De staat van het voetbal

De bal is rond en de wedstrijd duurt negentig minuten

Tag archief: Spanje

Bloed, zweet en tranen

Vanavond staan de Rode Duivels met een interland in en tegen Cyprus voor hun herstart van de kwalificatiecampagne richting het WK dat binnen twee jaar in Rusland plaatsvindt. Het officiële startschot hebben ze immers grandioos gemist. Vorige donderdag was misschien slechts een oefeninterland – een wedstrijd waar doorgaans weinig belang aan gehecht moet worden – maar de Rode Duivels hadden na een teleurstellend EK waar naast een unieke kans op een finaleplek werd gegrepen wat recht te zetten.

Iedereen wist dat een nederlaag tot de mogelijkheden behoorde tegen een van de sterkste elftallen op deze planeet, maar dat de Duivels zo inspiratieloos en ogenschijnlijk ongeïnteresseerd voor de dag kwam was omwille van de bovenstaande reden onvergefelijk. Dat er slechts 30.000 toeschouwers opdaagden, moest nochtans een duidelijke hint zijn dat de steun van het publiek ver reikt, maar niet eindeloos is. Wat al helemaal de wenkbrauwen deed fronsen, was het feit dat het merendeel van de spelers dat in de interviews na de wedstrijd onvoldoende leek te beseffen.

Daarom dat er vanavond in GSP-stadion zoveel meer op het spel staat dan louter drie punten. Natuurlijk kunnen Hazard en co alleen maar tevreden zijn met een overwinning tegen het nummer 86 op de FIFA-ranking – ook omdat er met Bosnië-Herzegovina in oktober voor de volgende opdracht een veel betere tegenstander zich aandient – maar ook de manier waarop de zege tot stand komt zal belangrijk zijn. Een topprestatie tegen Cyprus moeten we niet overschatten, maar negentig minuten lang bikkelen en het truitje nat maken is broodnodig om de steun voor de nationale ploeg bij het publiek niet helemaal te laten afkalven. Met welke tactiek en veldbezetting dat gebeurt is van ondergeschikt belang. De discussies daarover kunnen altijd later nog gevoerd worden. Eerst moeten de problemen bij de wortel worden aangepakt.

Voor bondscoach Roberto Martínez staat er echter ook heel wat op het spel. De Engelse Spanjaard verdient in principe alle tijd om een nieuw verhaal op te bouwen bij de nationale ploeg, maar de wedstrijd tegen zijn geboorteland donderdag was ongeveer de slechtst denkbare binnenkomer die tot de mogelijkheden behoorde. Opnieuw een domper kan Martínez missen als kiespijn. Dan wordt de rust die hij nodig heeft om te bewijzen dat hij een geschiktere coach is dan Marc Wilmots grondig verstoord en dreigt hij van evaluatiemoment naar evaluatiemoment te sukkelen. Een situatie waarin een langetermijnbeleid onmogelijk wordt.

Revanche

Habemus een nieuwe bondscoach: Roberto Martínez krijgt de komende jaren de Rode Duivels onder zijn hoede. Opvallend dat het nieuws nu al werd gecommuniceerd, slechts een paar dagen na de deadline voor het opsturen van de kandidaturen.  Een teken aan de wand dat de KBVB overtuigd is van zijn keuze voor de Catalaan die reeds meer dan twintig jaar aan de andere kant van het Kanaal resideert.

In de gegeven omstandigheden weliswaar, want reeds nadat de sollicitatieprocedure werd gecommuniceerd was het duidelijk dat de KBVB niet mikte op een coach uit de absolute top. Alsof een José Mourinho braaf zijn cv zou opsturen samen met een zorgvuldige geschreven motivatiebrief. De gevolgde procedure was niet meer dan een handigheidje om gênante situaties uit de weg te kunnen gaan. De financiële slagkracht van de bond is immers beperkt, of er nu een topteam klaar staat om te coachen of niet.

Dat wil echter niet zeggen dat ze aan de Houba de Strooperlaan een trainer hebben binnengehaald zonder potentieel. Want er zit zeker toekomstmuziek in de samenwerking met Martínez. Ten eerste is de Spanjaard iemand die het Britse voetbal door een door kent en er uitstekende contacten heeft, wat een groot voordeel is voor een spelersgroep waarvan de meerderheid van de leden actief is in de Premier League. En daarnaast staat Martínez als coach voor een voetbal dat de Rode Duivels op het lijf geschreven is: aanvallend met een grote nadruk op het balbezit. Met de voormalige trainer van onder meer Everton heb je daarbij bovendien de garantie op een tactisch systeem. Wat bij zijn voorganger Marc Wilmots veel minder het geval was.

