De staat van het voetbal

De bal is rond en de wedstrijd duurt negentig minuten

Tag archief: Nederland

Waarom Wilmots geen Conte, Van Gaal of Deschamps is

Wat al enkele weken of misschien zelfs reeds enkele maanden sluimerde kwam na de nederlaag van de Rode Duivels tegen Italië helemaal aan de oppervlakte: bondscoach Marc Wilmots kreeg het in de publieke opinie zwaar te verduren. Niet altijd even terecht. Kevin De Bruyne kende voor het eerst in 41 wedstrijden voor de nationale ploeg een complete offday, Hazard bleef ook sterk onder de verwachtingen en dat Romelu Lukaku zijn rush richting Buffon vroeg in de tweede helft beëindigde met een lobbal naast het doel is op het niveau van een Europees kampioenschap tegen een sterke tegenstander als Italië haast onvergefelijk. Al die tegenvallers kan een coach niet verhelpen, net zoals het bij momenten zeer slordige spel van de Duivels.

Toch treft ook Wilmots schuld aan de slechte – maar niet fatale – start van de nationale ploeg op EURO 2016. De coach betwist op haast elke persconferentie de kritiek dat hij tactisch vaak door de mand valt, maar feit is dat hij ook maandag door zijn concullega Antonio Conte compleet afgetroefd werd. Daar moest de flegmatieke Italiaan zelfs niet voor te verrassen. Het was bijvoorbeeld immers op voorhand reeds duidelijk dat zijn spelers vooral de ruimte achter de rug van de Belgische verdediging zouden proberen te benutten, zo kwam ook het openingsdoelpunt tot stand.

Ook wat betreft de eigen tactiek zat er heel wat zand in de motor van de Belgen. Wat Fellaini op het middenveld bijgedragen heeft tegen Italië is twee dagen na de wedstrijd nog steeds niet duidelijk. Een zeer spijtige keuze, zeker als je zag hoe De Bruyne stond te zwemmen op de flank. Bovendien acteerden de elf Belgen vanaf het moment dat ze het initiatief in handen kregen opnieuw zoals we al zo vaak hebben gezien: volstrekt hulpeloos. Dat Wilmots daar na vier jaar aan het hoofd van de nationale ploeg nog steeds geen oplossing voor heeft gevonden doet steeds vaker de wenkbrauwen fronsen. Louis van Gaal had vlak voor het WK in Brazilië slechts enkele weken nodig om een duidelijk herkenbaar systeem in het Nederlands elftal te slepen en boekte daar ondanks een zeer matige selectie ook succes mee.

Wat echter nog pijnlijker is, is het feit dat Wilmots in Lyon een totaal gebrek aan lef vertoonde. In de eerste plaats op het vlak van de opstelling. Italië is een naam als een klok in het internationale voetbal, maar als er één generatie te pakken was, is het deze wel. Conte kan geen beroep doen op sterren en heeft achteraan een verdediging rondlopen die stilaan de pensioengerechtigde leeftijd bereikt heeft. Waarom Wilmots niet voluit de kaart van de aanval  trok blijft dan ook een raadsel.

Ook bij zijn vervangingen was de bondscoach in hetzelfde bedje ziek. In de openingswedstrijd tussen Frankrijk en Roemenië aarzelde Didier Deschamps niet om zijn vedetten Paul Pogba en Antoine Griezmann naar de kant te halen. Iets waar Wilmots zich niet aan waagde, ook al was Kevin De Bruyne een schim van zichzelf en bleef Eden Hazard ook ver onder de verwachtingen. Een beslissing waar niemand beter van werd, aangezien Hazard en De Bruyne op die manier nog meer gefrustreerd werden.

Wilmots sluit de eerste partij van de groepsfase dus met een zware onvoldoende af. Een weinig te benijden prestatie die de top van de KBVB tot nadenken moet stemmen. Natuurlijk zou een coachwissel tijdens het EK geen zoden aan de dijk brengen, maar de eerstvolgende partij van de Duivels na dit tornooi is pas in september. Tijd genoeg om eens te bekijken of er voldoende financiële ruimte is om het lopende contract van Wilmots stop te zetten. En om uit te vissen of het GSM-nummer van Louis van Gaal nog ergens rondslingert in de bureaulades van de kantoren aan de Houba de Strooperlaan.

