De staat van het voetbal

De bal is rond en de wedstrijd duurt negentig minuten

Tag archief: Bosnië-Herzegovina

Bloed, zweet en tranen

Vanavond staan de Rode Duivels met een interland in en tegen Cyprus voor hun herstart van de kwalificatiecampagne richting het WK dat binnen twee jaar in Rusland plaatsvindt. Het officiële startschot hebben ze immers grandioos gemist. Vorige donderdag was misschien slechts een oefeninterland – een wedstrijd waar doorgaans weinig belang aan gehecht moet worden – maar de Rode Duivels hadden na een teleurstellend EK waar naast een unieke kans op een finaleplek werd gegrepen wat recht te zetten.

Iedereen wist dat een nederlaag tot de mogelijkheden behoorde tegen een van de sterkste elftallen op deze planeet, maar dat de Duivels zo inspiratieloos en ogenschijnlijk ongeïnteresseerd voor de dag kwam was omwille van de bovenstaande reden onvergefelijk. Dat er slechts 30.000 toeschouwers opdaagden, moest nochtans een duidelijke hint zijn dat de steun van het publiek ver reikt, maar niet eindeloos is. Wat al helemaal de wenkbrauwen deed fronsen, was het feit dat het merendeel van de spelers dat in de interviews na de wedstrijd onvoldoende leek te beseffen.

Daarom dat er vanavond in GSP-stadion zoveel meer op het spel staat dan louter drie punten. Natuurlijk kunnen Hazard en co alleen maar tevreden zijn met een overwinning tegen het nummer 86 op de FIFA-ranking – ook omdat er met Bosnië-Herzegovina in oktober voor de volgende opdracht een veel betere tegenstander zich aandient – maar ook de manier waarop de zege tot stand komt zal belangrijk zijn. Een topprestatie tegen Cyprus moeten we niet overschatten, maar negentig minuten lang bikkelen en het truitje nat maken is broodnodig om de steun voor de nationale ploeg bij het publiek niet helemaal te laten afkalven. Met welke tactiek en veldbezetting dat gebeurt is van ondergeschikt belang. De discussies daarover kunnen altijd later nog gevoerd worden. Eerst moeten de problemen bij de wortel worden aangepakt.

Voor bondscoach Roberto Martínez staat er echter ook heel wat op het spel. De Engelse Spanjaard verdient in principe alle tijd om een nieuw verhaal op te bouwen bij de nationale ploeg, maar de wedstrijd tegen zijn geboorteland donderdag was ongeveer de slechtst denkbare binnenkomer die tot de mogelijkheden behoorde. Opnieuw een domper kan Martínez missen als kiespijn. Dan wordt de rust die hij nodig heeft om te bewijzen dat hij een geschiktere coach is dan Marc Wilmots grondig verstoord en dreigt hij van evaluatiemoment naar evaluatiemoment te sukkelen. Een situatie waarin een langetermijnbeleid onmogelijk wordt.

Revanche

Habemus een nieuwe bondscoach: Roberto Martínez krijgt de komende jaren de Rode Duivels onder zijn hoede. Opvallend dat het nieuws nu al werd gecommuniceerd, slechts een paar dagen na de deadline voor het opsturen van de kandidaturen.  Een teken aan de wand dat de KBVB overtuigd is van zijn keuze voor de Catalaan die reeds meer dan twintig jaar aan de andere kant van het Kanaal resideert.

In de gegeven omstandigheden weliswaar, want reeds nadat de sollicitatieprocedure werd gecommuniceerd was het duidelijk dat de KBVB niet mikte op een coach uit de absolute top. Alsof een José Mourinho braaf zijn cv zou opsturen samen met een zorgvuldige geschreven motivatiebrief. De gevolgde procedure was niet meer dan een handigheidje om gênante situaties uit de weg te kunnen gaan. De financiële slagkracht van de bond is immers beperkt, of er nu een topteam klaar staat om te coachen of niet.

Dat wil echter niet zeggen dat ze aan de Houba de Strooperlaan een trainer hebben binnengehaald zonder potentieel. Want er zit zeker toekomstmuziek in de samenwerking met Martínez. Ten eerste is de Spanjaard iemand die het Britse voetbal door een door kent en er uitstekende contacten heeft, wat een groot voordeel is voor een spelersgroep waarvan de meerderheid van de leden actief is in de Premier League. En daarnaast staat Martínez als coach voor een voetbal dat de Rode Duivels op het lijf geschreven is: aanvallend met een grote nadruk op het balbezit. Met de voormalige trainer van onder meer Everton heb je daarbij bovendien de garantie op een tactisch systeem. Wat bij zijn voorganger Marc Wilmots veel minder het geval was.