Het blijft wel een feit dat Martínez zijn imago van beloftevolle trainer voor een groot stuk verloren heeft nadat hij bij zijn laatste werkgever Everton de afgelopen twee seizoenen in een neerwaartse spiraal terecht was gekomen, maar dat hoeft bij de nationale ploeg geen probleem te zijn. De Rode Duivels zitten immers ongeveer in hetzelfde schuitje. Ook zij konden sinds het WK in Brazilië ondanks het aanwezige talent geen stap meer vooruit zetten en de verwachtingen inlossen. Dat kan een bindmiddel zijn tussen de groep en de coach: beiden zijn uit op revanche.

De tijd is ook de bondgenoot van de nieuwe bondscoach. De eerste opdracht is reeds op 1 september met de vriendschappelijke interland tegen Spanje, maar dat is niet meer dan spielerei, zeker in deze fase van het seizoen. En ook de komende twee jaar kan Roberto Martínez in relatieve rust verderwerken, aangezien in de kwalificatiepoule voor het WK in Rusland de Rode Duivels met als tegenstanders Bosnië-Herzegovina, Griekenland, Estland, Cyprus en Gibraltar nooit in de problemen mogen komen. De ideale kandidaat was hij niet voor de functie, maar met al de hier opgesomde elementen op zak lijkt de coach voldoende gewapend voor de functie. Een eventueel communautair conflict kan er alvast niet uitbreken, aangezien de man geen enkele van de drie landstalen machtig is.

Fier, kritisch en optimistisch – een open brief aan de Rode Duivels-fans

Beste Rode Duivels-fans

Jullie mogen fier zijn. Volgende week maandag staat jullie team voor het eerst in de geschiedenis helemaal bovenaan de FIFA-ranking. Nog maar zeven andere ploegen hebben die positie ooit bekleed sinds de invoering van de ranglijst in december 1992: Duitsland, Italië, Brazilië, Nederland, Frankrijk, Argentinië en Spanje. Stuk voor stuk voetbalgrootmachten – nou ja, Nederland – niet slecht voor een ploeg die zes jaar geleden nog hopeloos achterop hinkte op de 66ste plek tussen Macedonië en Marokko. De eerste plek op de ranking valt vooral te verklaren dankzij de mooie reeks die de Rode Duivels onder Marc Wilmots hebben geboekt. De bondscoach blijft terecht niet zonder kritiek, maar wat de resultaten betreft valt hem weinig te verwijten. Wanneer we de wedstrijden met inzet in rekening brengen – de kwalificatiematchen voor het WK in Brazilië en EURO 2016 en de vijf wedstrijden op de WK-eindronde – scoorden de Rode Duivels een 61/75. Met de vriendschappelijke matchen daaraan toegevoegd wordt het een 91/120. In universiteitstermen is dat net geen grote onderscheiding.

Jullie moeten echter ook kritisch blijven. De eerste plaats op de FIFA-ranking is een prestatie om te koesteren – een klein land als het onze bovenaan die lijst komt misschien nooit meer voor – maar we mogen er ons ook niet op blindstaren. De alternatieve Elo-ranking plaatst ons land pas op de elfde stek en op de ranglijst van de UEFA nemen de Duivels de zevende plaats in. Onterecht is dat niet. De afgelopen jaren hebben Kompany en co immers maar tegen één echt topland gespeeld – Argentinië op het WK – en in die wedstrijd beten ze in het zand. Tegen Frankrijk werd een mooie vier op zes genoteerd, maar dat ging telkens slechts over een vriendschappelijke interland. Het voetbal dat de Rode Duivels in de afgelopen kwalificatiecampagne op de mat brachten wijst bovendien ook op de relativiteit van de eerste plaats op de FIFA-ranking. Voetballend lijken de Belgen nog niet echt progressie te hebben gemaakt sinds het bereiken van de kwartfinales op het WK in Brazilië van vorige zomer. Zelf initiatief moeten nemen wanneer een tegenstander een dubbele muur optrekt voor het eigen doel blijft nog altijd een pijnpunt.

Jullie mogen evenwel ook optimistisch zijn. We zijn minder dan acht maanden verwijderd van het EK, maar in sport is dat een eeuwigheid. De recentste interlandreeks bewijst eveneens dat er nog hoop is op een knalprestatie in Frankrijk. De wedstrijd in Andorra was geen waardemeter, maar de daaropvolgende match tegen Israël toonde aan dat de verhuis van Kevin De Bruyne van de flank naar het centrum misschien wel eens het ontbrekende radertje zou kunnen zijn in de machine die de nationale ploeg is. Toeval bestaat niet: de Rode Duivels speelden hun beste wedstrijd uit de ganse campagne en creëerden veel meer kansen. Bovendien kan bondscoach Marc Wilmots met De Bruyne centraal een extra dosis creativiteit op de flanken inbrengen. Kortom een geslaagde test die om een vervolg schreeuwt in de twee oefeninterlands tegen Italië en Spanje die binnen enkele weken gespeeld worden. Ondertussen liggen de verwachtingen ook minder hoog voor deze groep Rode Duivels, vooral in de buitenlandse media. Op het WK werden de Belgen nog beschouwd als een gevaarlijke outsider, nu dicht de mondiale pers de ploeg een iets bescheidenere rol toe. Maar is dat net geen positie die ons land beter ligt? In combinatie met het harde werk dat nog geleverd zal worden, het aanwezige talent en jullie uitstekende reputatie als supporters zou dat wel eens vonken kunnen geven.

