“Anderlecht kampioen” titelde Sporza donderdag op zijn website. Om even verwarring te voorkomen: er was hier geen sarcastische VRT-medewerker voor nodig. Blijkbaar steekt de Brusselse club op vlak van sociale media alle Belgische eersteklassers de loef af. Waarvan akte.
Dat dit nieuws grondig gevierd werd in het Astridpark durven we betwijfelen. Na de doortocht van PSG woensdag in het kader van de groepsfase van de Champions League is Anderlecht met een serieuze kater achtergebleven. Het schouwspel viel voor de neutrale voetballiefhebber nochtans best in de smaak. Dat Zlatan Ibrahimovic een van de beste spitsen ter wereld was – of misschien zelfs simpelweg de beste – was al een tijdje duidelijk, maar toch kon hij vriend en vijand opnieuw verrassen met een avondje van weergaloos uithalen. Met zijn vier doelpunten in één Champions League-wedstrijd vervoegt hij een lijstje van enkele grote namen: onder meer Lionel Messi, Marco van Basten en Andrej Sjevtsjenko.
Een knappe prestatie van Ibra, maar de eerlijkheid gebiedt ook te zeggen dat de Zweed met Joegoslavische roots en zijn ploegmaats niet veel weerwerk kregen van Anderlecht. Natuurlijk is er een klasseverschil tussen beide clubs, maar de wedstrijd leek haast in de ogen van de Brusselaars reeds verloren nog voor er werd afgetrapt. De gelatenheid viel van de spelers hun gezichten af te lezen.
Een 0-5 nederlaag in de Champions League moet an sich niet meteen alle alarmsignalen laten afgaan. Maar het betekent wel voor Anderlecht opnieuw een klap die het moet incasseren, nadat het in de competitie de laatste tijd van kwaad naar erger is gegaan. Tegen ploegen die zonder al te veel ongelukken in play-off 1 zullen aantreden zoals Club Brugge en Zulte Waregem gaf het niet thuis en de prestaties in de andere wedstrijden waren ook niet om lovend over te schrijven.
Dat merkt coach John van den Brom ook op en de Nederlander doet weinig om dat te verhullen. Elke week lijkt Van den Brom meer geïrriteerd, ook omdat de wijzigingen die hij doorvoert in zijn elftal niet renderen. Woensdag nog stuurde hij zijn ploeg het veld op met een verstevigd middenveld, maar dat verzoop simpelweg mee met de rest van het team.
De pijnpunten van een club bloot leggen is nooit eenvoudig, maar dit Anderlecht mist duidelijk de ervaring van Biglia, Jovanovic, Mbokani en De Sutter die in het tussenseizoen zijn vertrokken uit het Astridpark. Ervaring die bovendien niet kon opgevangen worden door het aantrekken van jonge spelers zoals Mitrović en Milivojević en door het inzetten op de eigen jeugd. Ook al kan dat laatste op lange termijn zijn vruchten afwerpen.
Maar dat is het juist: in het voetbal en zeker bij een Belgische topclub als Anderlecht telt die lange termijn niet. In dat wereldje duurt de waarheid slechts tot de volgende wedstrijd. Overgangsjaren zoals de Brusselse club er nu eentje meemaakt tellen dan niet mee.
In dat opzicht moet John van den Brom vrezen voor zijn baan. Bij Club Brugge werd Juan Carlos Garrido met een beter rapport terug naar Spanje gestuurd. De wedstrijd van Anderlecht morgen tegen Standard zou voor de Nederlander dus wel eens een heel belangrijke kunnen worden.