Het blijft wel een feit dat Martínez zijn imago van beloftevolle trainer voor een groot stuk verloren heeft nadat hij bij zijn laatste werkgever Everton de afgelopen twee seizoenen in een neerwaartse spiraal terecht was gekomen, maar dat hoeft bij de nationale ploeg geen probleem te zijn. De Rode Duivels zitten immers ongeveer in hetzelfde schuitje. Ook zij konden sinds het WK in Brazilië ondanks het aanwezige talent geen stap meer vooruit zetten en de verwachtingen inlossen. Dat kan een bindmiddel zijn tussen de groep en de coach: beiden zijn uit op revanche.

De tijd is ook de bondgenoot van de nieuwe bondscoach. De eerste opdracht is reeds op 1 september met de vriendschappelijke interland tegen Spanje, maar dat is niet meer dan spielerei, zeker in deze fase van het seizoen. En ook de komende twee jaar kan Roberto Martínez in relatieve rust verderwerken, aangezien in de kwalificatiepoule voor het WK in Rusland de Rode Duivels met als tegenstanders Bosnië-Herzegovina, Griekenland, Estland, Cyprus en Gibraltar nooit in de problemen mogen komen. De ideale kandidaat was hij niet voor de functie, maar met al de hier opgesomde elementen op zak lijkt de coach voldoende gewapend voor de functie. Een eventueel communautair conflict kan er alvast niet uitbreken, aangezien de man geen enkele van de drie landstalen machtig is.

1 september

Twee dagen na de officiële start van het schooljaar beleven de Rode Duivels vanavond hun 1 september. De laatste transfers zijn afgerond, de blitse bolides aan het hotel geparkeerd en de haartjes in de juiste plooi gelegd. Excuses gelden niet in het Koning Boudewijnstadion.

Zeker na de laatste kwalificatiewedstrijd in Wales die uitdraaide op één grote ontnuchtering. Cardiff betekende voor de Rode Duivels een les in realisme. Zelden zagen we de nationale ploeg zo ongeïnspireerd aan het werk tegen een team dat het vooral moest hebben van enthousiasme en strijdlust. Een (lichte) afgang die vraagt om een antwoord. Positief is dat de spelersgroep dat ook lijkt te beseffen. In alle reacties in aanloop naar de wedstrijd op een uitverkochte Heizel schemerde de honger door.

Bosnië-Herzegovina lijkt ook de ideale tegenstander voor een revanche. De Bosniërs vormen een ploeg die net als de Belgen heel wat voetballend vermogen in huis heeft, worden buitenshuis niet voortgestuwd door een kolkend stadion zoals in Zenica en moeten met een 8/18 vol voor de zege gaan. Het lijkt dus weinig waarschijnlijk dat de Rode Duivels straks af te rekenen zullen hebben met een tegenstander die zich zal ingraven zoals Wales die afgelopen seizoen de Belgen twee keer op die manier hoofdbrekens bezorgde. Net zoals Hazard en co het graag hebben.

De Duivels grijpen vanavond ook maar beter de drie punten – met een beetje pech vallen ze bij een nederlaag terug naar een vernederende voorlaatste plaats in de poule – maar belangrijker nog is de prestatie die ze leveren. De Belgen staan immers weliswaar op een onwaarschijnlijke tweede plaats op de FIFA-ranking, maar voetballen momenteel hoegenaamd niet op dat niveau. Wereldwijd worden we bejubeld om onze sterren, maar op het veld valt dat te weinig te merken. Tot nu toe in deze kwalificatiecampagne voor EURO 2016 noteerden we – uitgezonderd de makkelijke overwinningen tegen dwergstaat Andorra en de halve B-ploeg van Cyprus – een goede openingsfase op bezoek bij Bosnië-Herzegovina en een prima eerste helft in en tegen Israël. Over zes wedstrijden beschouwd zeer magertjes, zeker voor een groep die altijd heeft uitgeroepen op het EK voor het allerhoogste te willen gaan.

In dat opzicht is het jammer dat bondscoach Marc Wilmots Axel Witsel meer dan waarschijnlijk opnieuw een rij achteruit zal schuiven naar de positie van verdedigende middenvelder. Dat betekent meer zekerheid, maar ook minder aanvallende impulsen. Je pionnen moet je uitspelen op hun beste positie en dat is voor Witsel in het offensieve compartiment. Bovendien mogen de Duivels wel dat tikkeltje arrogantie uitstralen dat ze zich niet aanpassen aan een tegenstander.