Tot in Frankrijk!

Thomas Lamm

Nog niet te laat

Het heeft 32 jaar geduurd vooraleer de Rode Duivels zich nog eens konden plaatsten voor een Europees Kampioenschap, maar een reden tot feesten was dat niet afgelopen weekend. Dorpspleinen bleven leeg, autokaravaans waren niet te bespeuren en ook de spelersgroep zelf hield het relatief kalm.

Zo gek is die soberheid echter niet. Een voorlopig puntenaantal van 20 op 27 is verre van slecht, maar gezien de middelmatige tegenstand eigenlijk het minimum van het minimum. Kwalitatief gezien kon de kwalificatiecampagne eveneens stukken beter. Ook zaterdag tegen Andorra. De Duivels kwamen nooit in de problemen, maar echt overtuigen deden ze nu ook weer niet. Alweer legden ze beslag op de meerderheid van het balbezit, maar opnieuw deden ze daar te weinig mee, al nodigde het slechte en kleine kunstgrasveld niet meteen uit tot een swingende voetbalavond.

Het geëxperimenteer van Marc Wilmots in Andorra kan onvoldoende beoordeeld worden. De vertimmerde defensie werd nagenoeg niet onder druk gezet door het nummer 205 op de FIFA-ranking, Kevin De Bruyne die tot nu toe ongeveer de beste Rode Duivel was in de kwalificatiecampagne en zich centraal mocht laten gelden werd het leven niet bepaald zuur gemaakt en om de verdienstelijk debuterende Laurent Depoitre naar waarde schatten heb je eveneens een sterkere tegenstander nodig.

Daarom dat de wedstrijd tegen Israël vandaag wel degelijk nog enig belang heeft. De strijd om de groepswinst draait louter om prestige en de mogelijke eerste plaats op de FIFA-ranking is compleet zonder belang, maar met een ploeg die nog vol aan de bak moet in de strijd om de barrageplek in de kwalificatiepoule en toch wel wat kwaliteit in huis heeft krijgen de Duivels een niet onaardige opponent voor zich. De campagne richting Frankrijk zit er op, maar nu begint het pas voor de ambitieuze Belgen. Willen Kompany en co hun ambitie – op 10 juli van volgend jaar in het Stade de France zich tot Europees kampioen kronen – waarmaken, dan staat er nog een berg werk op ze te wachten. De pijnpunten zijn al langer bekend bij iedereen – een tegenstander die zich ingraaft niet kunnen ontwrichten, het ontbreken van een killer vooraan en een duidelijk spelsysteem en Hazard die maar zelden ontploft – maar oplossingen heeft Marc Wilmots daar nog niet voor kunnen formuleren.

Minder dan acht maanden voor de aftrap van de openingsmatch van EURO 2016 dringt de tijd, maar te laat is het nog niet. Louis van Gaal speelde het vorig jaar als Nederlands bondscoach op een veel kortere periode klaar om een minder getalenteerde groep naar een derde plaats op het WK in Brazilië te leiden en met Italië en Spanje dienen er zich volgende maand reeds twee stevige sparringpartners aan om lustig verder te sleutelen. Ondanks dat het ‘maar’ oefenwedstrijden zijn een interessant tweeluik, aangezien De Duivels uitgezonderd tegen een mak Frankrijk sinds het WK geen topploegen meer partij konden geven. Een mooie en misschien zelfs uitzonderlijke Belgische voetbalzomer behoort dus zeker nog tot de mogelijkheden. Eén waarin de dorpspleinen wel opnieuw volstromen en de autokaravaans toeterend door de straten rijden.

De bondscoach, die ploegde voort

Vorig week zondag in het GSP-stadion in Nicosia omstreeks 23.30u lokale tijd: de Russische scheidsrechter Vladislav Bezborodov maakt een einde aan de partij van de Rode Duivels tegen Cyprus. De stadionspeaker laat prompt het themanummer van de Muppet Show door de boxen gallen. Of er enig sarcasme mee gemoeid was weten we niet, maar de brave man – of vrouw natuurlijk, lang leve gendergelijkheid – had het haast niet beter kunnen kiezen. Ook al was er sowieso amper eer te halen in een land waar het zand op de stranden van groter belang is dan de grassprieten op de voetbalvelden, wat Kompany en co neerzetten was ongeveer van het slechtste dat we de afgelopen jaren van de nationale ploeg zagen.