Fier, kritisch en optimistisch – een open brief aan de Rode Duivels-fans

Beste Rode Duivels-fans

Jullie mogen fier zijn. Volgende week maandag staat jullie team voor het eerst in de geschiedenis helemaal bovenaan de FIFA-ranking. Nog maar zeven andere ploegen hebben die positie ooit bekleed sinds de invoering van de ranglijst in december 1992: Duitsland, Italië, Brazilië, Nederland, Frankrijk, Argentinië en Spanje. Stuk voor stuk voetbalgrootmachten – nou ja, Nederland – niet slecht voor een ploeg die zes jaar geleden nog hopeloos achterop hinkte op de 66ste plek tussen Macedonië en Marokko. De eerste plek op de ranking valt vooral te verklaren dankzij de mooie reeks die de Rode Duivels onder Marc Wilmots hebben geboekt. De bondscoach blijft terecht niet zonder kritiek, maar wat de resultaten betreft valt hem weinig te verwijten. Wanneer we de wedstrijden met inzet in rekening brengen – de kwalificatiematchen voor het WK in Brazilië en EURO 2016 en de vijf wedstrijden op de WK-eindronde – scoorden de Rode Duivels een 61/75. Met de vriendschappelijke matchen daaraan toegevoegd wordt het een 91/120. In universiteitstermen is dat net geen grote onderscheiding.

Jullie moeten echter ook kritisch blijven. De eerste plaats op de FIFA-ranking is een prestatie om te koesteren – een klein land als het onze bovenaan die lijst komt misschien nooit meer voor – maar we mogen er ons ook niet op blindstaren. De alternatieve Elo-ranking plaatst ons land pas op de elfde stek en op de ranglijst van de UEFA nemen de Duivels de zevende plaats in. Onterecht is dat niet. De afgelopen jaren hebben Kompany en co immers maar tegen één echt topland gespeeld – Argentinië op het WK – en in die wedstrijd beten ze in het zand. Tegen Frankrijk werd een mooie vier op zes genoteerd, maar dat ging telkens slechts over een vriendschappelijke interland. Het voetbal dat de Rode Duivels in de afgelopen kwalificatiecampagne op de mat brachten wijst bovendien ook op de relativiteit van de eerste plaats op de FIFA-ranking. Voetballend lijken de Belgen nog niet echt progressie te hebben gemaakt sinds het bereiken van de kwartfinales op het WK in Brazilië van vorige zomer. Zelf initiatief moeten nemen wanneer een tegenstander een dubbele muur optrekt voor het eigen doel blijft nog altijd een pijnpunt.

Jullie mogen evenwel ook optimistisch zijn. We zijn minder dan acht maanden verwijderd van het EK, maar in sport is dat een eeuwigheid. De recentste interlandreeks bewijst eveneens dat er nog hoop is op een knalprestatie in Frankrijk. De wedstrijd in Andorra was geen waardemeter, maar de daaropvolgende match tegen Israël toonde aan dat de verhuis van Kevin De Bruyne van de flank naar het centrum misschien wel eens het ontbrekende radertje zou kunnen zijn in de machine die de nationale ploeg is. Toeval bestaat niet: de Rode Duivels speelden hun beste wedstrijd uit de ganse campagne en creëerden veel meer kansen. Bovendien kan bondscoach Marc Wilmots met De Bruyne centraal een extra dosis creativiteit op de flanken inbrengen. Kortom een geslaagde test die om een vervolg schreeuwt in de twee oefeninterlands tegen Italië en Spanje die binnen enkele weken gespeeld worden. Ondertussen liggen de verwachtingen ook minder hoog voor deze groep Rode Duivels, vooral in de buitenlandse media. Op het WK werden de Belgen nog beschouwd als een gevaarlijke outsider, nu dicht de mondiale pers de ploeg een iets bescheidenere rol toe. Maar is dat net geen positie die ons land beter ligt? In combinatie met het harde werk dat nog geleverd zal worden, het aanwezige talent en jullie uitstekende reputatie als supporters zou dat wel eens vonken kunnen geven.

Tot in Frankrijk!

Thomas Lamm

Nog niet te laat

Het heeft 32 jaar geduurd vooraleer de Rode Duivels zich nog eens konden plaatsten voor een Europees Kampioenschap, maar een reden tot feesten was dat niet afgelopen weekend. Dorpspleinen bleven leeg, autokaravaans waren niet te bespeuren en ook de spelersgroep zelf hield het relatief kalm.

Zo gek is die soberheid echter niet. Een voorlopig puntenaantal van 20 op 27 is verre van slecht, maar gezien de middelmatige tegenstand eigenlijk het minimum van het minimum. Kwalitatief gezien kon de kwalificatiecampagne eveneens stukken beter. Ook zaterdag tegen Andorra. De Duivels kwamen nooit in de problemen, maar echt overtuigen deden ze nu ook weer niet. Alweer legden ze beslag op de meerderheid van het balbezit, maar opnieuw deden ze daar te weinig mee, al nodigde het slechte en kleine kunstgrasveld niet meteen uit tot een swingende voetbalavond.

Het geëxperimenteer van Marc Wilmots in Andorra kan onvoldoende beoordeeld worden. De vertimmerde defensie werd nagenoeg niet onder druk gezet door het nummer 205 op de FIFA-ranking, Kevin De Bruyne die tot nu toe ongeveer de beste Rode Duivel was in de kwalificatiecampagne en zich centraal mocht laten gelden werd het leven niet bepaald zuur gemaakt en om de verdienstelijk debuterende Laurent Depoitre naar waarde schatten heb je eveneens een sterkere tegenstander nodig.

