0-2 en 2-3, dat waren de twee duidelijke nederlagen van de Rode Duivels in de vriendschappelijke interlands eerder deze maand tegen respectievelijk Colombia en Japan. Na de euforie die de voorbije maanden was ontstaan en een (voorlopig?) hoogtepunt bereikte bij de kwalificatie voor het WK in Brazilië, zorgde het toch voor een kleine domper. Vier vaststellingen die ons opvielen:
Simon Mignolet is geen plek opgeschoven in de rangorde bij de doelmannen
Tijdens de WK-kwalificatiecampagne opteerde bondscoach Marc Wilmots steeds voor Thibaut Courtois in doel, maar tegen Colombia en Japan gunde hij Simon Mignolet een kans om zich te bewijzen. De naar Liverpool uitgeweken Limburger bewees enerzijds net zoals de voorbije matchen waarin hij voor de nationale ploeg mocht spelen dat hij een meer dan degelijke doelman is, maar anderzijds moest hij zich wel vijf keer omdraaien. Redelijk veel voor een team dat tijdens de WK-voorronde in tien wedstrijden slechts vier doelpunten slikte en daardoor bij de minst gepasseerde defensies van Europa behoorde. Al was Mignolet steeds kansloos tegen de Colombiaanse en Japanse treffers, zijn optreden zal de bondscoach niet overtuigd hebben om de pikorde bij de doelmannen te wijzigen. Waarschijnlijk zou Courtois evenmin de vijf doelpunten kunnen vermeden hebben, maar het lijkt erop dat de keeper van Atlético Madrid zonder te spelen punten heeft gescoord met het oog op een basisplek.
Vincent Kompany is onmisbaar
Dat het invullen van de 23 namen voor de WK-selectie een moeilijke klus zal worden voor Marc Wilmots staat buiten kijf. De concurrentie op de meeste posities is moordend. Eén speler lijkt ons echter niet weg te denken uit de Belgische elf: Vincent Kompany. Tegen bescheidenere tegenstanders als Wales en Schotland kon zijn afwezigheid nog opgevangen worden, maar tegen Colombia en Japan werd Vince the Prince achteraan gemist. Niet enkel op sportief vlak – Kompany behoort stilaan tot de vijf beste verdedigers ter wereld – maar ook als organisator van de defensie en als leider van de ganse ploeg. Hij is hét gezicht van deze generatie Rode Duivels, de kapitein die het schip de veilige haven binnenloodst. Er kans dus maar beter geduimd worden dat de aanvoerder van de nationale ploeg een goede winter doormaakt en fit is, wanneer de lente begint. Dat laatste leek de afgelopen jaren – na zijn stempel als de man van glas – geen probleem meer, maar sinds dit jaar is zijn blessuregevoeligheid opnieuw toegenomen.
Sommige Rode Duivels moeten meer speelminuten vergaren bij hun clubteams
Desondanks de Belgische internationals wereldwijd worden bejubeld en in de beste competities spelen, hebben sommigen het dit seizoen lastig om zich in de basiself van de club waar ze actief zijn te knokken. Opmerkelijk is dat het vooral gaat om – met uitzondering van Daniel Van Buyten bij Bayern München en Thomas Vermaelen bij Arsenal – Rode Duivels die afgelopen zomer hun oude team inruilde voor een nieuw om het op een hoger niveau te proberen. Dries Mertens bij Napoli, Toby Alderweireld bij Atlético Madrid, Nacer Chadli bij Tottenham Hotspur en Kevin De Bruyne bij Chelsea: allemaal lijken ze een moeilijke periode in hun carrière door te maken. Met het oog op het WK moeten ze nu nog niet panikeren, maar na Nieuwjaar begint de tijd te dringen. Minder wedstrijdminuten betekent immers minder matchritme. En dat laat zich vandaag al merken, zoals Kevin De Bruyne in de wedstrijd tegen Colombia. Zijn invalbeurt tegen Japan was hoopgevender, maar tegen de Zuid-Amerikanen stelde hij voor het eerst bij de nationale ploeg echt teleur. En dat nota bene onder de ogen van zijn trainer bij Chelsea José Mourinho. Benieuwd dus wat de wintermercato brengt voor De Bruyne en co om aan meer speelkansen toe te komen.
We zijn nog geen wereldkampioen
Wie van plan is een gokje te wagen op de kans dat de Rode Duivels op 13 juli van volgend jaar in Rio de Janeiro staan te zwaaien met de wereldbeker doet het maar beter kalmpjes aan. De mogelijkheid dat Vincent Kompany en zijn maats dan al lang thuis zitten, is nog altijd realistischer. Dat gold al langer dan vandaag, maar na de verliesbeurten tegen Colombia en Japan – twee ploegen die op een WK minstens in de tweede ronde thuis horen – is dat nog maar eens bevestigd. Voetjes op de grond dus. Niet zozeer bij de nationale ploeg zelf. Nooit hoorden we uit de monden van de technische staf of spelers enige grootspraak. Steeds werd er nuchterheid gepredikt. Het probleem stelt zich vooral bij sommige supporters. De beleving rond de Rode Duivels steeg het afgelopen jaar exponentieel. De verwachtingen volgden dezelfde curve. En dan gebeurt het dat er ineens gefluit van de tribunes van het Koning Boudewijnstadion rolt, wanneer er een achterstand op het scorebord prijkt. Jammer, maar het maakt nog eens duidelijk dat een deel van de Belgische aanhang enorm volatiel is, hetzelfde deel dat zich niet liet zien wanneer er enkele jaren geleden op een mistroostige Heizel nog maar eens werd verloren in een nog mistroostigere EK- of WK-kwalificatiecampagne. Een ploeg van wereldniveau heeft ook fans nodig van wereldniveau. De supporters weten bijgevolg wat ze moeten doen indien ze op 13 juli alsnog Belgische voetbalgeschiedenis willen zien geschreven worden …