Het feit dat de wedstrijd werd beslist door een klasseflits van het trio De Bruyne-Mertens-Hazard was ongeveer het enige positieve dat er te onthouden viel. Voor het overige was het huilen met de figuurlijke pet op. Veel individuele fouten en amper uitgespeelde aanvallen: we zijn nog niet eens half september, maar de Duivels leken eerder bezig aan een eindeseizoensmatch. Op enkele uitzonderingen na stonden ze inspiratieloos op de mat. Al een geluk dat er bij de thuisploeg geen Gareth Bale rondliep, want anders zou de avond er nog slechter hebben uitgezien.

Dankzij de 1-0 zege tegen Cyprus kunnen de Rode Duivels stilaan hun ticket voor EURO 2016 boeken, maar op veel gejuich moet dat niet worden onthaald. Met acht extra deelnemers in vergelijking met het EK drie jaar geleden in Polen en Oekraïne mag immers ongeveer elk Europees land – uitgezonderd misschien Vaticaanstad en Bobbejaanland – richting Frankrijk trekken. Nee, in plaats van een hoerastemming moet er dringend worden bekeken hoe het niveau van de nationale ploeg drastisch naar omhoog kan worden getrokken.

Na het WK in Brazilië beloofde bondscoach Marc Wilmots zijn ploeg veel dominanter te laten spelen om zo een antwoord te kunnen vinden op de tegenstand die wedstrijden tegen de Duivels steeds behoudener aanpakt, maar echt progressie hebben we het team na tachtig procent van de kwalificatiecampagne achter de rug nog niet zien boeken. De inbreng van Radja Nainggolan was een pluspunt – hoe is het mogelijk dat zo’n speler er vorig jaar niet bij was op het WK – maar daarnaast blijft het team ter plaatse trappelen.

In zo’n omstandigheden komt al snel de coach in het vizier. Het is niet de populairste mening om te verkondigen, maar in een ideale wereld zou Marc Wilmots zo snel mogelijk vervangen moeten worden, nog liever vandaag dan morgen. Topspelers verdienen een topcoach en dat is het Kampfschwein voor alle duidelijkheid niet. Zijn eerdere coachingsopdrachten bij Schalke 04 en STVV draaiden telkens op een sisser uit en bij de nationale ploeg werd hij meermaals tactisch afgetroefd door zijn collega’s op de andere bank. Ook omdat hij maar niet wil afwijken van zijn 4-3-3-opstelling met een nochtans aanvallend ingestelde speler als Witsel als verdedigende middenvelder en Benteke als eerste keuze in de spits. Wat er ook mag gebeuren: de bondscoach, die ploegt voort. Natuurlijk kan je opwerpen dat de spelers ook een verantwoordelijkheid te dragen hebben, maar een trainer heeft dan net de taak zijn ploeg te prikkelen. Daar lijkt Wilmots niet in te slagen, te weinig alleszins.

In het glazen bondsgebouw aan de Brusselse Houba de Strooperlaan lijkt echter niemand geneigd het ontslag van de bondscoach op tafel te leggen. De vele personeelswissels binnen de technische staf en de omkadering bewijzen dat de machtspositie van Wilmots groot is en de KBVB en hij lijken wel onlosmakelijk met elkaar verbonden. Als het gênante geflirt met Schalke 04 ons één ding leerde, is dat er nagenoeg geen clubs staan te springen om de coach een contractvoorstel aan te bieden en de bond moet op zijn beurt de vinger aan de knip houden. Een ontslagvergoeding uitbetalen en een betere (en dus duurdere) vervanger aantrekken zou de KBVB financieel te veel pijn doen. Als de opvolger een Belg moet zijn is de spoeling overigens flinterdun. Eric Gerets is op pensioen en Michel Preud’homme ligt nog onder contract, nota bene bij het Club Brugge van bondsopposant Bart Verhaeghe.

Daarom moet er gezocht worden naar de minst slechte oplossing. Met de kwalificatie als reekshoofd zo goed als op zak en nog negen maanden te gaan voor de start van EURO 2016 is er voldoende tijd om te experimenteren. Geef De Bruyne een centrale rol, probeer eens een tweespitsensysteem met Batshuayi en posteer Witsel opnieuw iets hoger; de mogelijkheden zijn legio. Zeker met oefenwedstrijden tegen Italië en Spanje in het vooruitzicht, ploegen die op het EK ook concurrenten zullen zijn van de Rode Duivels. De komende maanden zullen dus cruciaal worden voor de ambities van de nationale ploeg, maar er is nog hoop.

Tweede zit

Europa kreunt onder de Zuid-Amerikaanse WK-zon. Het continent dat de bakermat vormt van het voetbal heeft met Kroatië, Spanje, Italië, Engeland en Bosnië-Herzegovina al vijf teams zien terugkeren na de eerste ronde van het WK en daar blijft het waarschijnlijk niet bij. Portugal en Rusland balanceren op de rand van de uitschakeling en zelfs Duitsland kan – mits een grote dosis pech weliswaar- vanavond nog huiswaarts gestuurd worden.