Daarom dat de wedstrijd tegen Israël vandaag wel degelijk nog enig belang heeft. De strijd om de groepswinst draait louter om prestige en de mogelijke eerste plaats op de FIFA-ranking is compleet zonder belang, maar met een ploeg die nog vol aan de bak moet in de strijd om de barrageplek in de kwalificatiepoule en toch wel wat kwaliteit in huis heeft krijgen de Duivels een niet onaardige opponent voor zich. De campagne richting Frankrijk zit er op, maar nu begint het pas voor de ambitieuze Belgen. Willen Kompany en co hun ambitie – op 10 juli van volgend jaar in het Stade de France zich tot Europees kampioen kronen – waarmaken, dan staat er nog een berg werk op ze te wachten. De pijnpunten zijn al langer bekend bij iedereen – een tegenstander die zich ingraaft niet kunnen ontwrichten, het ontbreken van een killer vooraan en een duidelijk spelsysteem en Hazard die maar zelden ontploft – maar oplossingen heeft Marc Wilmots daar nog niet voor kunnen formuleren.

Minder dan acht maanden voor de aftrap van de openingsmatch van EURO 2016 dringt de tijd, maar te laat is het nog niet. Louis van Gaal speelde het vorig jaar als Nederlands bondscoach op een veel kortere periode klaar om een minder getalenteerde groep naar een derde plaats op het WK in Brazilië te leiden en met Italië en Spanje dienen er zich volgende maand reeds twee stevige sparringpartners aan om lustig verder te sleutelen. Ondanks dat het ‘maar’ oefenwedstrijden zijn een interessant tweeluik, aangezien De Duivels uitgezonderd tegen een mak Frankrijk sinds het WK geen topploegen meer partij konden geven. Een mooie en misschien zelfs uitzonderlijke Belgische voetbalzomer behoort dus zeker nog tot de mogelijkheden. Eén waarin de dorpspleinen wel opnieuw volstromen en de autokaravaans toeterend door de straten rijden.

De oplossing en het probleem

Is de bodem voor Antwerp nu eindelijk bereikt? De vraag wordt al geruime tijd elke week gesteld op en rond de Bosuil, maar telkens moet de vraag negatief beantwoord worden. Nee, de Great Old zakt steeds verder weg. Door de nederlaag tegen Lommel United en het nipte gelijkspel tegen Wezet lijkt de laatste kans op promotie via de eindronde naar de hoogste afdeling verspeeld. En dat in het seizoen waarin er omwille van het faillissement van Beerschot geen enkele eersteklasser met een gouden parachute van de tv-gelden een duwtje in de rug kreeg bij de doorstart in de Belgacom League. Een unieke kans om na tien seizoenen de aansluiting te vinden bij de beste zestien Belgische ploegen wordt dus gemist.

De cijfers zijn zoals vaak duidelijk. Na Nieuwjaar sprokkelde de Great Old tot nu toe slechts één punt en vond het maar twee keer de weg naar de netten. En in 2013 was het parcours al niet veel beter. De start was veelbelovend met eenvoudige overwinningen tegen Eendracht Aalst en KSK Heist, maar sindsdien gaat het van kwaad naar erger in Deurne-Noord.

Coach Jimmy Floyd Hasselbaink krijgt de motor niet aan de praat en straalt dat ook uit wanneer hij na een zoveelste nederlaag de pers te woord staat. Niet zo verwonderlijk voor iemand met amper trainerservaring. Maar ook geen schande: sinds het verblijf in tweede klasse stonden reeds tien coaches aan het roer van de club met stamnummer één. Geen enkele slaagde erin om de slapende reus wakker te krijgen.

Hasselbaink de volledige schuld geven van de malaise op de Bosuil zou dus niet fair zijn. Maar bij elke normale club moet een coach die 10 op 42 haalt, altijd vrezen voor zijn positie. Ter vergelijking: Juan Carlos Garrido werd in september bij Club Brugge de laan uitgestuurd nadat hij in zeven competitiewedstrijden amper één keer verloren en gelijkgespeeld had. Antwerp is echter geen normale club. Want wat moet je anders denken wanneer voorzitter Jan Michel openlijk verklaart dat Hasselbaink beter de eer aan zichzelf houdt, maar er vervolgens niets gebeurt?

Neen, als we één ding kunnen leren uit de huidige rood-witte crisis is dat de innige omhelzing van investeerder Saif Rubie in de vorm van levensnoodzakelijk euro’s om de club boven water te houden stilaan een verstikkende wurggreep dreigt te worden. Enkel en alleen Rubie beslist over het lot van Jimmy Floyd Hasselbaink en minstens tot het einde van het seizoen lijkt de Nederlander zeker te zijn van zijn baan. Bovendien komen ook heel wat Antwerpspelers uit de portefeuille van de Irakese Brit en het is verre van onwaarschijnlijk dat Rubie in de zomer een groot deel van hen zal vervangen door een nieuwe lading. Indien dan nog eens een nieuwe coach wordt aangesteld gaat er opnieuw kostbare tijd verloren om de volgende jaargang de beoogde promotie te verwezenlijken.