Hoe dan ook wordt het Koning Boudewijnstadion laten kolken vlak na de start van het schooljaar meteen al het grote examen voor de Rode Duivels die nagenoeg met hun sterkste bezetting kunnen uitpakken. Een tweede zit kunnen ze zich niet permitteren. Zondag in Cyprus valt daarvoor te weinig eer te rapen.

Geslaagde openingskilometer

Omwille van het uitstellen van de interland in en tegen Israël hebben we er een maand langer dan voorzien op moeten wachten, maar uiteindelijk zijn de Rode Duivels toch begonnen aan hun kwalificatiecampagne voor EURO 2016 in Frankrijk. Met succes, met een vier op zes hebben de Belgen hun start niet gemist.

Over de openingspartij tegen Andorra moeten niet al te veel woorden worden vuilgemaakt. In wedstrijden tegen een allegaartje van tuinmannen, receptionisten en kleuterleiders valt weinig eer te rapen, maar toch slaagden Kompany en co erin een vol stadion na het laatste fluitsignaal met een tevreden gevoel naar huis te sturen. Er werd wervelend voetbal geserveerd op de Heizel, gekruid met technische hoogstandjes en een paar fraaie doelpunten. Ook al is het dan maar tegen Andorra en zijn wedstrijden als deze eigenlijk niet meer van deze tijd, de prestatie van de Duivels was een mooie openingskilometer van de weg naar Frankrijk.

Dat die weg enkele verraderlijke bochten kan bevatten werd enkele dagen later duidelijk in Bosnië-Herzegovina. Het was bij momenten pompen of verzuipen voor de Belgen in Zenica. De stap vooruit die de Duivels zouden moeten zetten om na het WK verder te blijven groeien was nog niet te bespeuren. Daarvoor speelden ze te slordig en gaven ze te veel ruimte weg. Edin Dzeko en Miralem Pjanic, de enige spelers bij Bosnië-Herzegovina die het verschil kunnen maken, zullen ongetwijfeld al moeilijkere avonden meegemaakt hebben.

Marc Wilmots heeft dus nog een stevige brok huiswerk voor de boeg wil hij met zijn team hoge ogen gooien binnen twee jaar in Frankrijk, maar ondermaats was de prestatie nu ook weer niet. In de eerste plaats omwille van het resultaat. Een gelijkspel op bezoek bij de dichtste concurrent voor de eerste plaats in de poule is een gewonnen punt, geen verloren. Daarnaast verdient het openingskwartier van de Duivels van zowel de eerste als de tweede helft een eervolle vermelding. In dat halfuur speelden de Belgen zoals het handboek ‘Succesvol zijn op een EK’ het voorschrijft. De Bosniërs werden toen in eigen huis in het defensief gedwongen. Iets dat nog maar weinig ploegen ooit gelukt is.

Bovendien is het ook een boeiende vaststelling dat de concurrentie binnen de Belgische kern alsmaar groter wordt. Radja Nainggolan was er al een paar keer bij, maar lijkt na de afgelopen twee interlands stilaan definitief zijn doorbraak te hebben geforceerd. De middenvelder van AS Roma combineerde in Zenica en Brussel een over-mijn-lijk-mentaliteit met een technisch zeer sterke speelstijl. De geboren Antwerpenaar louter als een breker bestempelen is dus intellectueel oneerlijk. Offensief droeg hij afgelopen week meer dan voldoende zijn steentje bij. Hij zal Marc Wilmots binnen een maand wanneer de wedstrijden tegen IJsland en Wales op het programma staan voor een nog moeilijkere keuze zetten wanneer de elf basispionnen op het bord moeten worden gezet.

Dat is maar goed ook, want op sommige posities bij de Rode Duivels zoals centraal in de verdediging na het pensioen van Daniel Van Buyten is de spoeling niet al te groot. Met het oog op de EK-kwalificatie zal dat niet voor problemen zorgen, aangezien 24 ploegen recht hebben op een ticket richting Frankrijk, maar indien de Duivels op de eindronde potten willen breken moet de strijd voor een plaatsje in het elftal nog aangescherpt worden.