Vooral de eliminatie van Spanje, Italië en Engeland doet de wenkbrauwen fronsen. Samengeteld zijn de grootmachten, die de sterkste competities ter wereld herbergen goed voor vier Europese titels en zes WK-eindoverwinningen. Opmerkelijk dus, maar de uitschakeling van de drie landen was niet onverdiend. In de groepsfase scoorden ze samen 7/27, een flinke tweede zit.

Of het om een structureel probleem gaat, valt moeilijk aan te tonen – een WK is immers een momentopname dat slechts om de vier jaar wordt georganiseerd – maar de bestuurskamers in Londen, Rome en Madrid maken maar beter werk van de toekomst. Natuurlijk speelt de toenemende concurrentie veroorzaakt door de mondialisering van de sport ook een rol, maar feit blijft dat Engeland al jaren ter plaatse lijkt te trappelen op internationaal niveau en dat vooral Italië en Spanje over een selectie beschikken, waarvan de sleutelspelers veteranen zijn van vele oorlogen. Te veel oorlogen misschien. Buffon, Pirlo, Xavi en Torres zijn monumenten, maar met oog op de volgende EK en WK’s moet er niet meer op hen gerekend worden.

In het geval van Spanje lijkt die wissel van de wacht geen probleem. De jeugdploegen van La Furia Roja grossieren in Europese titels zoals andere stervelingen postzegels verzamelen en op wereldkampioenschappen praat de Spaanse jeugd ook vaak een hartig woordje mee. Maar bij Engeland en Italië liggen de kaarten anders. De spelers van wereldniveau zijn bij de Azzurri en de Three Lions op één hand te tellen en van een echte doorstroming leek de afgelopen jaren alvast geen sprake.

Dat het groot aantal buitenlanders in de competities de verjonging van de nationale ploegen niet bepaald bevordert klopt, maar op dat fenomeen moeten we ons niet blindstaren. Ook al is de 6+5-regel van de FIFA die meer kansen aan eigen jeugdspelers wilde geven een stille dood gestorven wegens in strijd met de Europese wetgeving, niets belet de nationale bonden om echt werk te maken van een doordacht jeugdbeleid.

Engeland en Italië kunnen een voorbeeld nemen aan hun Duitse collega’s die na hun pijnlijke exit met één schamel punt op Euro 2000 een paleisrevolutie doorvoerden. Onder meer strengere regels voor de clubs, onafhankelijke voetbalacademies en een grotere focus op tactische en technische training hebben ervoor gezorgd dat onze oosterburen het laatste decennium hun plaats aan de top opnieuw hebben ingenomen. De WK-gebuisden weten dus wat hen te doen staat. Al komt dat misschien nog te vroeg, het EK van 2016 in Frankrijk piept als eerste herexamen reeds om de hoek.

Rik De Saedeleer

“Er is gefloten en de Russen liggen eruit!” Acht legendarische woorden van Rik De Saedeleer, 28 jaar geleden na het laatste fluitsignaal in de partij van de Rode Duivels tegen de toenmalige Sovjet-Unie. De context was gisteren lichtjes anders – het team van bondscoach Fabio Capello kan een verbanning naar Siberië nog vermijden mits een zege tegen Algerije – maar het belang van de drie punten die Kompany en co sprokkelden, komt toch aardig in de buurt van de Belgische zege in het Mexicaanse León die in het collectieve geheugen van miljoenen voetbalfans gegrift staat.

Desondanks velen vooraf een zes op zes na twee partijen logisch achtten, is de overwinning dankzij het doelpunt van Origi een godsgeschenk. Voor het eerst sinds 1982 kan ons land poulewinnaar worden op een WK en zonder al te veel kopzorgen naar de laatste groepswedstrijd tegen Zuid-Korea toeleven. Een positie waarvoor het team door vele andere landen ongetwijfeld benijd wordt.

Die relatieve rust zal nodig zijn, want het spelniveau bij de Belgen was tegen Rusland opnieuw niet goed. Net zoals in hun openingsmatch leken de Duivels met lood in de schoenen te spelen. De frivole voetbalvreugde die deze generatie kenmerkt was helemaal afwezig. We moeten ook vaststellen dat de verdediging amper iets weggaf – de defensie van Courtois incasseerde in twee groepsmatchen tot nu toe het minst aantal schoten op doel van alle deelnemende landen – maar op dit moment speelt de ploeg tegen zijn natuur in. De echte Rode Duivels hebben we na elf dagen WK nog steeds niet gezien.

De verpersoonlijking van dat probleem is Romelu Lukaku. De Lukaku die bij Everton afgelopen seizoen in 33 wedstrijden zestien doelpunten scoorde en tijdens de WK-voorbereiding bij de nationale ploeg ook de weg naar de netten gemakkelijk vond, lijkt niet op het vliegtuig naar Brazilië te zijn gestapt. In plaats daarvan stond er tegen Algerije en Rusland telkens een spits aan de aftrap die vooral problemen met zichzelf had, die zichzelf te hoge verwachtingen oplegde.