Rubie is dus zowel de oplossing als het probleem voor Antwerp. Enerzijds is hij onmisbaar als geldschieter om de club boven water te houden, maar anderzijds laat hij de ploeg verder wegzakken in het moeras van tweede klasse. Een gevaarlijke paradox, die wel eens fatale gevolgen zou kunnen hebben.

De lange termijn telt niet

“Anderlecht kampioen” titelde Sporza donderdag op zijn website. Om even verwarring te voorkomen: er was hier geen sarcastische VRT-medewerker voor nodig. Blijkbaar steekt de Brusselse club op vlak van sociale media alle Belgische eersteklassers de loef af. Waarvan akte.

Dat dit nieuws grondig gevierd werd in het Astridpark durven we betwijfelen. Na de doortocht van PSG woensdag in het kader van de groepsfase van de Champions League is Anderlecht met een serieuze kater achtergebleven. Het schouwspel viel voor de neutrale voetballiefhebber nochtans best in de smaak. Dat Zlatan Ibrahimovic een van de beste spitsen ter wereld was – of misschien zelfs simpelweg de beste – was al een tijdje duidelijk, maar toch kon hij vriend en vijand opnieuw verrassen met een avondje van weergaloos uithalen. Met zijn vier doelpunten in één Champions League-wedstrijd vervoegt hij een lijstje van enkele grote namen: onder meer Lionel Messi, Marco van Basten en Andrej Sjevtsjenko.

Een knappe prestatie van Ibra, maar de eerlijkheid gebiedt ook te zeggen dat de Zweed met Joegoslavische roots en zijn ploegmaats niet veel weerwerk kregen van Anderlecht. Natuurlijk is er een klasseverschil tussen beide clubs, maar de wedstrijd leek haast in de ogen van de Brusselaars reeds verloren nog voor er werd afgetrapt. De gelatenheid viel van de spelers hun gezichten af te lezen.

Een 0-5 nederlaag in de Champions League moet an sich niet meteen alle alarmsignalen laten afgaan. Maar het betekent wel voor Anderlecht opnieuw een klap die het moet incasseren, nadat het in de competitie de laatste tijd van kwaad naar erger is gegaan. Tegen ploegen die zonder al te veel ongelukken in play-off 1 zullen aantreden zoals Club Brugge en Zulte Waregem gaf het niet thuis en de prestaties in de andere wedstrijden waren ook niet om lovend over te schrijven.

Dat merkt coach John van den Brom ook op en de Nederlander doet weinig om dat te verhullen. Elke week lijkt Van den Brom meer geïrriteerd, ook omdat de wijzigingen die hij doorvoert in zijn elftal  niet renderen. Woensdag nog stuurde hij zijn ploeg het veld op met een verstevigd middenveld, maar dat verzoop simpelweg mee met de rest van het team.

De pijnpunten van een club bloot leggen is nooit eenvoudig, maar dit Anderlecht mist duidelijk de ervaring van Biglia, Jovanovic, Mbokani en De Sutter die in het tussenseizoen zijn vertrokken uit het Astridpark. Ervaring die bovendien niet kon opgevangen worden door het aantrekken van jonge spelers zoals Mitrović en Milivojević en door het inzetten op de eigen jeugd. Ook al kan dat laatste op lange termijn zijn vruchten afwerpen.

Maar dat is het juist: in het voetbal en zeker bij een Belgische topclub als Anderlecht telt die lange termijn niet. In dat wereldje duurt de waarheid slechts tot de volgende wedstrijd. Overgangsjaren zoals de Brusselse club er nu eentje meemaakt tellen dan niet mee.

In dat opzicht moet John van den Brom vrezen voor zijn baan. Bij Club Brugge werd Juan Carlos Garrido met een beter rapport terug naar Spanje gestuurd. De wedstrijd van Anderlecht morgen tegen Standard zou voor de Nederlander dus wel eens een heel belangrijke kunnen worden.

 

Een ander geluid

“Als hij maar geen voetballer wordt, ze schoppen hem misschien half dood.” Boudewijn de Groot zingt het reeds decennia aan een stuk, maar zal vast niet bedoeld hebben dat er ook soms naast het veld serieuze trappen worden uitgedeeld. Neem nou vorige week. René van der Gijp – in een niet zo ver verleden een niet onaardig voetballer maar nu vallend onder de term televisiepersoonlijkheid (hoe betekenisloos dat ook mag klinken) – stak de lont in het kruitvat door te stellen in het Nederlandse programma Voetbal International dat voetbal geen sport voor homo’s is. “Als je een homo bent, dan ga je gewoon in een kapperszaak werken”, aldus Van der Gijp.