Wankel

Wie dacht dat de Rode Duivels na de hetze over de nieuwe truitjes, de interne strubbelingen bij de bond en de matige belangstelling voor de vriendschappelijke interland tegen Australië aan populariteit hebben moeten inboeten, is er aan voor de moeite. De massale opkomst op de fandag bewijst nog maar eens dat de supporters de ploeg niet hebben laten vallen.

Daar is ook geen aanleiding voor. Desondanks het louter een oefenwedstrijd was, hebben de Duivels vorige week donderdag een prima prestatie neergezet. Het experiment om Axel Witsel aanvallender uit te spelen was meer dan geslaagd. Dat de middenvelder van Zenit Sint-Petersburg een aardig potje kan voetballen was al genoegzaam bekend, maar de Luikenaar werd in het verleden door Marc Wilmots te veel in het keurslijf van controleur gedwongen, waardoor zijn offensieve kwaliteiten te weinig tot uiting konden komen. Witsel hoger posteren is een extra wapen dat in de komende wedstrijden ongetwijfeld goed van pas zal komen.

Wat ook bevestigd werd tegen de Socceroos was de sterkte van de Belgische invallers. In het moderne voetbal waarin door de drukke kalender een grotere kans bestaat op blessures is het moeten doorverwijzen van spelers van onder meer AS Roma, Manchester United en Liverpool naar de bank een luxeprobleem. Centraal achterin lijkt de spoeling na het vertrek van Daniel Van Buyten iets te dun te worden, maar voor het overige is haast elke positie in de Belgische elf dubbel bezet met meer dan degelijke opties. Dit elftal zal niet zo snel in de problemen komen als een paar belangrijke pionnen er niet bij kunnen zijn. Wie miste bijvoorbeeld Eden Hazard of Romelu Lukaku tegen Australië?

Toch gaat Marc Wilmots maar beter niet al te veel achterover leunen. Na het WK werden de eerste wanklanken vanuit de spelersgroep over de beperkte tactische capaciteiten van de bondscoach opgevangen en ook bij de pers en het publiek begint het stilletjes aan door te dringen dat een plek in de kwartfinales niet het hoogst haalbare was voor de Duivels in Brazilië. Ook binnen de KBVB is de steun voor Wilmots ooit al groter geweest. Het eigenzinnige optreden van de coach valt niet altijd in even goede toonaarden aan de Houba de Strooperlaan.

Het is in dat opzicht jammer dat Wilmots de kritiek niet heeft kunnen counteren met een mooi resultaat tegen Israël. Na het uitstellen van de openingswedstrijd in de kwalificatiepoule voor EURO 2016 moet de bondscoach daar nog een maand voor wachten. Dan komt eerst Andorra op bezoek waarna een uitmatch volgt in Bosnië-Herzegovina. Een tweeluik dat een stevigere kluif zal zijn om de campagne te starten. In de eerste wedstrijd valt geen enkele eer te rapen en de tweede confrontatie is op papier de moeilijkste van de ganse campagne. Niet dat de exit meteen dreigt voor Wilmots, maar wil het Kampfschwein zijn positie niet verder doen wankelen, kan hij zich geen uitschuiver veroorloven.

Tweede zit

Europa kreunt onder de Zuid-Amerikaanse WK-zon. Het continent dat de bakermat vormt van het voetbal heeft met Kroatië, Spanje, Italië, Engeland en Bosnië-Herzegovina al vijf teams zien terugkeren na de eerste ronde van het WK en daar blijft het waarschijnlijk niet bij. Portugal en Rusland balanceren op de rand van de uitschakeling en zelfs Duitsland kan – mits een grote dosis pech weliswaar- vanavond nog huiswaarts gestuurd worden.

Vooral de eliminatie van Spanje, Italië en Engeland doet de wenkbrauwen fronsen. Samengeteld zijn de grootmachten, die de sterkste competities ter wereld herbergen goed voor vier Europese titels en zes WK-eindoverwinningen. Opmerkelijk dus, maar de uitschakeling van de drie landen was niet onverdiend. In de groepsfase scoorden ze samen 7/27, een flinke tweede zit.

Of het om een structureel probleem gaat, valt moeilijk aan te tonen – een WK is immers een momentopname dat slechts om de vier jaar wordt georganiseerd – maar de bestuurskamers in Londen, Rome en Madrid maken maar beter werk van de toekomst. Natuurlijk speelt de toenemende concurrentie veroorzaakt door de mondialisering van de sport ook een rol, maar feit blijft dat Engeland al jaren ter plaatse lijkt te trappelen op internationaal niveau en dat vooral Italië en Spanje over een selectie beschikken, waarvan de sleutelspelers veteranen zijn van vele oorlogen. Te veel oorlogen misschien. Buffon, Pirlo, Xavi en Torres zijn monumenten, maar met oog op de volgende EK en WK’s moet er niet meer op hen gerekend worden.