De uithaal naar Marc Wilmots bij zijn wissel was wat dat betreft eigenlijk perfect te voorspellen. Een profspeler onwaardig, maar al te zwaar mogen we er niet aan tillen. Op de eindronde van elk WK gebeurt er wel iets in het Belgische kamp dat voor deining op de journalistieke oceaan zorgt. Een stormpje dat vervolgens weer gaat liggen. Bovendien mogen we ook niet vergeten dat desondanks Romelu Lukaku in 2009 bij Anderlecht zijn debuut bij de profs maakte en een jaar later zijn eerste stappen zette bij de Rode Duivels, hij nog altijd maar 21 jaar is. Dan moet je nog heel wat leergeld betalen.

De begripvolle houding van Wilmots tegenover het “probleem Lukaku” – als er al een probleem is – was daarom goed gekozen. Intern zal de bondscoach heus wel een hartig woordje gesproken hebben met zijn poulain, maar naar buiten toe brengt het geen zoden aan de dijk om de aanvaller die met zichzelf in de knoop ligt op zijn plaats te zetten. Wilmots beseft ook wel dat hij vooraan niet zoveel wisselmogelijkheden heeft, maar misschien moet hij tegen Zuid-Korea Divock Origi laten starten en Lukaku na een uur er in brengen nadat zijn Koreaanse tegenstander al wat minder fris zit. Op die manier een doelpunt scoren zal bevrijdend werken voor de Evertonspits. “Hij is er door”, zou Rik De Saedeleer ongetwijfeld roepen zoals de commentator dat deed op het WK van 1982 in Spanje na de legendarische rush van de toen eveneens getroebleerde Jan Ceulemans tegen Hongarije.

Hoop doet leven

Met het naderen van de herfst worden meestal de eerste C4’s in het Belgische trainerslandschap uitgedeeld. Vorig jaar moesten we er een beetje langer op wachten – Ron Jans werd op 22 oktober 2012 de laan uitgestuurd door Standard – maar dit seizoen is het al een maand eerder prijs. Juan Carlos Garrido is sinds gisteren niet langer de trainer van Club Brugge.

Desondanks het bestuur de wedstrijd van zondag tegen eeuwige rivaal Anderlecht niet heeft afgewacht, komt het ontslag van de Spanjaard niet aan als een verrassing. Al begin augustus werd de inleiding hiervoor geschreven. De Europese uitschakeling door het bescheiden Poolse Slask Wroclaw deed het team op zijn grondvesten daveren. Dat datzelfde Wroclaw in de volgende voorronde van de Europa League eruit werd geknikkerd door Sevilla met een 1-4 en 0-5 nederlaag deed de positie van Garrido bovendien geen goed.

Ondertussen was het ook in de kleedkamer beginnen te borrelen en daarnaast is het geleverde spel dit seizoen in de eigen competitie van een te lage kwaliteit geweest. Club Brugge staat na zeven speeldagen weliswaar op een comfortabele tweede plek in de Jupiler Pro League en heeft nog geen nederlaag geïncasseerd, maar dat valt voor een groot deel door het programma te verklaren. Charleroi, Lierse, KV Oostende, Waasland-Beveren en KV Mechelen staan niet bepaald hoog aangeschreven bij de bookmakers wanneer het over de kanshebbers op deelname aan play-off I gaat. Het is geen toeval dat er tegen ploegen met betere adelbrieven – AA Gent en Zulte Waregem – wel met punten werd gemorst.

Het Brugse bestuur lijkt dus Garrido vooral uit voorzorg te hebben ontslagen. Ook al heeft Club nog geen nederlaag opgelopen, de enige overgebleven doelstelling na het kelderen van de Europese ambities – de titel – mag niet in gevaar gebracht worden. De vraag is echter of het vertrek van de Spaanse coach veel zoden aan de dijk zal brengen. In de tien maanden waarin de Valenciaan in Brugge aan de slag was, heeft hij alleszins ook positieve dingen verwezenlijkt. Na het vertrek van Georges Leekens moest hij in de eerste plaats puin ruimen. Dat hij vorig seizoen het blauw-zwarte schip uiteindelijk nog naar Europese wateren wist te sturen en Club in play-off I het grootste puntenaantal van alle ploegen verzamelde mag hij met recht en reden op zijn cv vermelden.

Garrido liet bovendien ook jongeren doorgroeien. Boli Bolingoli, Björn Engels, Birger Verstraete, Brandon Mechele en Tuur Dierckx staken allen hun neus aan het venster van de Brugse elf. Dat dat deels gebeurde omwille van de afwezigheid van routiniers klopt, maar ook nadat sommige van hen terug beschikbaar waren bleef hij youngsters als Mechele en Engels het vertrouwen geven dat een jeugdspeler nodig heeft.