De opmerkelijke uitspraak – ongetwijfeld gebaseerd op jarenlang diepgaand wetenschappelijk onderzoek – zette de deur open naar nog meer fraais. Voormalig Servisch international Mateja Kezman deed er een schepje bovenop en liet weten dat homoseksualiteit een ziekte is die niet gepromoot moet worden. Zum Kotzen, Dat hij daarmee de eerdere quote van Van der Gijp dat voetbal de meest tolerante beroepsgroep ter wereld is, onderuit haalt maakt het enkel nog pijnlijker.

Als klap op de vuurpijl ten slotte moeide Johan Boskamp zich ook in de discussie. Hij gaf zijn collega en vriend René van der Gijp gelijk en zei eveneens dat hij tijdens zijn carrière nooit een homo in zijn ploeg had gehad. Noch als speler, noch als trainer. “Al mijn medespelers waren hartstikke gezond.”

De verontwaardiging na de verschillende uitspraken was groot. Zowel off- als online. Behoorlijk terecht trouwens, zeker in het geval van Kezman. Boskamp excuseerde zich intussen al, maar deed dat wel op een zeer ongelukkige manier. “Ik heb homoseksuele vrienden.” Dat is zoals een VB’er die zegt dat hij geen racist is, omdat zijn buurman een Marokkaan is.

De statements getuigen alle drie van een domheid die je in het jaar 2013 niet meer mogelijk acht. Boskamp, Kezman en Van der Gijp veroordelen op basis van hun functie als rolmodel is echter fout. Ze zijn namelijk geen rolmodel. Want laat ons wel wezen: Boskamp en Van der Gijp zijn twee analisten die vooral worden opgevoerd om de amusementswaarde van televisieprogramma’s op te krikken – “Altijd leuk zo’n duw van Bossie” en “Haha, wat zegt die Van der Gijp nu weer” – en Mateja Kezman werd altijd bestempeld als beloftevol voetballer, maar heeft op het hoogste niveau steeds gefaald. Op je 32ste stoppen met voetballen in Hong Kong, daar droomt een beginnende speler niet van.

Bitter weinig jonge voetballertjes zullen dus een poster van een van de drie heren op hun kamer hebben hangen. Dat neemt natuurlijk niet weg dat de uitspraken een ongekend laag niveau halen en beledigend kunnen overkomen, maar laten we de betrokkenen niet belangrijker maken dan ze in werkelijkheid zijn.

Laat ons in plaats daarvan optimistisch blijven. Er is immers ook een ander geluid. De storm van protest na de uitspraken is een positief teken. En verschillende instellingen in de voetbalwereld, zoals de Nederlandse voetbalbond met hun bewustmakingsactie ‘Homo? Boeit geen flikker’, zetten zich ook in om duidelijk te maken wat eigenlijk al lang duidelijk had moeten zijn: dat iedereen die wil voetballen, op welk niveau dan ook, daar de kans voor moet krijgen en zich welkom moet kunnen voelen, ongeacht de achtergrond. Niet iedereen is dus zoals Kezman en co. Gelukkig maar.

 

400 meter

Half augustus beginnen de Rode Duivels traditioneel aan hun seizoen. Zo ook deze keer met een vriendschappelijke interland tegen Frankrijk op het dagmenu, natuurlijk als voorbode voor het vervolg van de WK-kwalificatiecampagne.

Als die campagne een 400-meter race in de atletiek zou zijn, zouden de Duivels nu de laatste bocht ingaan. Met de wetenschap dat de 300 meter die reeds achter de rug liggen meer dan geslaagd waren. Akkoord, het spel was niet altijd even frivool en Dame Fortuna bewees meerdere malen fan te zijn van de nationale ploeg, maar de tussenstand in groep A liegt niet na zeven wedstrijden. 19 op 21 en een eerste plaats vormen een rapport, waarop Kompany en co terecht fier mogen zijn.

Het bewijst ook meteen dat de sceptici die twijfelden aan het talent van deze lichting Rode Duivels stilaan ongelijk krijgen. Want tot nu toe hebben we gezien dat deze generatie wel degelijk in staat is volwassen te spelen en efficiënt te zijn. De weinige kansen die de Duivels kregen, werden steeds vakkundig afgemaakt. En achteraan bleef het ook goed gesloten. Enkel Perisic en Kolarov wisten een gaatje in het doel van Thibaut Courtois te vinden.

De Rode Duivels staan er dus goed voor met het oog op de laatste 100 meter. Al moeten ze wel zien dat ze in die rechte lijn niet verkrampen. Enkel de Kroaten kunnen de troepen van bondscoach Marc Wilmots nog voorbij steken en een tweede plaats geeft altijd recht op de barrage – waarin België meer dan waarschijnlijk een beschermde status krijgt – maar toch doen de Duivels er best alles aan om de eerste plek te behouden en zo een rechtstreeks ticket naar Brazilië te kunnen boeken. Een play-offronde is immers altijd bibberen en het zou een serieuze mentale opdoffer zijn indien de kloof van drie punten op Kroatië finaal nog wordt prijsgegeven.

