast en zeker voor Jean-François Gillet erg wrang aanvoelen wanneer hij de zaak Ye bekijkt. Een dossier waarin spelers en trainers betrokken zijn die wat betreft hun carrière nog niet aan de enkels van de Luikenaar komen, maar wel tot nu toe de dans hebben ontsprongen. Een aanfluiting voor de voetbalwereld. Juridische rechtvaardigheid is niet hetzelfde als maatschappelijke.

 

Neymar en de Confederations Cup

Het voetbalseizoen 2012-2013 zit er na de finale van de Confederations Cup afgelopen weekend op. Al is een einde natuurlijk zeer relatief, rekening houdend met het feit dat alle Belgische eersteklassers reeds volop in de voorbereiding op de nieuwe competitie zitten. Het voetbal is een kind van de moderne samenleving: 24 uur op 24, zeven dagen op zeven. Een rijk waar de zon nooit onder gaat.

De finale van de Confederations Cup tussen Brazilië en Spanje kon weliswaar nooit beklijven, maar was toch een aardige meevaller voor wie besloten had laat op te blijven. De factor Neymar had daar voor een groot deel mee te maken. Hij bewees nog maar eens de ster van het tornooi te zijn. Met weeral een doelpunt had hij een groot aandeel in de zege en de vierde eindoverwinning in de geschiedenis van de competitie tussen de kampioenen van de verschillende continenten, de wereldkampioen en het gastland dat volgend jaar het WK organiseert. Bovendien was het net zoals zijn overige drie treffers een pareltje. Neymar bezit de zeldzame gave om schoonheid aan efficiëntie te koppelen. Een Picasso die even goed muren kan witten.

Spelers als Neymar zijn ook broodnodig voor het voetbal in het algemeen. Altijd dat tikkeltje controverse opzoeken, een paar straffe uitspraken in de media en af en toe een rode kaart. Zo werd hij twee jaar geleden eens uitgesloten, omdat hij tijdens de wedstrijd een doelpunt vierde met op zijn gezicht een masker van zichzelf. Een beetje bad boy gehalte is het peper en zout van de sport.

In dat opzicht zijn er sterke gelijkenissen met het Italiaanse enfant terrible Mario Balotelli. Alleen wisselt die laatste te vaak briljante ingevingen af met momenten waarop je evengoed naar het testbeeld van je televisie kan zappen. Neymar compenseert daarentegen zijn uitschuivers steeds met een karrenvracht aan doelpunten. In 103 wedstrijden bij het Braziliaanse Santos vond hij 54 keer de weg naar de netten. Bij de nationale ploeg zit hij na 39 selecties aan 24 treffers.

Maar hoe zeer hij de Confederations Cup naar zijn hand zette, het kon niet verbergen dat de Seleção allesbehalve indruk maakte op de officieuze generale repetitie voor het WK van volgend jaar. De huidige generatie valt in het niets uit wanneer er vergeleken wordt met het tijdperk van Rivaldo en Ronaldo en al helemaal wanneer dezelfde oefening wordt gemaakt met de ploegen van Bebeto en Romario of Pelé en Garrincha.

De winst van het tornooi kunnen we zeker als verdiend bestempelen, maar moet ook gerelativeerd worden. De tegenstand – Spanje voorop – liet vooral blijken dat dit tornooi de hindernis te veel was in het lange seizoen. Net zoals op de vorige editie in Zuid-Afrika trouwens, waar La Furia Roja zich knullig in de halve finale liet uitschakelen door de Verenigde Staten, maar respectievelijk één en drie jaar later de puntjes op de i zette door de WK- en EK-titel in de wacht te slepen.

Bovendien mogen we ons op de prestaties van Brazilië op de Confederations Cup niet blind staren. Dat de selectie van Scolari de voorbije jaren door een reeks van slechte resultaten in oefeninterlands is weggezakt naar de 22ste plek op de FIFA-ranking, een historisch dieptepunt, mag zeker niet vergeten worden. Neen, dit Brazilië is dus zeker niet de topfavoriet om volgend jaar in eigen land voor een zesde WK-eindzege te strijden.

Wel zullen we ondertussen benieuwd zijn of Neymar zijn stempel zal kunnen drukken bij zijn nieuwe ploeg Barcelona. En of er uiteindelijk zal geluisterd worden naar de stem van de duizenden Brazilianen die terecht het parasiterend gedrag van de FIFA en de exorbitante bedragen die de overheid aan het WK spendeert aanklagen. Nog meer dan Neymar, waren de demonstranten het gegeven dat we zullen onthouden van deze Confederations Cup.