Garrido kan zich eveneens troosten met het idee dat hij gesneuveld is op een slagveld waar velen hem al vooraf zijn gegaan. Onder het bewind van voorzitter Bart Verhaeghe passeerden reeds vier trainers (tussenpausen Rudi Verkempinck en Philippe Clement niet meegerekend) de revue. Een hoog aantal, zeker voor een ploeg als Club Brugge die in een niet zo ver verleden in de Dikke Van Dale werd vermeld als synoniem voor stabiliteit. Verhaeghe en zijn luitenanten Mannaert en Grétarsson kunnen dus daarom best ook eens bij zichzelf te rade gaan. Zij tekenden het kader uit waarbinnen Garrido zijn keuzes moest maken. Een kader dat op vlak van het transferbeleid in het tussenseizoen niet al te zeer versterkt werd. In de afgelopen wedstrijden werd het duidelijk dat de verhuis van Carlos Bacca en Ryan Donk het team pijn doet.

Het valt dus af te wachten of opvolger Michel Preud’homme over het recept beschikt om met dit Club Brugge successen te boeken. In ieder geval verdient Preud’homme het voordeel van de twijfel. Dat zijn naam de afgelopen jaren telkens viel wanneer de KBVB een nieuwe bondscoach diende aan te stellen, gebeurde niet toevallig. Op dit moment behoort het icoon van Standard, KV Mechelen en Benfica tot de top  van de Belgische trainersgilde. Overal waar hij als coach aan de slag was, pakte hij prijzen. Ongetwijfeld een gedachte die in Jan Breydel gekoesterd wordt. Hoop doet leven. Zelfs als je aan je vijfde trainer in twee jaar tijd toe bent.

Sequel

Binnenkort verschijnt de film Rush – die inzoomt op de rivaliteit tussen Formule 1-legendes Niki Lauda en James Hunt – in de Belgische bioscoopzalen. Over de kwaliteit van de prent gaan we ons niet uitspreken. Van filmrecensies hebben we nog minder kaas gegeten dan van sportjournalistiek. Wat we wel weten is dat scenarioschrijvers voor een moeilijke opdracht zouden komen te staan, indien er ooit een film over de Rode Duivels zou worden gedraaid.

Het verhaal dat de nationale ploeg het afgelopen decennium neerschrijf is immers een stevig boek geworden met vele plotwendingen en ups en downs. De aanvangsfase van het scenario zal vooral gekenmerkt worden door dieptepunten. De neerwaartse spiraal waarin de Rode Duivels na het WK in Japan en Zuid-Korea terecht kwamen was een martelgang voor elke Belgische voetballiefhebber. Telkens iedereen dacht dat de bodem van de put der vernederingen bereikt was, kon een nieuwe zwarte pagina aan de reeds lange stapel worden toegevoegd. De 0-0 thuis tegen Kazachstan in 2006, de kansloze nederlagen tegen Bosnië-Herzegovina drie jaar later en de dubbele afgang tegen Spanje en Armenië in dezelfde campagne; we kunnen zo nog wel even doorgaan.

Maar hoogtepunten zouden ook niet mogen ontbreken in het filmscenario. Na de rampzalige campagne voor het WK in Zuid-Afrika in 2010 verschenen de eerste zonnestralen aan de hemel boven het bondsgebouw aan de Houba de Strooperlaan,weliswaar twee keer kort onderbroken door de vlucht van bondscoaches Dick Advocaat en Georges Leekens.

De resultaten die de Rode Duivels sindsdien hebben geboekt vertonen een exponentieel stijgende curve. En de fans hebben ook opnieuw de weg naar het stadion gevonden. De kwalificatie voor het EK in Polen en Oekraïne werd nog nipt gemist, maar die kater werd snel weggespoeld door Kompany en co in de race naar Brazilië. De zege tegen Schotland – de zevende in acht groepswedstrijden – afgelopen vrijdag zou wel eens definitief het ticket voor het vliegtuig naar Rio de Janeiro veilig hebben kunnen stellen. Met nog twee groepswedstrijden te gaan en een voorsprong van vijf punten op de enige overgebleven concurrent Kroatië maakt zelfs de grootste pessimist zich al op voor een trip volgend jaar richting het land van de samba en het voetbal.

Dat een film over de Rode Duivels in deze tijd van gekte rond de nationale ploeg goed zou scoren lijkt ons best plausibel. Enige nuchterheid is echter ook op zijn plaats. De Duivels verdienen immers misschien wel een plek op de WK-eindronde, maar indien ze daar ook sterk voor de dag willen komen zal er ongetwijfeld nog progressie geboekt moeten worden. Dat werd in Glasgow nog maar eens duidelijk.

Een 0-2 overwinning is altijd een goed resultaat, maar de Duivels konden niet met een perfect rapport terugkeren naar hun respectievelijke clubteams. Bij momenten werd er te veel ruimte weggegeven en vooral in de tweede helft zakte de verdediging te ver terug. Mankementen die niet werden afgestraft door de Schotse thuisploeg, maar een tegenstander van een hoger niveau op een WK had dat waarschijnlijk wel gedaan.