Het wedstrijdprogramma dat nog rest in de kwalificatiepoule speelt op het eerste zicht de Rode Duivels in de kaart. Met de nadruk echter op eerste zicht, want vooral de volgende wedstrijd tegen Schotland kan zeer verraderlijk zijn. De Highlanders moeten normaal gezien een hapklare brok zijn voor de Duivels, maar zitten na een bondscoachwissel en hun stuntzege in Zagreb in een goede flow. Waakzaamheid is bijgevolg zeker geboden, zeker rekening houdend met het feit dat daarna dient afgereisd te worden naar concurrent Kroatië.

Tussen België en Brazilië ligt dus nog altijd een respectabele afstand. Daar zal vanavond niets aan veranderen. Noch in de positieve zin, noch in de negatieve. Wel kan Marc Wilmots nog een laatste keer experimenteren. In dat opzicht zijn we vooral benieuwd naar de prestatie van Sébastien Pocognoli die Jan Vertonghen vervangt op de linksback – een positie waarop de concurrentie niet dik gezaaid is in de Belgische elf – en is het jammer dat Zakaria Bakkali gisteren geblesseerd moest afhaken. Vier goede wedstrijden bij PSV Eindhoven spelen is natuurlijk niet voldoende om een basisplaats te kunnen opeisen in de nationale ploeg, maar op termijn is de youngster die ook nog voor Marokko kan kiezen ongetwijfeld een aanwinst.

En verder is een derby altijd leuk. De burenstrijd tegen Nederland vorig jaar zette het Koning Boudewijnstadion in vuur en vlam en luidde een uitstekend seizoen voor de Duivels in. Een zege is dus zeker welkom. Wie weet zorgt het ook meteen voor een vliegende start voor die laatste 100 meter in de kwalificatiecampagne.

Evenwichtsoefening

Het voetbal houdt momenteel – met uitzondering van de Confederations Cup in Brazilië – een zomerslaap, maar de transfermarkt draait ondertussen op volle toeren. Daarbij zijn niet zelden Belgische spelers betrokken.

Zo werd afgelopen weekend duidelijk dat de overgang van Dries Mertens van PSV Eindhoven naar Napoli zo goed als rond is en bevestigde Atletico Madrid dat Chelseahuurling Thibaut Courtois een jaar langer het doel zal verdedigen van de stadsgenoot van Real. Zijn collega-doelman Simon Mignolet staat dan weer op zijn beurt op het punt een contract te ondertekenen bij Liverpool en ook andere Rode Duivels zoals Nacer Chadli, Axel Witsel, Toby Alderweireld en Radja Nainggolan zijn grof wild in het vizier van verschillende Europese clubs.

De interesse in Belgische spelers is niet nieuw, maar neemt elk jaar grotere proporties aan. De cijfers zijn duidelijk. Vergelijken we de huidige selectie met de lichting die actief was op het WK in Japan en Zuid-Korea elf jaar geleden, dan zien we dat de gezamenlijke transferprijzen van de spelers vervijfvoudigd zijn van 50 miljoen euro naar 250 miljoen. Een bedrag dat de komende tijd alleen maar zal toenemen.

En ook de namen van de clubs duiden het verschil. Onder leiding van Robert Waseige waren slechts acht van de 23 spelers uit de WK-selectie in 2002 actief bij een buitenlandse club. En dan nog bij niet bepaalde ronkende namen als Willem II, Hertha Berlijn en Derby County. Voor de meest recente interland deed huidig bondscoach Marc Wilmots daarentegen een beroep op slechts drie spelers uit onze vaderlandse competitie (als we Timmy Simons er bij rekenen die twee weken geleden de overstap maakte van het Duitse Nürnberg naar ‘zijn’ Club Brugge) en ze kwamen bovendien allen niet van de bank.

De namen van teams waarmee ons om de oren wordt geslagen duiden het talent van de huidige groep Rode Duivels en hun gretigheid om door te stoten tot de wereldtop. Ze nemen niet langer genoegen met een plek bij een middenmoter uit de Nederlandse of Franse competitie, maar beschouwen zo’n club eerder als een lanceerplatform naar het universum van Barcelona en co.

Daarbij moeten we echter de kanttekening maken dat de Duitse competitie, die dit jaar bewezen heeft stilaan te zijn uitgegroeid tot de nieuwe place to be in het voetballand opmerkelijk over het hoofd wordt gezien door onze Duivels. Daniël Van Buyten pendelt er nog tussen de basis en de bank bij Bayern en Igor de Camargo (uitgeleend door Borussia Mönchengladbach) en Koen Casteels zijn er nog actief bij staartploeg Hoffenheim, maar de Engelse Premier League lijkt met haar traditie en uitstraling nog steeds de voorkeur weg te dragen bij Vincent Kompany en zijn ploegmaats.