In het geval van Spanje lijkt die wissel van de wacht geen probleem. De jeugdploegen van La Furia Roja grossieren in Europese titels zoals andere stervelingen postzegels verzamelen en op wereldkampioenschappen praat de Spaanse jeugd ook vaak een hartig woordje mee. Maar bij Engeland en Italië liggen de kaarten anders. De spelers van wereldniveau zijn bij de Azzurri en de Three Lions op één hand te tellen en van een echte doorstroming leek de afgelopen jaren alvast geen sprake.

Dat het groot aantal buitenlanders in de competities de verjonging van de nationale ploegen niet bepaald bevordert klopt, maar op dat fenomeen moeten we ons niet blindstaren. Ook al is de 6+5-regel van de FIFA die meer kansen aan eigen jeugdspelers wilde geven een stille dood gestorven wegens in strijd met de Europese wetgeving, niets belet de nationale bonden om echt werk te maken van een doordacht jeugdbeleid.

Engeland en Italië kunnen een voorbeeld nemen aan hun Duitse collega’s die na hun pijnlijke exit met één schamel punt op Euro 2000 een paleisrevolutie doorvoerden. Onder meer strengere regels voor de clubs, onafhankelijke voetbalacademies en een grotere focus op tactische en technische training hebben ervoor gezorgd dat onze oosterburen het laatste decennium hun plaats aan de top opnieuw hebben ingenomen. De WK-gebuisden weten dus wat hen te doen staat. Al komt dat misschien nog te vroeg, het EK van 2016 in Frankrijk piept als eerste herexamen reeds om de hoek.

De knoop van Januzaj

De kogel is door de kerk. Adnan Januzaj kiest voor de Rode Duivels. Al moet hij eerst nog een officiële interland met inzet afwerken om zo definitief zekerheid te krijgen, het bericht op de website van zijn club Manchester United liet er toch geen twijfel over bestaan.

Maandenlang gespeculeer komt zo tot een einde. Albanië, Turkije, Bosnië-Herzegevonia, Kosovo en Engeland; half Europa probeerde het negentienjarig Brussels multicultureel toptalent binnen te halen. Het is dus opmerkelijk dat Januzaj juist voor de Rode Duivels opteert. Te meer omdat eerdere berichten die keuze veeleer uitsloten. De aanvallende middenvelder had al eens in oktober van vorig jaar een selectie geweigerd van bondscoach Marc Wilmots en gaf in het verleden ook nooit thuis wanneer er een oproeping voor de nationale jeugdploegen in de brievenbus viel.

Al zijn er ook veel zinnige verklaringen te bedenken waarom Januzaj zich selecteerbaar heeft gesteld voor de nationale ploeg. Desondanks hij een Oost-Europese achtergrond heeft, is de youngster een geboren Belg. Op de pleintjes van Koekelberg trapte hij tegen zijn eerste bal en groeide hij ook op. Bovendien is de Belgische nationale ploeg ook sportief gezien een uitstekende keuze voor Januzaj. Door in te gaan op mogelijke selecties krijgt hij de garantie in een professionele omgeving tegen de top van Europa te spelen en zich zo verder te ontwikkelen. Ter vergelijking: Kosovo speelde begin maart zijn eerste interland ooit tegen Haïti. Verder speelt de afstand Brussel-Manchester ook een rol. Clubs zien hun spelers immers – nog altijd hun werknemers –het liefst zo snel mogelijk terugkeren na een interland.

Maar er is ook zo veel meer dan dat. De keuze die Januzaj moest maken is meer dan een afweging van de kosten en de baten. Net zoals zoveel andere jongeren over de ganse wereld is de Mancunian een kind van zijn tijd, een inwoner van een multicultureel gelaagde wereld. Identiteit beperkt zich niet meer tot een bepaalde nationaliteit of afkomst, als het dat ooit al gedaan heeft. Hem daarop afrekenen en de speler opportunisme verwijten – de timing van zijn keuze vlak voor het WK is ook niet toevallig – zou unfair zijn en de waarheid geweld aandoen. Veel meer dan een sportief of financieel dilemma, was de knoop die Januzaj moest doorhakken een emotioneel en persoonlijk vraagstuk. Emoties laten zich niet vertalen in eurobiljetten of sportief succes. Gissen naar het hoe en het waarom van zijn beslissing is dus geheel overbodig. De wereld is al cynisch genoeg.