Er zijn evenwel niet veel redenen voor zwartgalligheid rond de nationale ploeg. De stappen vooruit die de Rode Duivels nog moeten zetten in hun zoektocht naar successen op het hoogste niveau liggen binnen het potentieel van de huidige selectie. De spelers van Marc Wilmots hebben immers al een lange weg afgelegd en elke week bewijzen ze in de beste Europese competities waartoe ze in staat zijn. Bovendien staat al een nieuwe lichting (Thorgan Hazard, Zakaria Bakkali, Yannick Ferreira-Carrasco, enzoverder) vol ongeduld te trappelen aan de deur van de A-kern. Een vervolgfilm zit er dus zeker in. En in tegenstelling tot andere sequels zou die wel eens van een hogere kwaliteit kunnen zijn dan de voorgaande.

Neymar en de Confederations Cup

Het voetbalseizoen 2012-2013 zit er na de finale van de Confederations Cup afgelopen weekend op. Al is een einde natuurlijk zeer relatief, rekening houdend met het feit dat alle Belgische eersteklassers reeds volop in de voorbereiding op de nieuwe competitie zitten. Het voetbal is een kind van de moderne samenleving: 24 uur op 24, zeven dagen op zeven. Een rijk waar de zon nooit onder gaat.

De finale van de Confederations Cup tussen Brazilië en Spanje kon weliswaar nooit beklijven, maar was toch een aardige meevaller voor wie besloten had laat op te blijven. De factor Neymar had daar voor een groot deel mee te maken. Hij bewees nog maar eens de ster van het tornooi te zijn. Met weeral een doelpunt had hij een groot aandeel in de zege en de vierde eindoverwinning in de geschiedenis van de competitie tussen de kampioenen van de verschillende continenten, de wereldkampioen en het gastland dat volgend jaar het WK organiseert. Bovendien was het net zoals zijn overige drie treffers een pareltje. Neymar bezit de zeldzame gave om schoonheid aan efficiëntie te koppelen. Een Picasso die even goed muren kan witten.

Spelers als Neymar zijn ook broodnodig voor het voetbal in het algemeen. Altijd dat tikkeltje controverse opzoeken, een paar straffe uitspraken in de media en af en toe een rode kaart. Zo werd hij twee jaar geleden eens uitgesloten, omdat hij tijdens de wedstrijd een doelpunt vierde met op zijn gezicht een masker van zichzelf. Een beetje bad boy gehalte is het peper en zout van de sport.

In dat opzicht zijn er sterke gelijkenissen met het Italiaanse enfant terrible Mario Balotelli. Alleen wisselt die laatste te vaak briljante ingevingen af met momenten waarop je evengoed naar het testbeeld van je televisie kan zappen. Neymar compenseert daarentegen zijn uitschuivers steeds met een karrenvracht aan doelpunten. In 103 wedstrijden bij het Braziliaanse Santos vond hij 54 keer de weg naar de netten. Bij de nationale ploeg zit hij na 39 selecties aan 24 treffers.

Maar hoe zeer hij de Confederations Cup naar zijn hand zette, het kon niet verbergen dat de Seleção allesbehalve indruk maakte op de officieuze generale repetitie voor het WK van volgend jaar. De huidige generatie valt in het niets uit wanneer er vergeleken wordt met het tijdperk van Rivaldo en Ronaldo en al helemaal wanneer dezelfde oefening wordt gemaakt met de ploegen van Bebeto en Romario of Pelé en Garrincha.

De winst van het tornooi kunnen we zeker als verdiend bestempelen, maar moet ook gerelativeerd worden. De tegenstand – Spanje voorop – liet vooral blijken dat dit tornooi de hindernis te veel was in het lange seizoen. Net zoals op de vorige editie in Zuid-Afrika trouwens, waar La Furia Roja zich knullig in de halve finale liet uitschakelen door de Verenigde Staten, maar respectievelijk één en drie jaar later de puntjes op de i zette door de WK- en EK-titel in de wacht te slepen.

Bovendien mogen we ons op de prestaties van Brazilië op de Confederations Cup niet blind staren. Dat de selectie van Scolari de voorbije jaren door een reeks van slechte resultaten in oefeninterlands is weggezakt naar de 22ste plek op de FIFA-ranking, een historisch dieptepunt, mag zeker niet vergeten worden. Neen, dit Brazilië is dus zeker niet de topfavoriet om volgend jaar in eigen land voor een zesde WK-eindzege te strijden.

Wel zullen we ondertussen benieuwd zijn of Neymar zijn stempel zal kunnen drukken bij zijn nieuwe ploeg Barcelona. En of er uiteindelijk zal geluisterd worden naar de stem van de duizenden Brazilianen die terecht het parasiterend gedrag van de FIFA en de exorbitante bedragen die de overheid aan het WK spendeert aanklagen. Nog meer dan Neymar, waren de demonstranten het gegeven dat we zullen onthouden van deze Confederations Cup.