De honger voor een plaats bij een topclub is groot. Zeker omdat dat de kansen doet toenemen op een van de (dure) plekjes in de selectie en de basiself van bondscoach Marc Wilmots. Wilmots zal evenwel ongetwijfeld bij zijn keuze ook de factor speelgelegenheid in overweging nemen. Duivels met verhuisplannen denken dus maar beter twee keer na bij deze delicate evenwichtsoefening.

Zal bijvoorbeeld Dries Mertens bij Napoli, niet toevallig het nummer twee uit de Serie A van afgelopen seizoen, zich van een basisplaats kunnen verzekeren, wat met Simon Mignolet die bij Liverpool waarschijnlijk de strijd zal moeten aangaan met de ervaren Spanjaard Pepe Reina en kunnen de drie Chelseabelgen Eden Hazard, Kevin De Bruyne en Romelu Lukaku zich onder hun nieuwe coach José Mourinho doorzetten? Het zal vanuit de Houba de Strooperlaan allemaal met argusogen worden gevolgd.

Het eigenzinnige voetbaljaaroverzicht 2012

De tijd van jaaroverzichten, het is weer zover. Elk medium dat zichzelf een beetje respecteert pakt uit met lijstjes van de besten, slechtsten, opmerkelijksten en andere superlatieven. Deze blog is daar geen uitzondering op. Daarom een opsomming van tien feiten die ons in 2012 in de voetbalwereld opvielen.

1. Anderlecht

Anderlecht is nog steeds Anderlecht. Af en toe een crisisje, maar toch veren de Brusselaars telkens weer recht. Zo ook in de afgelopen play-offs. Een slechte start en meteen stapelde de donkere wolken boven het Astridpark zich op. Dat weerhield paars-wit er echter niet van om enkele weken later voor de eenendertigste keer in de clubgeschiedenis Belgisch kampioen te worden. Een tweede crisismoment ontstond in de beginfase van het huidige seizoen. De heenwedstrijd van de laatste voorronde voor de Champions League werd met 2-1 verloren tegen het bescheiden Cypriotische AEL Limassol. Weeral dreigde de kwalificatie voor de eindronde van het kampioenenbal mis te gaan. Anderlecht zette evenwel een week later in het Constant Vanden Stockstadion de scheve situatie recht en werkte vervolgens een behoorlijk Europees parcours af. Ook in de nationale competitie loopt het als een trein. Zonder al te veel ongelukken wenkt een volgende titel. Tenzij het natuurlijk nu echt fout loopt in de play-offs.

2. Antwerpen

Wat van Anderlecht gezegd kan worden, geldt ook voor het Antwerpse voetbal. Echter in de negatieve zin. Het voetbal aan de Schelde is ook in 2012 niet veranderd. Vorig jaar spraken we rond deze tijd van het jaar de wens uit dat Beerschot en Antwerp in kalmer vaarwater zouden terecht komen en dat  de actie zich op het veld zou afspelen in plaats van er naast, maar het waren nog maar eens 365 dagen vol kommer en kwel. Sportief gezien staat het rapport van beide ploegen vol met rode cijfers. Op andere gebieden is het misschien zelfs nog erger gesteld. Financiële kopzorgen, bestuur en supporters van de twee clubs die elkaar in de haren vliegen, het stadiondossier dat nu definitief begraven lijkt. Het is een somber eindejaar voor de voetballiefhebber in de Scheldestad.

3. Club Brugge

Club Brugge daarentegen lijkt wel veranderd te zijn. Waar is de tijd van de stabiele topploeg, die gekenmerkt werd door spelers die haast verbonden leken met het clublogo en een bestuur dat een rust uitstraalde die als een mantel over het team lag? In plaats daarvan kwamen er nieuwe bazen die ons lieten kennis maken met even nieuwe termen zoals personal perfomance centre en conversation manager,  was het de afgelopen jaren een komen en gaan van spelers en werd de ene trainer vliegensvlug ingeruild voor de andere. Dit jaar bereikten we een dieptepunt. De passage van Georges Leekens als coach in het Jan Breydelstadion leek zo uit een slechte soap te komen en op sportief vlak zit er ook dit seizoen waarschijnlijk geen titel in.

4. Spanje

In de internationale voetbalwereld bestaat er weinig discussie: Spanje is op dit moment de beste ploeg ter wereld. Toch verliep het begin van Euro 2012 voor La Furia Roja behoorlijk stroef. Enkele sterkhouders zoals David Villa en Carlos Puyol moesten afhaken wegens blessures en de armada won hun poule slechts nipt. Toch begon de motor net op tijd te draaien. En wat voor een motor. In de finale werd Italië eenvoudig weggetikt. Efficiëntie gekoppeld aan een esthetiek die bijna de perfectie benadert. Zo zien we het graag. Bovendien werd het elftal van Vicente del Bosque door het binnenhalen van de EK-eindzege het eerste land dat drie internationale bekers op rij in zijn trofeeënkast kan zetten. Daar kunnen we alleen maar een diepe buiging voor maken.