Sequel

Binnenkort verschijnt de film Rush – die inzoomt op de rivaliteit tussen Formule 1-legendes Niki Lauda en James Hunt – in de Belgische bioscoopzalen. Over de kwaliteit van de prent gaan we ons niet uitspreken. Van filmrecensies hebben we nog minder kaas gegeten dan van sportjournalistiek. Wat we wel weten is dat scenarioschrijvers voor een moeilijke opdracht zouden komen te staan, indien er ooit een film over de Rode Duivels zou worden gedraaid.

Het verhaal dat de nationale ploeg het afgelopen decennium neerschrijf is immers een stevig boek geworden met vele plotwendingen en ups en downs. De aanvangsfase van het scenario zal vooral gekenmerkt worden door dieptepunten. De neerwaartse spiraal waarin de Rode Duivels na het WK in Japan en Zuid-Korea terecht kwamen was een martelgang voor elke Belgische voetballiefhebber. Telkens iedereen dacht dat de bodem van de put der vernederingen bereikt was, kon een nieuwe zwarte pagina aan de reeds lange stapel worden toegevoegd. De 0-0 thuis tegen Kazachstan in 2006, de kansloze nederlagen tegen Bosnië-Herzegovina drie jaar later en de dubbele afgang tegen Spanje en Armenië in dezelfde campagne; we kunnen zo nog wel even doorgaan.

Maar hoogtepunten zouden ook niet mogen ontbreken in het filmscenario. Na de rampzalige campagne voor het WK in Zuid-Afrika in 2010 verschenen de eerste zonnestralen aan de hemel boven het bondsgebouw aan de Houba de Strooperlaan,weliswaar twee keer kort onderbroken door de vlucht van bondscoaches Dick Advocaat en Georges Leekens.

De resultaten die de Rode Duivels sindsdien hebben geboekt vertonen een exponentieel stijgende curve. En de fans hebben ook opnieuw de weg naar het stadion gevonden. De kwalificatie voor het EK in Polen en Oekraïne werd nog nipt gemist, maar die kater werd snel weggespoeld door Kompany en co in de race naar Brazilië. De zege tegen Schotland – de zevende in acht groepswedstrijden – afgelopen vrijdag zou wel eens definitief het ticket voor het vliegtuig naar Rio de Janeiro veilig hebben kunnen stellen. Met nog twee groepswedstrijden te gaan en een voorsprong van vijf punten op de enige overgebleven concurrent Kroatië maakt zelfs de grootste pessimist zich al op voor een trip volgend jaar richting het land van de samba en het voetbal.

Dat een film over de Rode Duivels in deze tijd van gekte rond de nationale ploeg goed zou scoren lijkt ons best plausibel. Enige nuchterheid is echter ook op zijn plaats. De Duivels verdienen immers misschien wel een plek op de WK-eindronde, maar indien ze daar ook sterk voor de dag willen komen zal er ongetwijfeld nog progressie geboekt moeten worden. Dat werd in Glasgow nog maar eens duidelijk.

Een 0-2 overwinning is altijd een goed resultaat, maar de Duivels konden niet met een perfect rapport terugkeren naar hun respectievelijke clubteams. Bij momenten werd er te veel ruimte weggegeven en vooral in de tweede helft zakte de verdediging te ver terug. Mankementen die niet werden afgestraft door de Schotse thuisploeg, maar een tegenstander van een hoger niveau op een WK had dat waarschijnlijk wel gedaan.

Er zijn evenwel niet veel redenen voor zwartgalligheid rond de nationale ploeg. De stappen vooruit die de Rode Duivels nog moeten zetten in hun zoektocht naar successen op het hoogste niveau liggen binnen het potentieel van de huidige selectie. De spelers van Marc Wilmots hebben immers al een lange weg afgelegd en elke week bewijzen ze in de beste Europese competities waartoe ze in staat zijn. Bovendien staat al een nieuwe lichting (Thorgan Hazard, Zakaria Bakkali, Yannick Ferreira-Carrasco, enzoverder) vol ongeduld te trappelen aan de deur van de A-kern. Een vervolgfilm zit er dus zeker in. En in tegenstelling tot andere sequels zou die wel eens van een hogere kwaliteit kunnen zijn dan de voorgaande.