5. Italië

Italië kwam er in de finale van Euro 2012 zoals reeds gezegd niet aan te pas. Toch is het voor ons dé ploeg van het tornooi. Wie immers voorspeld had dat het team zo lang  in Polen en Oekraïne zou verblijven, had veel geld kunnen verdienen bij de bookmakers. De voorbereiding was een ramp. Het Italiaanse voetbal was in de ban van een gokschandaal en het team had ook te kampen met blessureleed. Maar de feniks herrees uit zijn as. De labiele maar bij momenten zo briljante Mario Balotelli, de ervaren Andrea Pirlo die het team vooruit stuwde, de minzame bondscoach Cesare Prandelli die zijn kalmte bewaarde en tactisch zeer sterk stond te coachen. Het was het ideale triumviraat voor een meer dan geslaagd EK voor de Squadra Azzurra.

6. Ierse supporters

Ierland liet zich minder sterk opmerken door zijn sportieve prestaties. Het team van bondscoach Giovanni Trapattoni verloor driemaal kansloos in de eerste ronde en moest al gauw zijn koffers pakken. Geen reden echter voor de fans om hun ploeg de rug toe te keren. Integendeel, ze zorgden voor ware kippenvelmomenten door uit volle borst te blijven zingen en ons daarbij te doen herinneren waar het bij supporteren allemaal om draait. Je simpelweg amuseren en daarbij relativeren dat het maar voetbal is. Respect lads!

7. Geweld op het voetbalveld

Waarom we bovenstaande gebeurtenis hebben opgenomen in ons jaaroverzicht, hangt samen met de volgende. In 2012 zagen we weeral veel gevallen van fysiek en verbaal voetbalgeweld in de media opduiken. Als tragisch dieptepunt denken we daarbij aan de dood van een grensrechter na een uit de hand gelopen wedstrijd in het Nederlandse jeugdvoetbal. Stellen dat geweld eigen is aan de sport zou te kort door de bocht zijn, maar het is duidelijk dat het voetbal een probleem heeft. Of beter de ganse samenleving, aangezien dat eerste er prominent deel van uit maakt. Het probleem aanpakken zal niet eenvoudig zijn, maar meermaals de You Tube-filmpjes van de Ierse supporters op het EK aanklikken kan al wat zoden aan de dijk brengen.

8. Belgische trainers

Het was geen goed jaar voor de trainers in de Belgische eerste klasse. Hoeveel coaches in 2012 er precies zijn ontslagen hebben we niet bijgehouden, maar het zijn er behoorlijk wat. De wissels hebben meestal amper effect. Denk maar aan het ontslag van Trond Sollied bij AA Gent. Zijn opvolger Bob Peeters staat enkele maanden later ook al met één voet buiten het Jules Ottenstadion. Al moeten we er wel bij vermelden dat het meten van het effect van een trainerswissel wetenschappelijke onzin is. Je kan immers niet weten wat er zou zijn gebeurd, indien de oorspronkelijke coach wel op post zou zijn gebleven. Toch dringen er zich maatregelen op ter bescherming van de Belgische clubtrainers. Misschien kan het WWF ze op de lijst van beschermde diersoorten plaatsen?

9. Rode Duivels

In de sportwereld moet je altijd op je hoede zijn voor straffe uitspraken. Zeker wanneer het over de Rode Duivels gaat. Toch kunnen we ons niet van de indruk ontdoen dat dit jaar Kompany en co de stempel ‘beloftenvol, maar het nooit kunnen waar maken’ beetje bij beetje van zich aan het afschudden zijn. Het plotselinge vertrek van bondscoach Georges Leekens op een zondag in mei heeft geen sporen achtergelaten. Meer nog, onder zijn opvolger Marc Wilmots zijn de Duivels bezig aan een degelijk parcours. Eerst was er de deugddoende zege in de vriendschappelijke interland tegen Nederland en dan de tien op twaalf in de kwalificatiecampagne. Voldoende voor een mooi rapport, maar met tien punten ben je natuurlijk nog niet in Brazilië. 2013 zal het jaar van de bevestiging moeten worden.

10. Belgen in het buitenland

Samen met het (relatieve) succes van de nationale ploeg, hebben de Rode Duivels een knap jaar achter de rug bij hun clubteams. Vincent Kompany, Jan Vertonghen, Kevin Mirallas en Eden Hazard werden in respectievelijk de Engelse, Nederlandse, Griekse en Franse competitie verkozen tot speler van het jaar en verschillende andere Duivels werden landskampioen met hun team. Tel daarbij nog eens de opmerkelijke prestaties van spelers zoals Moussa Dembélé, Thibaut Courtois, Simon Mignolet, Axel Witsel, Christian Benteke, Kevin De Bruyne en Marouane Fellaini en je zou haast beginnen denken dat Belgische voetballers naast bier en chocolade ons nieuwste beroemd exportproduct zijn. Benieuwd of dat product ook in Brazilië zal bekend worden.